ECLI:NL:GHAMS:2023:3602
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beschikking inzake schadevergoeding en zwijgrecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin verzoeker, geboren in 1993, een schadevergoeding vroeg naar aanleiding van zijn inverzekeringstelling. Het hoger beroep werd op 25 mei 2023 ingesteld. De advocaat-generaal en de advocaat van appellant zijn op 7 november 2023 gehoord, maar appellant zelf was niet aanwezig. Verzoeker vraagt om vergoeding van schade die hij stelt te hebben geleden, alsook kosten voor rechtsbijstand in zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. De rechtbank had eerder de verzoeken tot schadevergoeding afgewezen, omdat appellant geen medewerking had verleend aan de verhoren na zijn aanhouding. Het hof oordeelt echter dat de afwijzing van de rechtbank niet voldoende gemotiveerd was. Het hof stelt vast dat appellant zich had overgegeven en dat er ernstige bezwaren waren, maar dat zijn zwijgrecht niet als reden kan dienen om de schadevergoeding te weigeren. Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank en kent appellant een schadevergoeding toe van € 390,00 voor de ondergane verzekering en € 1.020,00 voor de kosten van rechtsbijstand. De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam op 19 december 2023.