ECLI:NL:GHAMS:2023:3112

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
200.272.984/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake onderzoek naar beleid en gang van zaken van TAF Asset 11 B.V.

Op 28 november 2023 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van Attexo OÜ tegen TAF Asset 11 B.V. en Averline Holdings Limited. Deze beschikking volgt op een reeks eerdere beschikkingen waarin een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van TAF Asset 11 B.V. werd bevolen. Het onderzoek, dat werd uitgevoerd door mr. W.J.B. van Nielen, had als doel inzicht te krijgen in de gang van zaken binnen de vennootschap over de periode vanaf 1 september 2014. De kosten van het onderzoek zijn vastgesteld op € 220.000, exclusief btw.

In de beschikking van 28 november 2023 heeft de Ondernemingskamer kennisgenomen van het onderzoeksverslag en de bijlagen, die op 23 november 2023 zijn ingediend. De Ondernemingskamer heeft bepaald dat het verslag ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden. Tevens zijn partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de vergoeding van de onderzoeker, die door de Ondernemingskamer zal worden vastgesteld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De Ondernemingskamer heeft in deze beschikking ook de procedurele stappen uiteengezet die zijn genomen in het kader van het onderzoek, waaronder de benoeming van een raadsheer-commissaris en de mogelijkheid voor partijen om hun standpunten in te brengen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. C.C. Meijer.

Uitspraak

beschikking
_________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.272.984/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 28 november 2023
inzake
1. de vennootschap naar het recht van Estland
ATTEXO OÜ,
gevestigd te Tallinn, Estland,
2.
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. G.C. Endedijk, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TAF ASSET 11 B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
thans zonder advocaat, voorheen: mr. L.D. Bruining, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de vennootschap naar het recht van Cyprus
AVERLINE HOLDINGS LIMITED,
gevestigd te Larnaca, Cyprus,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mrs. A. Schenninken
S.V. Stephenson, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,

2 [B] ,

wonende te [....] ,
3.
[C],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mrs. S.C.M. van Thielen
C.L. Kruse, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,

4 [D] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen,

5 [E] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. R de Bree, kantoorhoudende te Den Haag.
Partijen worden in deze beschikking ook als volgt aangeduid:
  • Attexo OÜ als Attexo;
  • [A] als [A] ;
  • TAF Asset 11 B.V. als TAF.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 14 en 17 september 2020, van 3 februari 2021, van 26 april 2022, van 24 oktober 2022 en van 14 november 2022.
1.2
Bij de beschikkingen van 14 en 17 september 2020 en van 3 februari 2021 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van TAF over de periode vanaf 1 september 2014, mr. W.J.B. van Nielen (hierna: de onderzoeker) benoemd om het onderzoek te verrichten en het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 180.000, exclusief btw. Ook heeft de Ondernemingskamer bij die beschikkingen, bij wijze van onmiddellijke voorzieningen, mr. J.G. Princen (hierna: de OK-bestuurder) benoemd als bestuurder van TAF en mr. R. le Grand (hierna: de OK-beheerder) benoemd als beheerder van aandelen in TAF.
1.3
Bij de beschikking van 26 april 2022 heeft de Ondernemingskamer het verzoek van Attexo en [A] tot beëindiging van de enquêteprocedure afgewezen en het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 220.000, exclusief btw.
1.4
Bij de beschikking van 24 oktober 2022 heeft de Ondernemingskamer op verzoek van de onderzoeker een getuigenverhoor gelast op de voet van artikel 2:352a BW en mr. A.W.H. Vink benoemd tot raadsheer-commissaris in de zin van artikel 16 lid 5 Rv voor wie dit getuigenverhoor zou plaatsvinden. In afwijking van die beschikking is bij de beschikking van 14 november 2022 mr. M.A.M Vaessen benoemd tot raadsheer-commissaris in de zin van artikel 16 lid 5 Rv, voor wie het getuigenverhoor op 15 november 2022 heeft plaatsgevonden.
1.5
Op 23 november 2023 heeft de onderzoeker het verslag met bijlagen van voormeld onderzoek, gedateerd op 23 november 2023, aan de Ondernemingskamer doen toekomen. De griffier heeft het verslag met bijlagen heden ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegd.
1.6
Met het oog op de vaststelling van zijn vergoeding heeft de onderzoeker in de begeleidende brief van 23 november 2023 bij het onderzoeksverslag een specificatie van de aan het onderzoek bestede uren gevoegd. Deze specificatie sluit op een bedrag van € 220.000, exclusief btw.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De Ondernemingskamer heeft kennisgenomen van het verslag met bijlagen van het onderzoek. Gelet op de inhoud daarvan en op de overigens in deze zaak betrokken belangen, acht de Ondernemingskamer termen aanwezig om op de voet van artikel 2:353 lid 2 BW te bepalen dat het verslag met bijlagen ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.
2.2
Partijen zullen in de gelegenheid worden gesteld zich uit te laten over de op de voet van artikel 2:350 lid 3 BW door de Ondernemingskamer te bepalen vergoeding van de onderzoeker.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt dat het verslag met bijlagen van het bij de beschikking van 14 september 2020 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van TAF Asset 11 B.V. ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden;
stelt partijen in de gelegenheid zich binnen twee weken na heden uit te laten over de door de Ondernemingskamer te bepalen vergoeding van de onderzoeker als bedoeld in 1.6 en 2.2 hiervoor;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. M.A.M. Vaessen, raadsheren, en prof dr. mr. S. ten Have en prof. dr. A.J.C.C.M. Loonen, raden, in tegenwoordigheid van mr. B.J. Blok, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. C.C. Meijer op 28 november 2023.