ECLI:NL:GHAMS:2023:2965

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
6 december 2023
Zaaknummer
200.328.333/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake gezag en verzorging van een minderjarig kind na echtscheiding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gezags- en verzorgingskwesties van een minderjarig kind, hierna te noemen [kind], geboren in 2014. De moeder, verzoeker in hoger beroep, had eerder bij de rechtbank Amsterdam een verzoek ingediend om haar met het eenhoofdig gezag over [kind] te belasten. De rechtbank had dit verzoek afgewezen en bepaald dat de ouders gezamenlijk met de uitoefening van het gezag over [kind] zijn belast. De moeder ging in hoger beroep tegen deze beslissing.

De procedure in hoger beroep begon op 13 juni 2023, toen de moeder haar hoger beroep indiende. De vader, verweerder in hoger beroep, diende op 2 augustus 2023 een verweerschrift in. Gedurende de procedure hebben beide partijen verschillende berichten en bijlagen ingediend. Op 31 oktober 2023 bereikten de ouders overeenstemming over het gezag, de hoofdverblijfplaats van [kind], de verdeling van vakanties en feestdagen, de reiskosten en de bijdrage in de kosten van de verzorging en opvoeding van [kind]. Deze afspraken werden vastgelegd in een addendum, dat door beide partijen was ondertekend.

Het hof heeft, gelet op de overeenstemming tussen partijen en het belang van [kind], besloten om de bestreden beschikking te vernietigen voor zover deze aan het oordeel van het hof onderworpen was. Het hof heeft de afspraken zoals vastgelegd in het addendum aan de beschikking gehecht en bepaald dat deze deel uitmaakt van de beschikking. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de afspraken onmiddellijk van kracht zijn, ook al kan er nog hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civielrecht recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
Zaaknummer: 200.328.333/01
Zaaknummer rechtbank: C/13/701338 FA RK 21/2782 (ED/MD)
beschikking van de meervoudige kamer van 5 december 2023 in de zaak van
[de moeder] ,
wonende te [plaats A] ,
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. J.M. Veldkamp te Amsterdam,
en
[de vader] ,
wonende te [plaats B] , Verenigde Staten,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. M.M. van Maanen te Amsterdam.

1.Het verloop van de procedure bij de rechtbank

Het hof verwijst voor het verloop van de procedure bij de rechtbank naar de beschikking van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) van 16 maart 2023, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (hierna: de bestreden beschikking).

2.De procedure in hoger beroep

2.1
De moeder is op 13 juni 2023 in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking van 16 maart 2023.
2.2
De vader heeft op 2 augustus 2023 een verweerschrift ingediend.
2.3
Het hof heeft daarna de volgende stukken ontvangen:
- een bericht van de moeder van 1 november 2023, met bijlage;
- een bericht van de vader van 2 november 2023, met bijlagen;
- een bericht van de vader van 7 november 2023, met bijlagen.

3.De motivering van de beslissing

3.1
De moeder en de vader (hierna gezamenlijk ook te noemen: de ouders) zijn met elkaar gehuwd [in] 2011 te [plaats B] , Verenigde Staten. Bij beschikking van 20 december 2017 heeft de rechtbank de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en bepaald dat het aangehechte convenant en het ouderschapsplan deel uitmaken van de beschikking. Deze beschikking is op 14 maart 2018 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
3.2
Partijen zijn de ouders van:
- [kind] (hierna te noemen: [kind] ), geboren [in] 2014 te [plaats B] , Verenigde Staten.
3.3
De moeder is Amerikaans burger en heeft de Bulgaarse nationaliteit. De vader is Amerikaans burger. [kind] is Amerikaans burger en heeft de Bulgaarse nationaliteit.
3.4
Bij de bestreden beschikking van 16 maart 2023 heeft de rechtbank het verzoek van de moeder om haar met het eenhoofdig gezag over [kind] te belasten afgewezen en daarbij verstaan dat de ouders gezamenlijk met de uitoefening van het gezag over [kind] zijn belast. De verdeling van de vakanties tussen de ouders heeft de rechtbank aldus bepaald dat de ouders hierover in onderling overleg afspraken zullen maken, waarbij geldt dat het schema zoals onder 3.6 van de bestreden beschikking is weergegeven het uitgangspunt is en de ouders twee maanden voor elke vakantie concrete afspraken maken.
Verder heeft de rechtbank ten aanzien van de zomervakantie bepaald dat de moeder [kind] naar de Verenigde Staten brengt, waarbij zij haar eigen kosten draagt. Mocht zij in een zomervakantie niet willen of kunnen reizen, dan dient de moeder de kosten die de vader moet maken om [kind] op te halen te betalen. Indien de moeder haar vakantie niet in de Verenigde Staten doorbrengt en aldus [kind] niet mee terug kan nemen naar Nederland, dient de vader [kind] terug te brengen naar Nederland, waarbij de vader zijn eigen kosten draagt. De reiskosten van [kind] in de zomervakantie worden door de ouders bij helfte gedeeld. Het verzoek van de vader ten aanzien van de kostenverdeling in de overige vakanties heeft de rechtbank afgewezen.
Verder heeft de rechtbank bepaald dat de vader € 500,- per maand dient te betalen aan de moeder als bijdrage in de kosten van de verzorging en opvoeding van [kind] , met ingang van 16 maart 2023, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.
3.5
De moeder heeft tegen deze beslissing hoger beroep ingesteld en verzocht de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende:
I. haar met het eenhoofdig gezag over [kind] te belasten, dan wel het uitgeklede gezamenlijk gezag aan de vader toe te wijzen;
II. het verzoek van de vader ten aanzien van de reiskosten van de ouders in de zomervakantie af te wijzen, en te bepalen dat deze kosten voor rekening van de vader komen;
III. het verzoek van de vader ten aanzien van de reiskosten van [kind] in de zomervakantie af te wijzen, en te bepalen dat deze reiskosten voor rekening van de vader komen;
IV. te bepalen dat de vader een bedrag van € 750,- per maand aan de moeder dient te betalen als bijdrage in de kosten van de verzorging en opvoeding van [kind] .
3.6
De vader heeft in zijn verweerschrift verzocht de door de moeder gedane verzoeken af te wijzen en de besteden beschikking te bekrachtigen.
3.7
Blijkens de hiervoor genoemde berichten van 1 en 2 november 2023 hebben partijen overeenstemming bereikt met betrekking tot het gezag over [kind] , de hoofdverblijfplaats van [kind] , de verdeling van de vakanties en de feestdagen, de reiskosten en de bijdrage in de kosten van de verzorging en opvoeding van [kind] , zulks in aanvulling op de eerder door hen opgestelde ouderschapsplannen uit 2017 en 2020. Zij hebben de gemaakte afspraken vastgelegd in het op 31 oktober 2023 ondertekende zogenoemde ”addendum to the parenting plans of 2017 and 2020’’ (hierna: het addendum). Zij verzoeken het hof een beslissing te geven conform de inhoud van het addendum en het addendum aan de beschikking te hechten en daarvan onderdeel te doen uitmaken.
3.8
Partijen hebben het hof eensluidend verzocht te beslissen als door hen in het addendum overeengekomen. Gelet daarop en overwegende dat niet is gebleken dat het belang van [kind] zich daartegen verzet, zal het hof dienovereenkomstig beslissen. Een kopie van het addendum zal aan deze beschikking worden gehecht. Gelet op de berichten van partijen worden de overige verzoeken als ingetrokken beschouwd.
3.9
Dit leidt tot de volgende beslissing.

4.De beslissing

Het hof:
vernietigt de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en in zoverre opnieuw beschikkende:
bepaalt met betrekking tot het gezag van de ouders over [kind] , de hoofdverblijfplaats van [kind] , de verdeling van de vakanties en de feestdagen, de reiskosten en de bijdrage in de kosten van de verzorging en opvoeding van [kind] , overeenkomstig hetgeen partijen zijn overeengekomen in het aan deze beschikking gehechte ‘’addendum to the parenting plans of 2017 and 2020’’, en bepaalt dat dit addendum in zoverre deel uitmaakt van deze beschikking;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.M.C. Louwinger-Rijk, A.V.T. de Bie en M. Perfors, in tegenwoordigheid van mr. F. de Jongh als griffier en is op 5 december 2023 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.