ECLI:NL:GHAMS:2023:2928
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- A. van Haeringen
- J.M.C. Louwinger-Rijk
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Verzoek van grootouders om omgang met minderjarige afgewezen; verzoek vader om contactverbod ook afgewezen
In deze zaak hebben de grootouders, verzoekers in principaal hoger beroep, een verzoek ingediend om een omgangsregeling met hun kleinkind, de minderjarige, vast te stellen. De vader van de minderjarige, verweerder in principaal hoger beroep, heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om de grootouders niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoek. De rechtbank had eerder de grootouders ontvankelijk verklaard in hun verzoek, maar het verzoek om omgang werd afgewezen. De vader heeft ook een verzoek ingediend om een contactverbod aan de grootouders op te leggen, wat eveneens werd afgewezen.
De grootouders hebben aangevoerd dat zij een nauwe persoonlijke relatie met de minderjarige hebben, maar het hof oordeelt dat deze relatie niet voldoende is om een omgangsregeling vast te stellen. De vader heeft gemotiveerd betwist dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking en heeft zijn zorgen over de veiligheid van de minderjarige geuit. Het hof concludeert dat er momenteel geen draagvlak is voor omgang tussen de grootouders en de minderjarige, wat in strijd zou zijn met de belangen van het kind.
De rechtbank heeft in haar beschikking terecht overwogen dat de verstandhouding tussen de grootouders en de vader genormaliseerd moet worden voordat er sprake kan zijn van onbelast contact. Het hof bekrachtigt de beslissing van de rechtbank en wijst de verzoeken van zowel de grootouders als de vader af. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van het Gerechtshof Amsterdam op 28 november 2023.