ECLI:NL:GHAMS:2023:3385

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 oktober 2023
Publicatiedatum
19 december 2023
Zaaknummer
23-000267-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet

Op 30 oktober 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1998, die op 3 juni 2022 in Amsterdam opzettelijk heeft gehandeld in strijd met het verbod zoals gesteld in artikel 3 onder C van de Opiumwet. De politierechter had eerder op 23 januari 2023 een vonnis gewezen, waartegen de verdachte in hoger beroep ging. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.

De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van 400 euro en 8 dagen hechtenis, waarbij de hechtenis kan worden omgezet bij gebreke van betaling. Daarnaast is er een teruggave gelast van een in beslag genomen voorwerp ter waarde van 2570 euro. Het hof heeft de eerder uitgevaardigde strafbeschikking van 22 juni 2022 vernietigd. De uitspraak is gedaan door mr. A.R.O. Mooy, in bijzijn van griffier mr. S. Maerman.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-138215-22
parketnummer hoger beroep : 23-000267-23
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 30 oktober 2023 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 23 januari 2023 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte01]
voornamen: [verdachte01]
geboren: op [geboortedatum01] 1998 te [geboorteplaats01]
adres: [adres01] .

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
gepleegd
op 3 juni 2022 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 22 juni 2022 onder CJIB nummer [nummer01] .
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 400,00 (vierhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
€ 2570,- (ibg 03-06-2022).
Gewezen door mr. A.R.O. Mooy, in bijzijn van mr. S. Maerman, griffier.
mr. A.R.O. Mooy