Op 9 november 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, gewezen op 23 augustus 2018. De zaak betreft een verdachte die op 25 maart 2018 in Den Helder een overtreding heeft begaan van artikel 163, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaar. De bijkomende straf van ontzegging zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De beslissing is genomen door een enkelvoudige strafkamer van het hof, waarbij de relevante wettelijke voorschriften zijn toegepast, waaronder artikelen uit het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet.