ECLI:NL:GHAMS:2023:2951

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
5 december 2023
Zaaknummer
23-000723-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens volledige ontoerekeningsvatbaarheid na mishandeling en gijzeling van GGZ-medewerkster

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van gijzeling en mishandeling van een GGZ-medewerkster op 26 december 2021 te Haarlem. De tenlastelegging omvatte het wederrechtelijk beroofd houden van de benadeelde partij, [benadeelde 2], en het mishandelen van deze persoon door hem vast te pakken en aan zijn haren te trekken. Tijdens de zitting in hoger beroep op 16 november 2023 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte werd ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat hij ten tijde van de feiten volledig ontoerekeningsvatbaar was door een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Dit werd ondersteund door rapportages van deskundigen die concludeerden dat de verdachte leed aan een ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis.

Het hof heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en de verdachte niet strafbaar verklaard. De benadeelde partijen, [benadeelde 1] en [benadeelde 2], zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte was opgelegd. De zorgmachtiging die aan de verdachte was opgelegd, werd niet als een strafrechtelijke maatregel beschouwd in het kader van deze procedure. Het hof heeft beslist dat de benadeelde partijen hun vorderingen alleen bij de burgerlijke rechter kunnen indienen. De kosten werden door beide partijen gedragen.

De uitspraak benadrukt de rol van psychische aandoeningen in strafzaken en de voorwaarden waaronder benadeelde partijen ontvankelijk kunnen zijn in hun vorderingen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000723-23
datum uitspraak: 30 november 2023
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 3 maart 2023 in de strafzaak onder parketnummer 15-345422-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1989,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 16 november 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Feit 1hij op of omstreeks 26 december 2021 te Haarlem opzettelijk [benadeelde 2] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, met het oogmerk een ander, te weten [slachtoffer ] en/of [benadeelde 1] en/of andere collega's van die [benadeelde 2] , te dwingen iets te doen of te laten, namelijk het openen van de deur van de (gesloten) afdeling van GGZ [locatie], immers heeft de verdachte
- die [benadeelde 2] vastgepakt en/of vastgehouden en/of in een houdgreep gehouden en/of
- een vork tegen de keel en/of nek van die [benadeelde 2] gehouden en/of gedrukt en/of
- geroepen dat hij naar buiten wilde;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 26 december 2021 te Haarlem, een ander, te weten [benadeelde 2] door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derden te weten [slachtoffer ] en/of [benadeelde 1] en/of andere collega's van die [benadeelde 2] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, namelijk het openen van de deur van de (gesloten) afdeling van GGZ [locatie], immers heeft de verdachte
- die [benadeelde 2] vastgepakt en/of vastgehouden en/of in een houdgreep gehouden;
- een vork tegen de keel en/of nek van die [benadeelde 2] gehouden en/of gedrukt;
- geroepen dat hij naar buiten wilde;
Feit 2hij op of omstreeks 26 december 2021 te Haarlem [benadeelde 2] heeft mishandeld door die [benadeelde 2] (met kracht) vast te pakken en/of aan de haren van die [benadeelde 2] te trekken en/of de haren uit het hoofd van die [benadeelde 2] te trekken;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere kwalificatie en een andere motivering ten aanzien van de strafbaarheid van de verdachte komt dan de rechtbank.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 26 december 2021 te Haarlem opzettelijk [benadeelde 2] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, met het oogmerk een ander, te weten [slachtoffer ] en/of [benadeelde 1] en/of andere collega's van die [benadeelde 2] , te dwingen iets te doen, namelijk het openen van de deur van de (gesloten) afdeling van GGZ [locatie], immers heeft verdachte
- die [benadeelde 2] vastgepakt en vastgehouden en in een houdgreep gehouden en
- een vork tegen de keel en/of nek van die [benadeelde 2] gehouden en gedrukt en
- geroepen dat hij naar buiten wilde;
2.
hij op 26 december 2021 te Haarlem [benadeelde 2] heeft mishandeld door die [benadeelde 2] (met kracht) vast te pakken en aan de haren van die [benadeelde 2] te trekken en de haren uit het hoofd van die [benadeelde 2] te trekken.
Hetgeen onder 1 primair en 2 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde levert op:
de voortgezette handeling van gijzeling en mishandeling.

Strafbaarheid van de verdachte

De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gevorderd dat de verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat de verdachte ten tijde van het tenlastegelegde volledig ontoerekeningsvatbaar was ten gevolge van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting in hoger beroep eveneens bepleit dat de verdachte ter zake van het tenlastegelegde moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging, gelet op de volledige ontoerekeningsvatbaarheid van de verdachte.
Het hof heeft acht geslagen op de Pro Justitia-rapportages van GZ-psycholoog drs. [psycholoog] van 26 september 2022 en van psychiater [psychiater] van 20 september 2022. Beide deskundigen komen tot de conclusie dat bij de verdachte sprake is van een “andere ongespecificeerde schizofreniespectrum of andere psychotische stoornis” in de vorm voornamelijk paranoïde wanen. Hiervan was ook ten tijde van de bewezenverklaarde feiten sprake. De gedachten, het gevoelsleven en de daaruit voortkomende handelingen van de verdachte werden ten tijde van de feiten volledig bepaald door zijn stoornis. Volgens de deskundigen moet de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar worden geacht en kunnen de bewezenverklaarde feiten in het geheel niet aan hem worden toegerekend.
Het hof neemt deze conclusie en het advies van de deskundigen over en maakt deze tot de zijne. Het hof zal – net als de rechtbank – de bewezenverklaarde feiten in het geheel niet aan verdachte toerekenen wegens de ten tijde van het plegen van die feiten aanwezige ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. De verdachte is niet strafbaar en zal daarom worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

Vordering van de benadeelde partijen

De benadeelde partij [benadeelde 2] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot vergoeding van immateriële schade ter hoogte van € 2.000,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep volledig toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd.
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot vergoeding van immateriële schade ter hoogte van € 3.000,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 2.000,00. Voor het overige deel is de vordering niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vordering dienen te worden verklaard nu niet is voldaan aan de ontvankelijkheidseis van artikel 361, tweede lid, sub a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Wel heeft de advocaat-generaal oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot een bedrag van € 2.000,00 ten aanzien van beide benadeelde partijen gevorderd omdat de verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk kan worden gehouden voor de door de benadeelden geleden immateriële schade.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat het niet mogelijk is om de vordering van de benadeelde partijen toe te wijzen, omdat geen straf of maatregel aan de verdachte is opgelegd. In dat geval is evenmin oplegging van de schadevergoedingsmaatregel mogelijk, aldus de raadsvrouw.
Het hof overweegt hierover als volgt.
In artikel 361, tweede lid, aanhef en onder a, Sv is bepaald dat een benadeelde partij alleen ontvankelijk zal zijn in haar vordering indien de verdachte enige straf of maatregel wordt opgelegd, of indien toepassing wordt gegeven aan artikel 9a Sr.
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat onder “maatregel” in de zin van artikel 361, tweede lid, onder a, Sv ook is begrepen een door de rechtbank bij afzonderlijke beschikking afgegeven zorgmachtiging op grond van artikel 2.3 Wet forensische zorg.
Evenwel stelt het hof anders dan de rechtbank vast dat aan de verdachte weliswaar een zorgmachtiging is opgelegd, maar dat deze zorgmachtiging de reguliere zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg betreft en niet in het kader van onderhavige strafrechtelijke procedure is opgelegd.
Nu in onderhavige strafzaak aan de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd en evenmin toepassing wordt gegeven aan artikel 9a Sr, ziet het hof gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, sub a Sv geen ruimte om de benadeelde partijen te ontvangen in hun vorderingen. Beide benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk in hun vordering en kunnen hun vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen. Benadeelde partijen en de verdachte dragen ieder hun eigen kosten.
Anders dan de advocaat-generaal ziet het hof geen aanleiding om de schadevergoedingsmaatregel als strafrechtelijke sanctie op te leggen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld, verklaart de verdachte niet strafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.E. Kleene-Krom, mr. N.R.A. Meerbeek en mr. G.J.M. Kruizinga, in tegenwoordigheid van mr. Z. el Wali, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 30 november 2023.
=========================================================================
[…]