ECLI:NL:GHAMS:2023:2714
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Zorgregeling en vakantie- en feestdagenregeling in een geschil over ouderlijk gezag
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 14 november 2023, gaat het om een geschil tussen de ouders van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], over de zorgregeling en de vakantie- en feestdagenregeling. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 19 april 2023, waarin de zorgregeling en kinderalimentatie zijn vastgesteld. De ouders hebben gezamenlijk het gezag over de kinderen, die bij de moeder wonen, maar de vader heeft ook regelmatig zorg voor hen. De rechtbank had eerder een voorlopige zorgregeling vastgesteld, maar de moeder is van mening dat deze regeling niet in het belang van de kinderen is, gezien de verstoorde communicatie tussen de ouders en de zorgen over de opvang bij de vader.
Tijdens de mondelinge behandeling op 4 oktober 2023 zijn zowel de moeder als de vader verschenen, bijgestaan door hun advocaten, en was de Raad voor de Kinderbescherming vertegenwoordigd. De moeder verzoekt om een wijziging van de zorgregeling, zodat de kinderen in de oneven weken bij de vader verblijven, terwijl de vader verweer voert tegen deze wijziging. Het hof heeft de belangen van de kinderen vooropgesteld en geconcludeerd dat de huidige regeling, waarbij de kinderen om de week van vrijdag uit school tot dinsdag naar school bij de vader verblijven, beter aansluit bij hun behoeften. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd voor wat betreft de reguliere zorgregeling en deze aangepast, terwijl de vakantie- en feestdagenregeling is bekrachtigd, omdat deze in het belang van de kinderen is.
De moeder had ook verzocht om schorsing van de uitvoerbaarheid van de beschikking, maar dit verzoek is afgewezen omdat het hof in de bodemprocedure heeft beslist. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van het hof, met de oudste raadsheer als voorzitter.