Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
- gekleed in (een) politie-uniform(en) naar die woning is/zijn toegegaan en/of
- na aanbellen en/of aankloppen die woning heeft/hebben betreden en/of
- [slachtoffer 2] heeft/hebben vastgepakt en/of (vervolgens) diens armen met handboeien heeft/hebben vastgebonden en/of
- een vuurwapen, in ieder geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen het hoofd, in ieder geval op/in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of
- een vuurwapen, in ieder geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen het hoofd, in ieder geval op/in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of
- (meermalen) dreigend tegen voornoemde perso(o)n(en) heeft/hebben gezegd en/of geschreeuwd ‘Where is the money’, ‘Waar is het geld’, in ieder geval woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
[Verdachte]was ‘op de avond van 16 juli 2018 vanaf 22.22 uur tot 17 juli 2018 om 2.30 uur’, antwoordt hij dat het zou kunnen dat dit contact betrekking had op de overval.
Bewezenverklaring
- gekleed in politie-uniformen naar die woning zijn toegegaan en
- na aanbellen en aankloppen die woning hebben betreden en
- [slachtoffer 2] hebben vastgepakt en vervolgens zijn armen met handboeien hebben vastgebonden en
- een vuurwapen, in ieder geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het hoofd van die [slachtoffer 2] heeft gericht en
- een vuurwapen, in ieder geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft gericht en
- dreigend hebben gezegd en/of geschreeuwd ‘Where is the money’, ‘Waar is het geld’.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren.
7 (zeven) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
€ 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) bestaande uit
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.