In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1996, werd beschuldigd van mishandeling van een scheidsrechter tijdens een voetbalwedstrijd op 14 april 2019. De tenlastelegging omvatte het schoppen van de scheidsrechter tegen het been. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van € 350,00, te vervangen door 7 dagen hechtenis. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal dezelfde straf gevorderd, terwijl de raadsman om vrijspraak heeft verzocht.
Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan. Het hof oordeelde dat de mishandeling niet alleen de lichamelijke integriteit van de scheidsrechter heeft aangetast, maar ook de sportieve normen tijdens een wedstrijd heeft geschonden. Het hof heeft de eerdere straf van de politierechter vernietigd en in plaats daarvan een taakstraf van 20 uren opgelegd, met de overweging dat een geldboete niet passend was gezien de ernst van het feit.
Daarnaast heeft de benadeelde partij, de scheidsrechter, een vordering tot schadevergoeding ingediend van € 750,00 voor immateriële schade, welke door het hof is toegewezen. Het hof heeft de verdachte ook verplicht om deze schadevergoeding te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De uitspraak benadrukt de maatschappelijke afkeuring van geweld tegen scheidsrechters en de noodzaak om sportieve integriteit te waarborgen.