In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 2000, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis waarin hij was veroordeeld voor het rijden zonder geldig rijbewijs. De kern van de zaak was de vraag of de invordering van het rijbewijs rechtskracht had verloren door het niet tijdig nemen van een beslissing door de officier van justitie. Het hof oordeelde dat de invordering zijn rechtskracht behoudt totdat het rijbewijs op grond van een beslissing van de officier van justitie of op last van de rechter wordt teruggegeven. De raadsman van de verdachte stelde dat de verdachte vrijgesproken moest worden omdat er geen sprake zou zijn van een ingevorderd rijbewijs op het moment van de controle op 27 oktober 2021. Het hof verwierp dit verweer en oordeelde dat de verdachte wel degelijk het tenlastegelegde had begaan. De verdachte was op die datum gecontroleerd terwijl zijn rijbewijs nog steeds ingevorderd was. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en legde een taakstraf van 30 uren op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis.