ECLI:NL:GHAMS:2023:2878
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- J.M.C. Louwinger-Rijk
- A. van Haeringen
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Schorsingsverzoek partneralimentatie, toedeling woning en benoeming deskundige afgewezen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 november 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een schorsingsverzoek van de man met betrekking tot partneralimentatie, de toedeling van de echtelijke woning en de benoeming van een deskundige. De man, die in hoger beroep is gekomen van eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam, verzocht om schorsing van de werking van de bestreden beschikkingen. De rechtbank had bepaald dat de man € 1.217,- bruto per maand aan de vrouw moest betalen als partneralimentatie, en had ook de wijze van verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap vastgesteld. De man stelde dat hij geen draagkracht had om deze alimentatie te betalen en dat de rechtbank een kennelijke misslag had gemaakt in haar beoordeling van zijn financiële situatie.
Het hof overwoog dat de bestreden beschikkingen uitvoerbaar bij voorraad waren verklaard, wat betekent dat de vrouw recht had op uitvoering van de beschikking ondanks het hoger beroep. Het hof weegt de belangen van beide partijen en concludeert dat het belang van de man bij schorsing niet zwaarder weegt dan het belang van de vrouw bij tenuitvoerlegging van de beschikking. Het hof wijst het verzoek van de man tot schorsing van de partneralimentatie af.
Daarnaast verzocht de man om schorsing van de toedeling van de woning, maar het hof oordeelde dat de man onvoldoende had aangetoond dat zijn belang bij schorsing zwaarder woog dan dat van de vrouw. Ook het verzoek om schorsing van de benoeming van de deskundige en het voorschot van € 8.500,- werd afgewezen, omdat de man niet had aangetoond dat hij in een noodtoestand zou komen als gevolg van deze kosten. Het hof concludeert dat er geen omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de werking van de bestreden beschikkingen wordt geschorst.