Op 18 december 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 19 april 2023 was gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1991, die werd beschuldigd van diefstal in twee afzonderlijke zaken, met parketnummers 13-067357-23 en 13-075572-23. De feiten vonden plaats op 8 maart 2023 en 16 maart 2023 in Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en geoordeeld dat niet bewezen is dat de verdachte het ten laste gelegde in de derde zaak (parketnummer 13-084378-23) heeft begaan, waardoor de verdachte daarvan werd vrijgesproken.
De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van één week, die voorwaardelijk is opgelegd met een proeftijd van twee jaar. Dit betekent dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften uit het Wetboek van Strafrecht, waaronder de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63 en 310, in acht genomen bij het nemen van deze beslissing.