ECLI:NL:GHAMS:2023:2883

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
200.285.862/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de procedure inzake Lanius Holding B.V. en Lanius B.V. na verzoek tot ontheffing van de bestuurder

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 4 oktober 2023, heeft de Ondernemingskamer de procedure inzake Lanius Holding B.V. en Lanius B.V. beëindigd. Dit volgde op een verzoek van de bestuurder, dr. mr. C.B. Schutte, om ontheffing uit zijn functie. De bestuurder had eerder, bij beschikking van 20 april 2021, de opdracht gekregen om als bestuurder op te treden en was verantwoordelijk voor het beleid en de gang van zaken van de vennootschappen. Echter, door een gebrek aan financiële middelen en de afwezigheid van een opvolgend bestuur, was de bestuurder niet langer bereid om zijn functie te vervullen.

De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de mogelijkheden, waaronder de aanstelling van een opvolgend bestuurder of het beëindigen van de procedure. Uiteindelijk hebben zowel Lanius Limited als [A] aangegeven dat de procedure beëindigd diende te worden indien de bestuurder uit zijn functie werd ontheven. Gezien de omstandigheden, waaronder het ontbreken van financiële middelen voor een opvolgend bestuurder, heeft de Ondernemingskamer besloten de procedure te beëindigen.

De beschikking verklaart de beëindiging van het eerder bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Lanius Holding B.V. en Lanius B.V. en de getroffen onmiddellijke voorzieningen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en is openbaar uitgesproken op 4 oktober 2023.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.285.862/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 4 oktober 2023
inzake
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKER,
advocaten:
mr. M.E. Coenraadsen
mr. J.E.S. Hamster, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LANIUS HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LANIUS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. H.A. de Savornin Lohman, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de vennootschap naar buitenlands recht
LANIUS LIMITED,
gevestigd te Gzira (Malta),
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. W.H.A.M. van Muijsenberghen
mr. B. Verkerk, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
e n

2 [B] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. H.A. de Savornin Lohman, kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van de procedure verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking in deze zaak van 20 april 2021.
1.2
Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Lanius Holding B.V. en Lanius B.V. over de periode vanaf 17 maart 2016 en de aanwijzing van een onderzoeker aangehouden om te bezien of met de onmiddellijke voorzieningen een oplossing van het geschil kan worden bereikt. Voorts heeft de Ondernemingskamer bij die beschikking bij wijze van onmiddellijke voorzieningen met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van de procedure:
- dr. mr. C.B. Schutte te Amsterdam (hierna: de bestuurder) benoemd tot bestuurder van Lanius Holding B.V. en Lanius B.V., met beslissende stem en bepaald dat de bestuurder zelfstandig bevoegd is Lanius Holding B.V. en Lanius B.V. te vertegenwoordigen en dat zonder de bestuurder Lanius Holding B.V. en Lanius B.V. niet vertegenwoordigd kan worden;
- bepaald dat de bestuurder niet gebonden is aan enige uit hoofde van de tussen [A] en Lanius Limited gesloten aandeelhoudersovereenkomst op het bestuur van Lanius Holding B.V. of Lanius B.V. rustende verplichting;
- [A] als bestuurder van Lanius Holding B.V. geschorst.
1.3
Bij e-mail van 21 september 2023 heeft de bestuurder de Ondernemingskamer verzocht, nadat hij een eerder verzoek daartoe had ingetrokken, hem uit zijn functie te ontheffen. De bestuurder heeft daarbij toegelicht dat tussen de aandeelhouders van de vennootschappen een minnelijke regeling is bereikt. Partijen hebben de bestuurder daarbij verzocht korte tijd aan te blijven totdat nadere afspraken zijn gemaakt over een nieuw bestuur. De bestuurder is vervolgens enige tijd aangebleven, maar de toegezegde vervanging binnen het bestuur is uitgebleven. Ook hebben partijen geen financiële middelen ter beschikking gesteld voor de vergoeding van de werkzaamheden van de bestuurder. Onder die omstandigheden is de bestuurder niet langer bereid aan te blijven.
1.4
Bij e-mail van 26 september 2023 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld zich over het verzoek van de bestuurder uit te laten en daarbij in te gaan op (één van) de volgende mogelijkheden:
“-De Ondernemingskamer wijst een opvolgend bestuurder aan. Indien uw voorkeur (ook) uitgaat naar deze optie dient u toe te lichten op welke wijze de kosten van de opvolgend bestuurder voldaan kunnen worden.
- De Ondernemingskamer wijst een onderzoeker aan. Indien uw voorkeur (ook) uitgaat naar deze optie dient u toe te lichten op welke wijze de kosten van de onderzoeker voldaan kunnen worden.
- Partijen verzoeken de Ondernemingskamer de procedure te beëindigen.”
1.5
Bij e-mail van 3 oktober 2023 heeft mr. Verkerk namens Lanius Limited de Ondernemingskamer verzocht de procedure te beëindigen.
1.6
Bij e-mail van eveneens 3 oktober 2023 heeft mr. Hamster namens [A] de Ondernemingskamer bericht dat indien de bestuurder uit zijn functie wordt ontheven, de procedure dient te worden beëindigd.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De enkele omstandigheid dat de bestuurder verzocht heeft hem te ontheffen uit zijn functie is toereikend voor toewijzing van dat verzoek.
2.2
Partijen hebben de Ondernemingskamer bericht dat, indien de bestuurder uit zijn functie wordt ontheven, de procedure dient te worden beëindigd. De Ondernemingskamer heeft zich gerealiseerd dat bij beëindiging van de procedure geen opvolgend tijdelijk bestuurder benoemd zal worden en dat Lanius B.V. in dat geval geen bestuurder meer heeft. Echter, gelet op de omstandigheid dat uit het verzoek van de bestuurder volgt dat Lanius Holding B.V. en Lanius B.V. geen financiële middelen hebben om de kosten van een opvolgend bestuurder te dragen en Lanius Limited en [A] zich niet bereid hebben verklaard die kosten voor te schieten, ziet de Ondernemingskamer geen mogelijkheid om toch een opvolgend tijdelijk bestuurder te benoemen. Bovendien is bij die stand van zaken de verwachting dat het onderzoek niet binnen een redelijke termijn na heden zal kunnen worden gestart, uitgevoerd en afgerond, nog los van het feit dat geen van partijen heeft verzocht om aanwijzing van een onderzoeker. Voortzetting van de procedure dient dan geen redelijk doel meer. De Ondernemingskamer zal de procedure dan ook beëindigen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden het bij beschikking van 20 april 2021 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Lanius Holding B.V. en Lanius B.V.;
beëindigt met ingang van heden de bij beschikking van 20 april 2021 getroffen onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en mr. D.E.M. Aleman MBA en W. Wind, raden, in tegenwoordigheid van mr. B.J. Blok, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2023.