ECLI:NL:GHAMS:2023:2667
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en omgangsregeling in het belang van de kinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezamenlijk gezag van de ouders over hun twee minderjarige kinderen. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft het hof verzocht om het verzoek van de moeder om haar alleen te belasten met het ouderlijk gezag af te wijzen en een zorgregeling vast te stellen. De moeder, verweerster in hoger beroep, heeft verzocht de bestreden beschikking van de rechtbank te bekrachtigen en het verzoek van de vader af te wijzen. De rechtbank had eerder bepaald dat het gezamenlijk gezag van de ouders beëindigd moest worden en dat de moeder het eenhoofdig gezag over de kinderen zou krijgen. Het hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar de langdurige verstoorde verstandhouding tussen de ouders en het gebrek aan contact tussen de vader en de kinderen. De kinderen wonen bij de moeder en hebben sinds de echtscheiding in 2013 nauwelijks contact gehad met de vader. Het hof heeft geconcludeerd dat het in het belang van de kinderen noodzakelijk is om het gezamenlijk gezag te beëindigen en de moeder te belasten met het eenhoofdig gezag. Tevens heeft het hof geoordeeld dat het opleggen van een omgangsregeling met de vader op dit moment in strijd is met de zwaarwegende belangen van de kinderen, gezien hun weerstand tegen contact met de vader. De beschikking van de rechtbank is bekrachtigd, en het hof heeft benadrukt dat de kinderen altijd de vrijheid hebben om op eigen initiatief contact op te nemen met de vader.