ECLI:NL:GHAMS:2023:26
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep na intrekking
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, gedateerd 25 april 2022. De verdachte, geboren in 1988, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 22 december 2022 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep. Dit verzoek was gebaseerd op de akte van intrekking van het hoger beroep, die de verdachte op 16 december 2022 had ingediend. Hierin gaf de verdachte aan het hoger beroep niet te willen handhaven, wat betekende dat hij zijn eerder geformuleerde bezwaren tegen het vonnis introk.
Het hof overwoog dat, nu de verdachte het hoger beroep niet wenste voort te zetten en er geen andere belangen waren die een nader onderzoek rechtvaardigden, hij niet-ontvankelijk verklaard moest worden in het hoger beroep. De beslissing van het hof was daarmee een bevestiging van de intrekking van het hoger beroep door de verdachte. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof, waarbij de meervoudige strafkamer aanwezig was. De rechters N.E. Kwak, R.D. van Heffen en J. Steenbrink waren betrokken bij de uitspraak, terwijl griffier S.S.I. Jackson de zitting bijwoonde. Het arrest is niet ondertekend door de rechters Kwak en Steenbrink, die buiten staat waren om dit te doen.