Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 10 mei 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [benadeelde partij01] van het leven te beroven, met dat opzet meermalen, althans eenmaal, met een (opengeklapt) mes in zijn hand, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, op/tegen de buikstreek, althans het (boven)lichaam van die [benadeelde partij01] , heeft geslagen en/of gestoken terwijl de uitvoering van dit voorgenomen misdrijf niet is voltooid welke vooromschreven poging tot doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten diefstal van een paar slippers en/of (5 paar) babysokken en/of (10 stuks) armband(en) en/of (3 stuks) rompertjes, en welke poging doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
hij op of omstreeks 10 mei 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, aan [benadeelde partij02] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een ingesneden pees van de (linker) wijsvinger, heeft toegebracht door met een (opengeklapt) mes in zijn hand, althans met een scherp en/of puntig voorwerp zwaaiende bewegingen te maken richting de (linker) hand en/of vinger van die [benadeelde partij02] en/of in de (linker) hand en/of vinger van die [benadeelde partij02] te steken en/of (met een mes in zijn hand) te worstelen met die [benadeelde partij02] ;
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging ten aanzien van feiten 1, 2 en 3 primair
cumulatieften laste te leggen. De advocaat-generaal acht anders dan de rechtbank slechts het onder 3 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen. [benadeelde partij01] is in de worsteling met de verdachte zwaar lichamelijk letsel toegebracht doordat de verdachte op gewelddadige wijze probeerde weg te komen.
Bewezenverklaring
hij op 10 mei 2021 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [benadeelde partij01] van het leven te beroven, met dat opzet meermalen, met een (opengeklapt) mes in zijn hand, op/tegen het (boven)lichaam van die [benadeelde partij01] , heeft geslagen en/of gestoken terwijl de uitvoering van dit voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke vooromschreven poging tot doodslag werd voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten diefstal van een paar slippers en (5 paar) babysokken en (10 stuks) armbanden en (3 stuks) rompertjes, en welke poging doodslag werd gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid te verzekeren;
primair
hij op 10 mei 2021 te Amsterdam aan [benadeelde partij02] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een ingesneden pees van de linker wijsvinger, heeft toegebracht door met een (opengeklapt) mes in zijn hand, te worstelen met die [benadeelde partij02] ;
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij01]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij02]
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
teruggaveaan [benadeelde partij01] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
€ 7.352,61 (zevenduizend driehonderdtweeënvijftig euro en eenenzestig cent) bestaande uit € 3.352,61 (drieduizend driehonderdtweeënvijftig euro en eenenzestig cent) materiële schade en € 4.000,00 (vierduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.833,50 (duizend achthonderddrieëndertig euro en vijftig cent) bestaande uit € 483,50 (vierhonderddrieëntachtig euro en vijftig cent) materiële schade en € 1.350,00 (duizend driehonderdvijftig euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.