ECLI:NL:GHAMS:2023:313
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis in hoger beroep inzake verkrachting met aanvulling bewijsmotivering
Op 7 februari 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die in hoger beroep was gegaan tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 6 oktober 2020. De zaak betreft een veroordeling ter zake van verkrachting, waarbij het hof het vonnis van de rechtbank heeft bevestigd, maar met een aanvulling op de bewijsmotivering. Tijdens de zitting in hoger beroep op 24 januari 2023 heeft de verdediging betoogd dat er geen sprake was van verkrachting, maar van seksueel contact met wederzijds goedvinden. De verdediging voerde aan dat de aangeefster op de betreffende avond en nacht verdovende middelen had gebruikt, wat mogelijk haar waarneming zou hebben beïnvloed.
Het hof heeft echter geconcludeerd dat er geen bewijs is dat de aangeefster heeft gehallucineerd of dat haar waarneming verstoord was. De verklaringen van getuigen en verbalisanten ondersteunen de verklaring van de aangeefster over haar emotionele toestand na het voorval. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een gevangenisstraf van 36 maanden had geëist, in overweging genomen en heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 7 februari 2023.