Naar het oordeel van het hof is de situatie waarbij de zoon als vertegenwoordiger van de moeder optreedt niet in het belang van de moeder, althans worden haar belangen van zowel vermogensrechtelijke als niet-vermogensrechtelijke aard daardoor onvoldoende beschermd.
Dat blijkt niet alleen uit de hiervoor beschreven gang van zaken in de periode dat de moeder tijdelijk bij de zoon woonde, maar ook uit de beperkte betrokkenheid van de zoon bij de moeder sinds haar plaatsing in [zorgcentrum] alsmede zijn beperkte bereikbaarheid voor hulpverleners en zijn beperkte bereidheid tot overleg en samenwerking.
De heer Costa de Jesus, specialist ouderengeneeskunde bij Amstelring, heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat de zoon bij de zitting over de inbewaringstelling aanwezig was. De heer Costa de Jesus heeft bij die gelegenheid een afspraak gemaakt met de zoon om het vervolg te bespreken. Bij die afspraak verscheen de zoon niet en hij was telefonisch niet bereikbaar. Vervolgens heeft Amstelring een multidisciplinair overleg gepland waarvoor de zoon werd uitgenodigd. Ook toen verscheen hij niet. Besloten werd om een verzoek in te dienen tot het verlenen van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van de moeder. De zoon verscheen niet op de zitting. Volgens de heer Costa de Jesus beschikt Amstelring niet over de gegevens van de overige kinderen van de moeder. Zij zijn tot de dag van de zitting nooit op bezoek geweest bij de moeder.
Ter zitting in hoger beroep heeft de zoon verklaard dat hij goede redenen had voor zijn afwezigheid: zijn zoon had covid en verder had hij veel bezigheden in [plaats B] in verband met de brand in de woning van de moeder; zo had een huurder de moeder aansprakelijk gesteld.
Het hof overweegt dat de zoon wellicht valide redenen had om niet aanwezig te zijn bij het multidisciplinair overleg, de zitting over de rechterlijke machtiging en de afspraak met Amstelring, maar als hij op grond van zijn volmacht beslissingen namens de moeder moet nemen, is het van belang dat hij bij (vrijwel) alle belangrijke afspraken aanwezig is of dat hij in ieder geval bereikbaar is voor overleg. Daarnaast is het belangrijk dat hij goed op de hoogte is van de persoonlijke situatie van de moeder. Ter zitting is echter gebleken dat de zoon de moeder weinig bezoekt bij [zorgcentrum] . Hij heeft uitgelegd dat hij zich niet prettig behandeld voelt door de medewerkers van [zorgcentrum] en dat het hem verdriet doet om te zien hoe de moeder in [zorgcentrum] woont. Ook de moeder raakt van streek door een bezoek van hem, om welke redenen de zoon zijn bezoeken heeft beperkt. Voorstelbaar is dat bezoeken van de zoon aan de moeder bij beiden emoties (en bij de moeder wellicht ook verwarring) oproepen, maar het gegeven dat hij daarom meer afstand heeft genomen, maakt naar het oordeel van het hof dat de zoon niet de aangewezen persoon is om de belangen van de moeder waar te nemen, alleen al omdat hij onvoldoende op de hoogte is van het wel en wee van de moeder.
Ter zitting in hoger beroep heeft de zoon betoogd dat Amstelring uitermate lastig te bereiken is. Hij heeft zich echter niet aantoonbaar ingespannen om, al dan niet met behulp van zijn advocaat, informatie te krijgen over de moeder dan wel betrokken te worden bij haar begeleiding.