ECLI:NL:GHAMS:2023:3605

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 november 2023
Publicatiedatum
22 januari 2024
Zaaknummer
23-002572-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na het uitzitten van de straf

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 20 september 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1988 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat betrekking had op zijn strafmaat. Tijdens de zitting op 29 november 2023 heeft de raadsvrouw van de verdachte aangevoerd dat de verdachte zijn straf inmiddels heeft uitgezeten en dat hij geen belang meer heeft bij het hoger beroep. De advocaat-generaal heeft vervolgens gevorderd de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, onder verwijzing naar artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zijn bezwaren tegen het vonnis heeft ingetrokken, aangezien hij geen rechtens te respecteren belang meer heeft bij het hoger beroep. Het hof heeft, gehoord de advocaat-generaal, geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor nader onderzoek in de zaak. Gelet op het bepaalde in de wet heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de oudste raadsheer en de griffier niet in staat waren het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002572-22
datum uitspraak: 29 november 2023
TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 20 september 2022 in de strafzaak onder parketnummer 15-228959-22 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1988 te [geboorteplaats01] ,
adres: [adres01] ,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [detentieadres01] .

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 29 november 2023.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep onder toepassing van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De raadsvrouw heeft ter terechtzitting opgemerkt dat de verdachte zijn straf inmiddels heeft uitgezeten en hij geen belang meer heeft bij het eerder ingestelde appel, dat uitsluitend de strafmaat betrof. De raadsvrouw heeft het hof verzocht de verdachte niet ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep. Gelet hierop moet de verdachte geacht worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken. Nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak zal het hof, gehoord de advocaat-generaal en gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, de verdachte niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, mr. W.S. Ludwig en mr. N.E. Kwak, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Fritsche, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 29 november 2023.
De oudste raadsheer en de griffier zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.