2.13Bij brief van 8 mei 2023 heeft [A Holding] [B Holding] opgeroepen voor een algemene vergadering van Quickmaster op 17 mei 2023 met als agendapunten onder meer:
- beëindiging van eventuele managementovereenkomsten voor zover hiervan sprake is,
- schorsing van [B Holding] als bestuurder,
- ontslag van [B Holding] zonder decharge als bestuurder ingevolge artikel 16 lid 2 van de statuten en
- het vaststellen van onbehoorlijk bestuur van [B Holding] en [B] als bestuurder respectievelijk feitelijk bestuurder van Quickmaster.
Daarbij heeft (de advocaat van) [A Holding] verder geschreven:
(…) Eind mei 2022 heeft u overleg gevoerd met cliënte. In deze vergadering heeft u - in weerwil van de voornoemde afspraken - aan cliënte te kennen gegeven dat u meer salaris en dividend wenst te ontvangen dan cliënte, omdat u meent meer werkzaamheden te verrichten. Met verwijzing naar de afspraken, heeft cliënte u medegedeeld het met uw zienswijze niet eens te zijn. Tot ongenoegen van cliënte is uw inzet voor de Vennootschap sindsdien drastisch verminderd. Hoewel dat evident niet overeenkomstig de gemaakte afspraken is, heeft cliënte hierdoor noodgedwongen ook de aan u toebedeelde werkzaamheden moeten verrichten.
Uw verminderde inzet voor de Vennootschap blijkt onder meer uit het feit dat u - zonder opgaaf van reden - veelvuldig verzuimt aanwezig te zijn tijdens werktijd en uw monteurswerkzaamheden nauwelijks uitvoert. Klanten en leveranciers van de Vennootschap hebben meermaals voor dichte deuren gestaan. U verricht werkzaamheden in de garageonderneming zonder cliënte daarvan op de hoogte brengen. Daarnaast is cliënte inmiddels bekend geworden dat u uw monteurswerkzaamheden elders pleegt te verrichten, allicht met het oogmerk om financiële voordelen geheel ten bate van uzelf te laten komen in plaats van ten bate van de Vennootschap.
Tussen u en cliënte is daarnaast onenigheid ontstaan over het plaatsen van een camerasysteem in de bedrijfsruimte van de garageonderneming van de Vennootschap. Cliënte heeft vanuit veiligheidsoverwegingen én op eigen kosten een camerasysteem geïnstalleerd in de bedrijfsruimte. Een dergelijk systeem is doorgaans ook vereist of aangeraden voor verzekeringsdoeleinden. U heeft aangegeven het camerasysteem te verwijderen, omdat u tijdens uw werk niet gefilmd wenst te worden. Teneinde u tegemoet te komen, heeft cliënte voorgesteld om de camera's zo in te stellen dat deze niet op u gericht staan. Geheel ten onrechte heeft u er niettemin voor gekozen het camerasysteem te saboteren en onbruikbaar te maken. Cliënte heeft hierdoor schade geleden, waarvoor u aansprakelijk wordt gesteld middels dit schrijven.
Voorts bent u ervan op de hoogte dat de Vennootschap op 6 april jl. door de verhuurder in rechte is betrokken. De verhuurder stelt zich hierbij op het standpunt dat er geen sprake is van een huurovereenkomst met de Vennootschap. U bent hiervan tijdig op de hoogte gesteld. U heeft zich volledig onttrokken aan dit geschil. U bent zonder enige vooraankondiging verschenen bij de mondelinge behandeling op 19 april jl. Hierbij heeft mevrouw [E][partner [B] ; OK]
meegedeeld dat zij [B] vertegenwoordigt in die procedure. [B] is echter (zelf) geen partij, zoals ook terecht is opgemerkt door de voorzieningenrechter. Vervolgens heeft mevrouw [E] zich op het standpunt gesteld dat mr. Vermeulen[Quickmasters advocaat in de huurprocedure; OK]
geen gemachtigde is van de Vennootschap.
Cliënte concludeert uit uw handelswijze dat u daar met geen ander doel zat dan het bewust schade toebrengen aan de Vennootschap. Een Vennootschap waar u immer zelf 50% van de aandelen in houdt.
De voorzieningenrechter heeft zich onbevoegd verklaard en de zaak doorverwezen. Thans wordt een nieuwe zittingsdatum aangevraagd en op korte termijn zal er wederom een zitting plaatsvinden. Het moge duidelijk zijn dat cliënte u aansprakelijk houdt voor eventuele schade die de Vennootschap ten gevolge van uw doen of nalaten zal oplopen.
Als gevolg van uw handelswijze heeft de Vennootschap inmiddels aanzienlijke schade opgelopen, met name als gevolg van de (aantoonbaar) teruggelopen omzet. De garageonderneming van de Vennootschap verkeert hierdoor in een deplorabele toestand en haar continuïteit is ernstig in gevaar. Cliënte heeft uit eigen middelen een geldbedrag ter hoogte van € 16.000,00 beschikbaar gesteld aan de Vennootschap met het doel de garageonderneming overeind te houden. Op het verzoek van cliënte om ook een financiële bijdrage te leveren bent u in het geheel niet ingegaan.
Cliënte heeft meermaals getracht om de onderlinge verhouding met u te herstellen. In dat kader bent u herhaaldelijk verzocht het gesprek aan te gaan. U heeft zich echter niet bereid getoond om in onderling overleg met cliënte naar een structurele oplossing toe te werken. U blijft een weigerachtige houding aannemen en onderneemt geen enkel initiatief. De Vennootschap delft hierdoor het onderspit. (…)