ECLI:NL:GHAMS:2023:3331

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 november 2023
Publicatiedatum
19 december 2023
Zaaknummer
200.319.829/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekzaak in hoger beroep over huur van auto met onjuiste facturen

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, heeft Amcar Autoverhuur B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. De zaak betreft een geschil over de huur van een auto, waarbij Amcar betaling vorderde van een bedrag van € 5.122,82 van Alter Melius B.V. De vordering is gebaseerd op de stelling dat Alter Melius de huurpenningen voor een Mazda 6 niet heeft voldaan. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen, omdat Amcar niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de facturen betrekking hebben op de gehuurde auto. Alter Melius heeft in eerste aanleg aangevoerd dat zij een andere auto heeft gehuurd en dat de facturen die Amcar overlegt, betrekking hebben op een andere Mazda. Het hof heeft vastgesteld dat de facturen onmiskenbaar betrekking hebben op een andere auto dan de auto waarop de huurovereenkomst betrekking heeft. Het hof heeft de grief van Amcar verworpen en het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. Amcar is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die op nihil zijn begroot omdat Alter Melius verstek heeft laten gaan.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.319.829/01
zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam : 9879769 CV EXPL 22-6523
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 14 november 2023
inzake
AMCAR AUTOVERHUUR B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
appellante,
advocaat: mr. E.T. van den Hout te Amsterdam,
tegen
ALITER MELIUS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerde,
niet verschenen.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Amcar en Alter Melius genoemd.
Amcar is bij dagvaarding van 2 december 2022 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (verder: de kantonrechter) van 9 september 2022, onder bovenvermeld zaak- en rolnummer gewezen tussen Amcar als eiseres in conventie, verweerster in reconventie, en Alter Melius als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie.
Op de dienende dag is tegen Alter Melius verstek verleend.
Bij memorie van grieven heeft Amcar geconcludeerd, voor zover in hoger beroep van belang, dat het hof bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest het bestreden vonnis in conventie zal vernietigen en haar vordering alsnog zal toewijzen, met veroordeling van Alter Melius in de kosten van het geding in beide instanties.
Ten slotte is arrest gevraagd.

2.Beoordeling

2.1.
Bij inleidende dagvaarding van 6 mei 2022 heeft Amcar van Alter Melius de betaling gevorderd van een bedrag van € 5.122,82, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 4.220,93 vanaf 12 april 2022 tot de dag der voldoening. Aan deze vordering heeft Amcar ten grondslag gelegd dat zij een auto van het type Mazda 6 met het kenteken [kenteken 1] gedurende de periode van 13 januari 2021 tot en met 17 mei 2021 aan Alter Melius heeft verhuurd, maar daarvoor de verschuldigde huurpenningen ten belope van € 4.220,93 niet heeft ontvangen. Voorts bestaat de hoofdsom uit de tot 12 april 2022 berekende wettelijke handelsrente van € 354,80 en een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 547,09.
2.2.
De kantonrechter heeft de vordering bij het bestreden vonnis afgewezen en Amcar in de proceskosten verwezen. Daartoe heeft zij overwogen dat Amcar niet heeft gereageerd op het verweer van Alter Melius dat zij de Mazda met bovenstaand kenteken heeft gehuurd van 17 december 2020 tot en met 11 februari 2021 en de huurprijs geheel heeft voldaan, en dat bovendien de door Amcar overgelegde facturen zien op een andere Mazda, namelijk een auto met het kenteken [kenteken 2], wat het verweer van Alter Melius aannemelijk maakt.
2.3.
De grief houdt, kort gezegd, in dat de kantonrechter de vordering van Amcar ten onrechte heeft afgewezen. Het hof oordeelt als volgt.
2.4.
Het hof stelt op zichzelf vast, als door Amcar gesteld en door Alter Melius niet of niet voldoende gemotiveerd betwist, dat Alter Melius van 17 december 2020 tot 13 januari 2021 een Peugeot van Amcar heeft gehuurd en vanaf 13 januari 2021 de Mazda met het kenteken [kenteken 1]. Dit strookt ook met de door Amcar in het geding gebrachte huurovereenkomst van laatstgenoemde datum. In die overeenkomst wordt voorts vermeld dat de auto wordt gehuurd tot 17 mei 2021.
2.5.
De facturen waarvan Amcar in dit geding de betaling vordert hebben echter onmiskenbaar betrekking op een andere auto. Het hof baseert dit oordeel niet alleen op het feit dat de facturen het kenteken [kenteken 2] vermelden in plaats van [kenteken 1] (dit zou inderdaad een vergissing kunnen zijn), maar ook op het volgende. De in het geding gebrachte facturen vermelden als overeenkomstnummer 2100054, terwijl de huurovereenkomst is gesloten onder nummer ‘160297 (238493)’. Voorts vermeldt de factuur van 9 juni 2021 (die door Amcar als eindafrekening wordt aangemerkt) als ‘vertrek kilometerstand’ 81.363, terwijl de huurovereenkomst een kilometerstand van 96.241 bij vertrek opgeeft. Amcar heeft voor deze discrepanties geen verklaring gegeven. Het kan best zijn dat Alter Melius – anders dan zij in eerste aanleg heeft gesteld – niet of niet geheel aan haar verplichtingen uit hoofde van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst heeft voldaan, maar de verschuldigdheid van de facturen waarvan Amcar thans de betaling vordert is op grond van het voorgaande niet komen vast te staan. De vordering is daarom terecht afgewezen. De grief faalt.
2.6.
Amcar heeft – in reactie op de stelling van Alter Melius in eerste aanleg dat zij de auto op 11 februari 2021 heeft teruggebracht – gesteld en te bewijzen aangeboden dat Alter Melius de auto (pas) op 17 mei 2021 bij haar heeft ingeleverd. Dit bewijsaanbod wordt als niet ter zake dienend van de hand gewezen, omdat – als gezegd – niet is komen vast te staan dat de onderhavige facturen op deze auto betrekking hebben.
2.7.
De slotsom is dat het bestreden vonnis wordt bekrachtigd. Amcar zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van het hoger beroep worden verwezen. Deze zullen op nihil worden begroot omdat Alter Melius verstek heeft laten gaan.

3.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het bestreden vonnis (in conventie);
veroordeelt Amcar in de kosten van het hoger beroep aan de zijde van Alter Melius gevallen, tot op heden begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door mrs. G.C. Boot, R.J.M. Smit en D.M.A. Bij de Vaate en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 14 november 2023.