ECLI:NL:GHAMS:2023:3282

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 december 2023
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
23-000569-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake (winkel)diefstal met geweld

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1999 en thans zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor diefstal met geweld. De tenlastelegging omvatte het duwen en schoppen van een winkelmedewerker, alsook het dreigen met geweld tijdens de diefstal van blikjes drinken en sushi uit een winkel in Amsterdam op 18 november 2022. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de diefstal heeft gepleegd, waarbij hij geweld heeft gebruikt tegen de winkelmedewerker. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd en in plaats daarvan een taakstraf van 160 uren opgelegd. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen. De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 9, 22c, 22d, 63 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000569-23
datum uitspraak: 14 december 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 16 februari 2023 in de strafzaak onder parketnummer 13-300733-22 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1999,
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 30 november 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 18 november 2022 te Amsterdam,
tezamen en in vereniging met een ander, een of meer blikjes drinken en/of sushi, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan winkelbedrijf [winkel01] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer01] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- eenmaal of meermalen (met kracht) te duwen en/of te stoten op/tegen voornoemde
[slachtoffer01] en/of
- eenmaal of meermalen (met kracht) op/tegen de benen, in elk geval het lichaam,
van voornoemde [slachtoffer01] te schoppen en/of te trappen en/of
- door voornoemde [slachtoffer01] dreigend de woorden toe te voegen "Als je niet aan de kant gaat
dan krijg je klappen";
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de politierechter.

Bewijsoverweging

De advocaat-generaal heeft zich, onder verwijzing naar de beslissing van de politierechter en na de wijziging van de tenlastelegging, op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde diefstal met geweld, in vereniging gepleegd, wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Het hof stelt op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep vast, dat de verdachte twee blikjes frisdrank van het merk Fernandes uit het schap heeft gepakt, waarvan hij er één in zijn tas heeft gedaan en de kassa is gepasseerd zonder hiervoor af te rekenen. Blijkens de gebezigde bewijsmiddelen heeft de winkelmedewerker de verdachte vastgehouden, waarna de verdachte hem heeft bedreigd met geweld en bovendien geweld heeft gebruikt. Het laatste vindt eveneens steun in de ter terechtzitting in hoger beroep afgelegde verklaring van de verdachte, inhoudende dat hij de winkelmedewerker heeft geduwd en tegen zijn benen heeft geschopt.
Anders dan de politierechter en de advocaat-generaal acht het hof toereikend bewijs voorhanden voor het door de verdachte plegen van de tenlastegelegde diefstal van één blik drinken, gevolgd door geweld en bedreiging met geweld.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 18 november 2022 te Amsterdam een blikje drinken, dat aan winkelbedrijf [winkel01] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer01] , gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- te duwen tegen voornoemde [slachtoffer01] en
- tegen de benen van voornoemde [slachtoffer01] te schoppen en
- voornoemde [slachtoffer01] dreigend de woorden toe te voegen "Als je niet aan de kant gaat dan krijg je klappen".
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal, gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, met aftrek van het voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor diefstal met geweld in vereniging zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting bepleit dat het hof, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zal volstaan met de oplegging van een (geheel voorwaardelijke) taakstraf.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal bij een filiaal van [winkel01] en heeft op het moment dat hij werd aangesproken door winkelpersoneel, gedreigd met geweld en geweld uitgeoefend jegens een winkelmedewerker door hem te duwen en te schoppen tegen zijn benen. Winkeldiefstal brengt op zichzelf al schade en hinder met zich mee bij het gedupeerde bedrijf, maar wanneer daarbij wordt gedreigd met geweld tegen winkelpersoneel of erger, geweld wordt toegepast, dan ontstijgt een dergelijke diefstal het niveau van een doorsnee-winkeldiefstal. De verdachte heeft hiermee laten zien niet alleen geen respect te hebben voor andermans eigendom maar bovendien onverschillig te zijn jegens de winkelmedewerker, door hem pijn en letsel toe te brengen.
Het voorgaande rechtvaardigt in beginsel de oplegging van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf en gelet hierop is de door de politierechter opgelegde straf een passende. Met een dergelijke strafoplegging wordt naast vergelding tevens beoogd dat daarmee anderen van het plegen van dergelijke misdrijven worden weerhouden.
Toch zal het hof daar in dit geval van afwijken om de volgende reden. Blijkens een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 13 november 2023 en de toelichting van de raadsvrouw ter terechtzitting in hoger beroep is de verdachte in de zaak met parketnummer 13-025640-23 recent veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. Het hof ziet, gelet daarop en in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, aanleiding om een taakstraf van substantiële duur op te leggen.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 63 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
160 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
80 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. G.J.M. Kruizinga, mr. R. Veldhuisen en mr. A.E. Kleene-Krom, in tegenwoordigheid van mr. Z. Hoshmand, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 december 2023.
De voorzitter is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]