ECLI:NL:GHAMS:2023:3050
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en begeleide omgang tussen vader en kinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gezagsverhouding en omgangsregeling van de minderjarigen [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft het hof verzocht om het gezamenlijk gezag over [minderjarige 2] te wijzigen in eenhoofdig gezag aan hem toe te kennen, en om de zorgregeling te hervatten conform eerdere afspraken. De moeder, verweerster in hoger beroep, heeft verzocht om de bestreden beschikking te bekrachtigen, waarin het gezamenlijk gezag is beëindigd en de moeder met het eenhoofdig gezag is belast. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om gezamenlijk beslissingen te nemen over de kinderen, wat heeft geleid tot de beëindiging van het gezamenlijk gezag. De vader heeft aangevoerd dat hij het eenhoofdig gezag nodig heeft om sneller beslissingen te kunnen nemen over de schoolgang en medische zorg van [minderjarige 2]. De moeder heeft echter betoogd dat de wijziging van het gezag in het belang van de kinderen noodzakelijk is, gezien de problemen in de communicatie tussen de ouders. Het hof heeft geoordeeld dat de moeder het eenhoofdig gezag over de kinderen zal behouden, omdat dit in het belang van de kinderen is. De omgang tussen de vader en [minderjarige 1] en [minderjarige 3] zal voorlopig onder begeleiding plaatsvinden, terwijl de omgang met [minderjarige 2] niet meer begeleid hoeft te worden, aangezien hij bij de vader woont. De vader's verzoek om schorsing van de bestreden beschikking is afgewezen.