Uitspraak
Procesgang
Veroordeling
Onderzoek van de zaak
Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
“Puur voor de hennep was deze kledingzaak opgezet. (…) De hennepkwekerij werd als een bedrijf vermomd. (…) zo gingen ze te werk”, aldus [naam 5]. Volgens hem ging het om bedrijven die eigenlijk niet bestonden. [naam 1] had de leiding en hij heeft de betrokkene horen zeggen dat hij bij [naam 1] zijn belasting moest doen. [6] Deze verklaring van [naam 5] wordt ondersteund door het feit dat de betrokkene, die sinds 12 oktober 2012 enig aandeelhouder en bestuurder van [bedrijf 1] was [7] , het bedrijf van [naam 1] heeft overgenomen [8] en dit bedrijf nauwelijks omzet en winst maakte. In 2013 was de omzet € 30.449,-, in 2014 € 56.702,- en in 2015 € 48.982,-. In 2013 was de winst uit de onderneming € 13.500,-. De betrokkene heeft bij de Belastingdienst opgegeven dat hij in 2015 € 11.981,- aan nettoloon heeft ontvangen uit het bedrijf. In 2013 en 2014 heeft hij hieruit geen loon ontvangen. [9] Deze cijfers staan in schril contrast met de huurprijs van het pand aan de [adres 2] van € 21.000,- per jaar. [10] Daarnaast is in de woning van [naam 1] aan de [adres 5], onder andere op een USB-stick, diverse (financiële) administratie van [bedrijf 1] aangetroffen. [11] Ook in een pand aan de [adres 6] – welk pand in gebruik was bij (onder andere) [naam 1] – is op een laptop (financiële) administratie van het bouwbedrijf aangetroffen, waaronder bankafschriften. [12] Op deze bankafschriften valt op dat rond de datum van de maandelijkse huurbetaling van het pand aan de [adres 2] telkens een contante geldstorting plaatsvindt van een groter bedrag dan de maandelijkse huurprijs van € 1.750,-.
€ 141.108,00.
Verplichting tot betaling aan de Staat
€ 136.108,00.
Toepasselijk wettelijk voorschrift
BESLISSING
€ 141.108,00 (honderdeenenveertigduizend honderdacht euro).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 136.108,00 (honderdzesendertigduizend honderdacht euro).