ECLI:NL:GHAMS:2023:2966
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van het gezag van de moeder over de minderjarige en de noodzaak van duidelijkheid in de opvoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 december 2023 uitspraak gedaan over de beëindiging van het gezag van de moeder over de minderjarige, geboren in 2015. De rechtbank Noord-Holland had eerder op 8 maart 2023 het gezag van de ouders beëindigd, maar de moeder was in hoger beroep gegaan omdat zij meende dat zij in staat was om voor de minderjarige te zorgen. De raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling De Jeugd- en Gezinsbeschermers waren van mening dat beëindiging van het gezag noodzakelijk was, gezien de ernstige bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige door de situatie thuis.
Het hof oordeelde dat de moeder niet in staat was om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige te dragen. De moeder had een geschiedenis van verslaving en psychische problemen, en haar gedrag tijdens omgangsweekenden had geleid tot ernstige zorgen over de veiligheid en het welzijn van de minderjarige. Het hof concludeerde dat de minderjarige duidelijkheid nodig had over haar toekomst en dat het in haar belang was dat het gezag van de moeder werd beëindigd.
De moeder had verzocht om een contra-expertise, maar het hof wees dit verzoek af, omdat een dergelijk onderzoek een grote belasting voor de minderjarige zou zijn en de noodzakelijke duidelijkheid in haar leven in de weg zou staan. Het hof bekrachtigde de eerdere beschikking van de rechtbank en wees het verzoek van de moeder om aanhouding van de zaak af, omdat dit de onzekerheid voor de minderjarige zou verlengen.