ECLI:NL:GHAMS:2023:2829

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
23-000464-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep

Op 9 november 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 10 februari 2023 was gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1995, die in hoger beroep ging tegen het eerder uitgesproken vonnis. Tijdens de zitting heeft de verdachte, vertegenwoordigd door een gemachtigd raadsman, aangegeven het hoger beroep niet te willen handhaven. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte zijn bezwaren tegen het vonnis introk. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat gediend is met nader onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door mr. W.S. Ludwig, met de griffiers T. Zikken en mr. R.M. ter Horst aanwezig.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-029438-23
parketnummer hoger beroep : 23-000464-23
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 9 november 2023 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 10 februari 2023 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte01]
voornamen: [verdachte01]
geboren: op [geboortedatum01] 1995 te [geboorteplaats01]
adres: [adres01] .

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Nu door of namens de verdachte ter terechtzitting te kennen is gegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wil handhaven, moet hij geacht worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken, zodat hij, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Gewezen door mr. W.S. Ludwig, in bijzijn van T. Zikken en mr. R.M. ter Horst, griffiers.
mr. W.S. Ludwig