Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
appellante,
advocaat: mrs. A. Glijnis te Alkmaar,
1. [geïntimeerde 1] ,
2. [geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats 2] ,
3. [geïntimeerde 3] ,wonende te [woonplaats 3] ,
geïntimeerden,
1.Het geding in hoger beroep
Hierna is arrest gevraagd.
- uitvoerbaar bij voorraad -:
€ 2.567,08 exclusief btw bedraagt, althans dat het hof in goede justitie een bedrag bepaalt;
2.Feiten
Een (concept van een) indeplaatsstelling overeenkomst (waaruit oa blijkt wie de nieuwe huurder is, hoe de financiële waarborgen geregeld gaan worden, dat het gaat om een “echte” overname van een bedrijf (en dus niet om de wens om alleen het huurcontract over te nemen en daarna een ander soort bedrijf te starten) etc).
“De benodigde financiering is afkomstig van mijn vader die ook garant zal staan”.
€ 32.800,00, en [appellante] verzocht om aan te geven of [naam 1] ‘bereid is deze marktconforme huurprijs te accepteren’.
In reactie hierop heeft [appellante] bij e-mail van 24 februari 2023 haar berekening bijgesteld en aanspraak gemaakt op een bedrag van € 4.823,73 inclusief btw wegens onjuiste indexatie over een periode van 5 jaar.
3.3. Beoordeling
€ 151,25 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente.
Indien overdracht door de huurder aan een derde van het in het gehuurde door de huurder zelf of een ander uitgeoefende bedrijf gewenst wordt, kan de huurder vorderen dat hij gemachtigd wordt om die derde als huurder in zijn plaats te stellen.
- [appellante] dient een zwaarwegend belang te hebben bij de indeplaatsstelling (minimaal vereiste voor toewijzing);
- [naam 1] dient voldoende waarborgen te bieden voor een juiste nakoming van de huurovereenkomst en een behoorlijke bedrijfsvoering (verplichte afwijzingsgrond indien hieraan niet is voldaan).
Vervolgens dient, voor zover nog relevant, op grond van artikel 7:307 BW een belangenafweging plaats te vinden.
3.10. Gelet op het hiervoor weergegeven toetsingskader zal het hof eerst onderzoeken of [naam 1] voldoende waarborgen biedt, omdat bij afwezigheid daarvan de vordering tot indeplaatsstelling dient te worden afgewezen en hetgeen is aangevoerd ten aanzien van de overige toetsingscriteria geen bespreking meer behoeft.
(a) het door [naam 1] opgestelde bedrijfsplan schiet ernstig tekort waar het de financiële paragraaf betreft, terwijl voorts grondige analyses van bijvoorbeeld de markt, haar concurrentiepositie en de doelgroep ontbreken;
(b) de aangeboden financiële zekerheid voor nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst is onvoldoende omdat (i) onduidelijk is waarvoor de vader van [naam 1] , [naam 3] , precies garant wil staan en (ii) ten aanzien van zijn persoonlijke financiële situatie geen enkele informatie is overgelegd.
“De benodigde financiering is afkomstig van mijn vader die ook garant zal staan”.
alleverplichtingen uit de huurovereenkomst. In de memorie van grieven onder 3.24 is hierover gesteld:
“Ook zal de vader van [naam 1] garant staan”en
“De heer [naam 1] is zelfs bereid om extra zekerheid te bieden door middel van een bankgarantie van 6 maanden huur. (…) [geïntimeerden] hebben destijds (…) al kenbaar gemaakt dat een maximale bankgarantie van 3 maanden huur en een borgstelling van zes maanden huur voldoende is. Voor zover dat nodig zou zijn voor [geïntimeerden] zijn [naam 1] en de heer [naam 1] dus zelfs bereid een dubbele garantie daartoe af te geven”.
Het hof concludeert dat nergens expliciet wordt gesteld dat de vader van [naam 1] voor nakoming van de gehele huurovereenkomst garant wenst te staan, terwijl uit bovengenoemd citaat de conclusie gerechtvaardigd lijkt dat de aangeboden garantstelling inhoudt: een bankgarantie van 6 maanden en een borgstelling van 6 maanden.
De grieven falen en het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd.
23’). Uit deze berekening volgt dat de per 1 februari 2023 verschuldigde huurprijs € 2.567,08 zou bedragen, en dat [appellante] over de periode maart 2018 tot en met februari 2023
[geïntimeerden] hebben de berekeningen betrekking hebbend op de te veel betaalde huur zoals door [appellante] gepresenteerd als zodanig niet betwist, zodat het hof zal uitgaan van de juistheid hiervan. Evenmin heeft Zwering betwist dat, uitgaande van een overeengekomen verhoging van de huurprijs per augustus van ieder jaar, de huurprijs per 1 februari 2023 € 2.567,08 exclusief btw bedraagt.