In deze zaak gaat het om de vraag of de geldleningsovereenkomst die Creative Clicks B.V. met een oud-werknemer heeft gesloten kwalificeert als een consumentenkredietovereenkomst. Het Gerechtshof Amsterdam beantwoordt deze vraag ontkennend. De werkgever, Creative Clicks, heeft geen krediet verleend of toegezegd aan de oud-werknemer en is derhalve geen kredietgever in de zin van artikel 7:57 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek (BW). De geldleningsovereenkomst is gesloten in het kader van een vaststellingsovereenkomst waarbij de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd. De overeenkomst beoogde dat de oud-werknemer ten onrechte met de zakelijke creditcard van Creative Clicks gedane privéuitgaven aan de werkgever terugbetaalt.
Creative Clicks is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, dat de vordering van Creative Clicks had afgewezen. In hoger beroep heeft Creative Clicks gesteld dat de oud-werknemer, die van 4 oktober 2017 tot 1 december 2019 bij hen in dienst was, onterecht privé-uitgaven heeft gedaan met een zakelijke creditcard. Ondanks waarschuwingen heeft de oud-werknemer deze uitgaven blijven doen, wat leidde tot de beëindiging van de arbeidsrelatie en de vaststellingsovereenkomst.
Het hof oordeelt dat Creative Clicks niet kwalificeert als kredietgever, omdat de overeenkomst niet bedoeld was om daadwerkelijk krediet te verlenen, maar om de oud-werknemer in staat te stellen onterecht gedane uitgaven terug te betalen. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vordering van Creative Clicks toe, waarbij de oud-werknemer wordt veroordeeld tot betaling van € 21.102,76, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten in hoger beroep worden ook aan de oud-werknemer opgelegd.