ECLI:NL:GHAMS:2023:3088

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
200.329.220/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de kwalificatie van een geldleningsovereenkomst als consumentenkredietovereenkomst in het kader van een vaststellingsovereenkomst

In deze zaak gaat het om de vraag of de geldleningsovereenkomst die Creative Clicks B.V. met een oud-werknemer heeft gesloten kwalificeert als een consumentenkredietovereenkomst. Het Gerechtshof Amsterdam beantwoordt deze vraag ontkennend. De werkgever, Creative Clicks, heeft geen krediet verleend of toegezegd aan de oud-werknemer en is derhalve geen kredietgever in de zin van artikel 7:57 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek (BW). De geldleningsovereenkomst is gesloten in het kader van een vaststellingsovereenkomst waarbij de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd. De overeenkomst beoogde dat de oud-werknemer ten onrechte met de zakelijke creditcard van Creative Clicks gedane privéuitgaven aan de werkgever terugbetaalt.

Creative Clicks is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, dat de vordering van Creative Clicks had afgewezen. In hoger beroep heeft Creative Clicks gesteld dat de oud-werknemer, die van 4 oktober 2017 tot 1 december 2019 bij hen in dienst was, onterecht privé-uitgaven heeft gedaan met een zakelijke creditcard. Ondanks waarschuwingen heeft de oud-werknemer deze uitgaven blijven doen, wat leidde tot de beëindiging van de arbeidsrelatie en de vaststellingsovereenkomst.

Het hof oordeelt dat Creative Clicks niet kwalificeert als kredietgever, omdat de overeenkomst niet bedoeld was om daadwerkelijk krediet te verlenen, maar om de oud-werknemer in staat te stellen onterecht gedane uitgaven terug te betalen. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vordering van Creative Clicks toe, waarbij de oud-werknemer wordt veroordeeld tot betaling van € 21.102,76, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten in hoger beroep worden ook aan de oud-werknemer opgelegd.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.329.220/01
zaaknummer rechtbank Noord-Holland : 10390302\CV EXPL 23-1498
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 12 december 2023
inzake
CREATIVE CLICKS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
appellante,
advocaat: mr. Y.H.P.M.J. Willems te Etten-Leur,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
niet verschenen.

1.De zaak in het kort

In deze zaak gaat het om de vraag of de geldleningsovereenkomst die Creative Clicks met een oud-werknemer heeft gesloten kwalificeert als een consumentenkredietovereenkomst. Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend omdat Creative Clicks geen krediet heeft verleend of toegezegd aan de oud-werknemer en dus geen kredietgever in de zin van artikel 7:57 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek (BW) is. De geldleningsovereenkomst is gesloten in het kader van een vaststellingsovereenkomst waarbij partijen de arbeidsovereenkomst die tussen hen heeft bestaan met wederzijds goedvinden hebben beëindigd en strekt ertoe dat de oud-werknemer ten onrechte met de zakelijke creditcard van Creative Clicks gedane privéuitgaven en -betalingen aan Creative Clicks terugbetaalt.

2.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Creative Clicks en [geïntimeerde] genoemd.
Creative Clicks is bij dagvaarding van 3 juli 2023 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 19 april 2023, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen Creative Clicks als eiseres en [geïntimeerde] als gedaagde (hierna: het bestreden verstekvonnis). De dagvaarding bevat de grieven.
Tegen [geïntimeerde] is verstek verleend.
Creative Clicks heeft overeenkomstig de appeldagvaarding van grieven gediend en producties overlegd.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Creative Clicks heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - haar vordering in eerste aanleg alsnog zal toewijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.

3.Beoordeling

3.1.
In eerste aanleg heeft Creative Clicks gevorderd dat [geïntimeerde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis wordt veroordeeld tot betaling van € 21.102,76 aan Creative Clicks, vermeerderd met de wettelijke rente over € 19.812,63 vanaf 23 februari 2023 tot aan de voldoening en met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten. Creative Clicks had aan deze vordering - kort gezegd - ten grondslag gelegd dat [geïntimeerde] in gebreke was met de nakoming van zijn verplichtingen uit een geldleningsovereenkomst.
3.2.
[geïntimeerde] is (ook) in eerste aanleg niet verschenen.
3.3.
De kantonrechter heeft de vordering van Creative Clicks afgewezen en geoordeeld:
dat [geïntimeerde] een consument is en dat sprake is van een kredietovereenkomst als bedoeld in artikel 7:57 lid 1 sub c BW;
dat Creative Clicks niet heeft gesteld en onderbouwd dat sprake is van een uitzondering als bedoeld in artikel 7:58 lid 2 BW, zodat de kantonrechter ervan uitgegaan is dat de bepalingen van titel 7:2A BW van toepassing zijn;
dat Creative Clicks niet heeft gesteld en onderbouwd - en dat ook niet is gebleken - dat zij aan de verplichtingen van titel 7:2A BW heeft voldaan en evenmin dat Creative Clicks een kredietwaardigheidstoets heeft uitgevoerd;
dat Creative Clicks niet aan de eisen van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), inhoudende dat de dagvaarding de gronden en de eis moet vermelden, heeft voldaan;
dat Creative Clicks niet aan de eisen van artikel 21 Rv heeft voldaan, waarin staat dat de eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid moet aanvoeren;
dat Creative Clicks gelet op artikel 3.5 van het Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton niet meer in de gelegenheid wordt gesteld om haar vordering bij akte alsnog nader toe te lichten en te onderbouwen.
Creative Clicks is in de proceskosten van [geïntimeerde] veroordeeld welke op nihil zijn begroot.
3.4.
Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt Creative Clicks met drie grieven op.
3.5.
Met
grief 1betoogt Creative Clicks dat de overeenkomst van geldlening geen consumentenkredietovereenkomst in de zin van artikel 7:57 lid 1 sub c BW is. Deze grief slaagt. Het hof licht dit als volgt toe.
3.6.
In hoger beroep heeft Creative Clicks nader gesteld dat zij een reclamebureau is en dat [geïntimeerde] van 4 oktober 2017 tot 1 december 2019 bij haar in dienst is geweest als Director Content & Carrier Relations. [geïntimeerde] , die de beschikking had over een zakelijke creditcard, heeft daarmee diverse privé uitgaven gedaan, terwijl de creditcard alleen voor zakelijke doeleinden mocht worden gebruikt. Ondanks waarschuwing van [geïntimeerde] door Creative Clicks is hij dit blijven doen en de creditcard is op enig moment geblokkeerd. Partijen hebben vervolgens in onderling overleg besloten de arbeidsrelatie met wederzijds goedvinden te beëindigen. Zij hebben daartoe een vaststellingsovereenkomst gesloten waarvan onderdeel is een als bijlage aangehechte overeenkomst van geldlening. De bedoeling van partijen was niet dat [geïntimeerde] daadwerkelijk geld zou lenen van Creative Clicks maar om [geïntimeerde] in de gelegenheid te stellen de tot het bedrag van de ‘geldlening’ ten onrechte gedane privéuitgaven en -opnames aan Creative Clicks terug te betalen. In totaal diende [geïntimeerde] € 42.503,98 terug te betalen volgens een afgesproken aflosschema. [geïntimeerde] is de afspraken tot september 2022 nagekomen, waarna er een hoofdsom van
€ 19.812,63 resteerde. Creative Clicks heeft vervolgens contact opgenomen met [geïntimeerde] en toen geen betaling volgde, haar vordering uit handen gegeven aan een deurwaarder.
3.7.
Het hof is van oordeel dat, gelet op deze nadere toelichting, Creative Clicks niet kwalificeert als een kredietgever in de zin van artikel 7:57 lid 1 sub b BW (‘natuurlijk persoon of rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten krediet verleent of toezegt’). Creative Clicks verleent geen krediet aan [geïntimeerde] , maar is zijn oud-werkgeefster die tijdens het dienstverband ten onrechte door [geïntimeerde] van zijn zakelijke creditcard gedane privé-uitgaven probeert terug te krijgen. Creative Clicks is zo welwillend geweest om [geïntimeerde] toe te staan dit in termijnen te doen. Van een consumentenkredietovereenkomst in de zin van artikel 7:57 lid 1 sub c BW is dan ook geen sprake en Creative Clicks was dus niet gehouden aan verplichtingen uit hoofde van titel 7:2A BW te voldoen of een kredietwaardigheidstoets uit te voeren.
3.8.
Op grond van het voorgaande zal het bestreden vonnis worden vernietigd en zal de vordering van Creative Clicks alsnog worden toegewezen. De overige grieven behoeven bij gebrek aan belang geen bespreking.
3.9.
[geïntimeerde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De proceskosten in eerste aanleg blijven voor rekening van Creative Clicks omdat zij de kantonrechter te weinig informatie heeft verstrekt.

4.Beslissing

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt [geïntimeerde] tot betaling aan Creative Clicks van € 21.102,76 aan Creative Clicks, vermeerderd met de wettelijke rente over € 19.812,63 vanaf 23 februari 2023 tot aan de dag van voldoening;
veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van het geding in hoger beroep tot op heden begroot op
€ 2.238,33 aan verschotten en € 1.531,00 voor salaris en € 173,00 voor nasalaris, te vermeerderen met € 90,00 voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente, indien niet binnen veertien dagen na dit arrest dan wel het verschuldigd worden van de nakosten aan de kostenveroordeling is voldaan;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mr. A.S. Arnold. mr. F.J. van de Poel en mr. S. Tamboer en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 12 december 2023.