ECLI:NL:GHAMS:2023:3399

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
19 december 2023
Zaaknummer
23-001002-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling van een ambtenaar in functie

Op 6 december 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1988, die werd beschuldigd van mishandeling van een ambtenaar in functie. De mishandeling vond plaats op 28 januari 2023 te Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van 1.000 euro en 20 dagen hechtenis, waarbij de hechtenis kan worden omgezet in een geldboete bij gebreke van betaling.

Daarnaast is er een vordering van de benadeelde partij, die een schadevergoeding van 150 euro voor immateriële schade heeft ingediend. Het hof heeft deze vordering gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte is verplicht om dit bedrag te betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de mishandeling. De beslissing van het hof houdt ook in dat de verdachte in de kosten van de benadeelde partij wordt veroordeeld, die tot de datum van uitspraak op nihil zijn begroot.

Het hof heeft verder bepaald dat de gijzeling van de verdachte maximaal drie dagen kan duren, en dat de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet wordt opgeheven door de toepassing van gijzeling. De aanvangsdatum voor de wettelijke rente is vastgesteld op 28 januari 2023.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-027558-23
parketnummer hoger beroep : 23-001002-23
VERSTEK (niet-gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 6 december 2023 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 15 maart 2023 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte01]
voornamen: [verdachte01]
geboren: op [geboortedatum01] 1988 te 0000 (Land onbekend)
adres: zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
gepleegd
op 28 januari 2023 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 23, 24, 24c, 36f, 63, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 1.000,00 (duizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij01]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij01] ter zake van het bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 150,00 (honderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor het overige af.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij01] , ter zake van het bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 150,00 (honderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 3 (drie) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 28 januari 2023.
Gewezen door mr. N.A. Schimmel, in bijzijn van mr. S. Maerman, griffier.
mr. N.A. Schimmel