Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
hoofdzaakmet nummer 200.302.441 van
1.MIJN HOEK B.V.,
GOLDVALENTIN S.L.,
NIEWIEMANS S.L.,
[curator 1],
[appellant 5],
1.[curator 2] ,
[curator 2],
3.[bedrijf 2] B.V.,
vrijwaringszaakmet nummer 200.334.450 (voorheen nummer 200.302.441) van
1.MIJN HOEK B.V.,
GOLDVALENTIN S.L.,
NIEWIEMANS S.L.,
[curator 1],
1.[geïntimeerde 1] ,
TU FINANCE B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep in de hoofdzaak en de vrijwaringszaak
- memorie van grieven, met producties 10-12;
- memorie van antwoord van de curator c.s., met productie 43;
- memorie van antwoord van [geïntimeerden] , met producties 15-27;
- akte aanvullende producties van Mijn Hoek c.s., met producties 13-14;
- aanvullende producties 44-47 van de curator c.s.
- namens Mijn Hoek c.s.: [appellant 5] en de Spaanse curator (via videoverbinding), [naam] (tolk) en mr. Dekkers;
- namens de curator c.s.: de curator, mr. M. Wolters en mr. Van Tuyll van Serooskerken;
- namens [geïntimeerden] : [geïntimeerde 1] en mr. Damen.
- akte van Mijn Hoek c.s.;
- antwoordakte van de curator c.s.
3.De procedurele gevolgen van de faillissementen van [bedrijf 2] en [appellant 5]
[bedrijf 2]
[appellant 5]
Créditos contingentes" ook zo benoemd. In die toelichting is vermeld dat vorderingen die onder artikel 262 lid 1 TRLC vallen, te weten: vorderingen waarover een gerechtelijke procedure loopt, voorwaardelijk moeten worden erkend.
[appellant 5]
[bedrijf 2]