In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 21 februari 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1980 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld voor het verwerven van een gestolen fiets, merk VanMoof, op of omstreeks 15 februari 2023 te Amsterdam. Tijdens de zitting in hoger beroep op 6 oktober 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de raadsvrouw gehoord.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de fiets had verworven zonder te weten dat deze van misdrijf afkomstig was, en heeft hem vrijgesproken van opzetheling. Echter, het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan schuldheling, omdat hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de fiets gestolen was. De verklaring van de verdachte dat hij de fiets voor een lage prijs had gekocht, terwijl deze normaal € 2.000,- kost, droeg bij aan dit oordeel. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 weken, met aftrek van voorarrest.
De beslissing van het hof is gebaseerd op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en het strafblad van de verdachte, waaruit blijkt dat hij eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. Het hof heeft geoordeeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is, gezien de herhaalde strafbare feiten van de verdachte en de impact van fietsendiefstal op de samenleving.