Op 6 december 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een verdachte die op 17 december 2021 in Haarlem een overtreding heeft begaan van artikel 8, lid 3, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994, waarbij een hoeveelheid van 485 microgram is vastgesteld. De politierechter had de verdachte op 10 februari 2023 veroordeeld tot een geldboete van 450 euro en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaren.
In het hoger beroep heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van 450 euro en 9 dagen hechtenis. Daarnaast is de verdachte voor 6 maanden ontzegd om motorrijtuigen te besturen, met een bijkomende voorwaarde dat deze ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De beslissing van het hof is genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. S. Maerman.