ECLI:NL:GHAMS:2023:2599

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 oktober 2023
Publicatiedatum
2 november 2023
Zaaknummer
200.326.928/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling omgangsregeling en regeling voor vakanties, feestdagen en verjaardagen in een echtscheidingszaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 oktober 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de omgangsregeling van twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], van de ouders, [de moeder] en [de vader]. De moeder, verzoekster in principaal hoger beroep, heeft de rechtbank verzocht om de omgangsregeling te wijzigen, zodat de kinderen om de week bij de vader verblijven van vrijdagmiddag na school tot zondagavond 17:30 uur. Daarnaast heeft zij verzocht om duidelijke afspraken te maken over de vakanties, feestdagen en verjaardagen. De vader, die in incidenteel hoger beroep is gegaan, heeft de verzoeken van de moeder afgewezen en verzocht om de huidige regeling te continueren met enkele aanpassingen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 22 september 2023 hebben de ouders grotendeels overeenstemming bereikt over de omgangsregeling en de regeling voor vakanties, feestdagen en verjaardagen. Het hof heeft vastgesteld dat het in het belang van de kinderen is om zowel met de vader als de moeder tijd door te brengen in het weekend. De ouders hebben afgesproken dat de kinderen om de week van zaterdagochtend tot zondagavond bij de vader verblijven, met de mogelijkheid om in onderling overleg ook op vrijdagavond te beginnen.

Wat betreft de vakanties en feestdagen is er een regeling getroffen waarbij de kinderen in even jaren de eerste 3,5 dag bij de moeder en de tweede 3,5 dag bij de vader verblijven, en in oneven jaren omgekeerd. De ouders hebben ook afspraken gemaakt over de verdeling van de zomervakantie en de kerstdagen. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en de nieuwe regeling vastgesteld, die uitvoerbaar is bij voorraad. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de oudste raadsheer de beschikking in het openbaar heeft uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
Zaaknummer: 200.326.928/01
Zaaknummer rechtbank: C/13/718402 / FA RK 22-3431
Beschikking van de meervoudige kamer van 31 oktober 2023 in de zaak van
[de moeder] ,
wonende te [plaats A] ,
verzoekster in principaal hoger beroep,
verweerster in incidenteel hoger beroep,
verder te noemen: de moeder,
advocaat: mr. C.M. Sent te Amsterdam,
en
[de vader] ,
wonende te [plaats A] ,
verweerder in principaal hoger beroep,
verzoeker in incidenteel hoger beroep,
verder te noemen: de vader,
advocaat: mr. E. Tahitu te Amsterdam.
Het hof heeft verder als belanghebbenden aangemerkt:
- de minderjarige [minderjarige 1] (hierna te noemen: [minderjarige 1] );
- de minderjarige [minderjarige 2] (hierna te noemen: [minderjarige 2] ).
In zijn adviserende taak is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
gevestigd te Den Haag, locatie [plaats A] ,
hierna te noemen: de raad.

1.Het verloop van de procedure bij de rechtbank

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikkingen van 3 november 2022 en 16 februari 2023 van de rechtbank Amsterdam, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.De procedure in hoger beroep

2.1
De moeder is op 12 mei 2023 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 16 februari 2023.
2.2
De vader heeft op 23 juni 2021 een verweerschrift tevens houdende incidenteel hoger beroep ingediend.
2.3
Bij het hof is nog een bericht van de moeder van 4 oktober 2023 ingekomen, met een bijlage (proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg van 4 oktober 2022).
2.4
De mondelinge behandeling heeft op 22 september 2023 plaatsgevonden. Hierbij waren aanwezig:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de raad, vertegenwoordigd door N. Jansen.
Voor de vader is A. Ashenafi opgetreden als tolk in de Amhaarse taal.
Voor de moeder is N. Fictoor opgetreden als tolk in de Amhaarse taal.

3.De feiten

3.1
De moeder en de vader (hierna: de ouders) hebben in de periode 2012 tot en met 2021 een affectieve relatie gehad. Zij zijn de ouders van:
- [minderjarige 1] , geboren [in] 2014 in [plaats A] ;
- [minderjarige 2] , geboren [in] 2016 in [plaats A] ,
hierna ook gezamenlijk te noemen: de kinderen.
De moeder oefent het eenhoofdig gezag over de kinderen uit.

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij de bestreden beschikking is, voor zover thans van belang, op verzoek van de vader door de rechtbank een definitieve omgangsregeling bepaald die inhoudt dat de vader de kinderen elke zaterdag bij zich heeft tot 18:30 uur. De vader haalt de kinderen op bij de moeder na afstemming via Whatsapp over het precieze tijdstip en brengt de kinderen om 18:30 uur na het avondeten weer thuis. Als het de vader niet lukt om de zaterdag vrij te krijgen, wordt het de zondag, in dat geval tot 17:30 uur, in verband met school de volgende dag. Partijen zullen in onderling overleg afspraken maken over de weekenden, inclusief overnachting, waarbij eenmaal per twee weken een overnachting dient plaats te vinden van zaterdag op zondag. In geval van een overnachting haalt vader de kinderen op zaterdag om 11.30 uur bij de moeder op en brengt hen om zondag om 17.30 terug naar de moeder.
De verzoeken in principaal hoger beroep
4.2
De moeder verzoekt de omgangsregeling voor de weekenden als volgt vast te stellen: om de week de weekenden bij vader van vrijdagmiddag na school tot zondagavond 17:30 uur. Verder verzoekt de moeder de feest- en verjaardagen en de vakanties als volgt vast te stellen;
  • de vakanties van één week (de herfst- en de voorjaarsvakantie) om en om te wisselen;
  • de vakanties van twee weken (de kerst- en de meivakantie), de minderjarigen de ene week bij de moeder en de andere week bij de vader door te laten brengen;
  • de zomervakantie de minderjarigen vier weken bij de moeder en twee weken bij de vader, waarvan de volgorde kan worden overlegd via Whatsapp tussen de ouders;
  • de kerstdagen (25 en 26 december) om en om te verdelen, het ene jaar eerste kerstdag bij moeder en tweede kerstdag bij vader en het andere jaar andersom;
  • oud en nieuw en Ethiopische kerst (7 januari) om en om te verdelen, het ene jaar, oud en nieuw bij vader en Ethiopische kerst bij moeder en het andere jaar andersom;
  • de verjaardagen van de kinderen, de moeder organiseert een kinderpartijtje en de vader gaat iets leuks doen met het kind, in overleg kan dit op de verjaardag zelf en wordt het kinderpartijtje op een andere dag gepland;
  • op de verjaardagen van de ouders zijn de kinderen bij de jarige ouder, als dit naar omstandigheden mogelijk is.
4.3
De vader verzoekt de verzoeken van de moeder af te wijzen.
Het verzoek in incidenteel hoger beroep
4.4
De vader verzoekt vast te stellen dat de huidige omgangsregeling wordt gecontinueerd, met daarbij de aanpassing dat de kinderen naast het weekend met overnachting, van zaterdagochtend tot en met zondagnamiddag, in het andere weekend op de zaterdag óf de zondag bij de vader zijn. De vader verzoekt de feest- en verjaardagen en vakanties als volgt vast te stellen:
- de vakantie van één week (herfst- en voorjaarsvakantie):
 in de even jaren: de man de eerste helft (3,5 dagen);
 in de oneven jaren de vrouw de eerste helft (3,5 dagen);
- de vakanties van twee weken (kerst- en meivakantie):
 in de even jaren de eerste week bij de vrouw;
 in de oneven jaren de eerste week bij de man;
  • de zomervakantie: akkoord met voorstel van de vrouw;
  • de kerstdagen: akkoord met de verdeling van de vrouw:
 in de even jaren: 1e kerstdag bij vader, 2e kerstdag bij moeder;
 in de oneven jaren 1e kerstdag bij moeder, 2e kerstdag bij vader;
  • geen rekening te houden met Ethiopische Kerst;
  • Oud- en Nieuwjaar:
 in de even jaren: Oud en Nieuw bij vader;
 in de oneven jaren: Oud en Nieuw bij moeder;
  • verjaardagen van de kinderen: akkoord met voorstel van de vrouw.
  • verjaardag van de ouders: akkoord met voorstel van de vrouw.

5.De motivering van de beslissing

De standpunten van partijen en het advies van de raad
5.1
De moeder stelt dat de huidige omgangsregeling niet in het belang van de kinderen is. De huidige regeling brengt mee dat zij maar één zondag in de twee weken haar kinderen heeft, waardoor ze in de weekenden geen tijd heeft om leuke dingen te doen met de kinderen. Daarnaast heeft de rechtbank ten onrechte geen regeling opgenomen voor de vakanties, feestdagen en verjaardagen.
5.2
De vader kan zich vinden in de beslissing van de rechtbank voor de weekenden. Door zijn werk kan hij de kinderen niet door de weeks bij zich hebben. Eén weekend in de veertien dagen vindt hij te weinig. Wel is de vader het eens met de moeder dat de rechtbank ten onrechte geen regeling heeft opgenomen voor de vakanties, feestdagen en verjaardagen.
5.3
De raad heeft geen advies gegeven omdat de ouders ter zitting grotendeels overeenstemming hebben bereikt zoals hierna wordt vermeld.
Het wettelijk kader
5.4
Ingevolge artikel 1:377a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft het kind het recht op omgang met zijn ouders en met degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat. De niet met het gezag belaste ouder heeft het recht op en de verplichting tot omgang met zijn kind. Ingevolge lid 2 stelt de rechter op verzoek van de ouders of van een van hen of degene die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind, al dan niet voor bepaalde tijd, een regeling inzake de uitoefening van het omgangsrecht vast dan wel ontzegt, al dan niet voor bepaalde tijd, het recht op omgang.
De beoordeling door het hof
5.5
Op dit moment zijn de kinderen een keer per twee weken een weekend bij de vader van zaterdagochtend tot zondagavond 18:30 uur. De andere week zijn de kinderen één weekenddag – de zaterdag dan wel de zondag – bij de vader.
5.6
De ouders hebben ter zitting grotendeels overeenstemming bereikt over de omgangsregeling en de regeling betreffende vakanties, feestdagen en verjaardagen. Voor zover dat niet het geval is, overweegt het hof als volgt.
5.7
Het hof is van oordeel dat het in het belang van de kinderen is wanneer zij zowel met de vader als de moeder een weekend kunnen doorbrengen. De eerdere regeling, waarbij de kinderen aanvankelijk iedere zaterdag tot 18:30 uur bij de vader waren en vervolgens ook bij hem overnachtten, was erop gericht de kinderen weer aan de omgang met de vader te laten wennen en voor te bereiden op overnachtingen bij de vader. Inmiddels is dit geen probleem meer. Het weekend is het moment waarop de kinderen niet naar school hoeven en ieder van de ouders meer tijd met hen kan doorbrengen. Het hof zal daarom bepalen dat de kinderen om de week een weekend bij de vader zijn van zaterdagochtend tot zondagavond 17:30 uur. Zoals ter zitting besproken, kunnen de ouders in onderling overleg afspreken dat de kinderen dat weekend al op vrijdag vanaf 17.00 uur of later bij de vader verblijven.
5.8
De vader heeft ter zitting aangegeven dat hij begrijpt dat de moeder af en toe ook een volledig weekend met de kinderen wil hebben, maar dat hij ook graag [minderjarige 2] naar zijn sportwedstrijden wil brengen op de dagen dat [minderjarige 2] een uitwedstrijd heeft. In reactie hierop heeft de moeder ter zitting aangegeven dat [minderjarige 1] met zijn eigen team en de coach naar een uitwedstrijd reist, waardoor zij hem niet hoeft te brengen. De moeder kan [minderjarige 2] zelf brengen in de weekenden dat hij bij haar is. Het is niet nodig dat de vader hem brengt of haalt. De ouders zijn uiteindelijk ter zitting overeengekomen dat de moeder [minderjarige 2] naar zijn uitwedstrijd zal brengen in de weekenden dat [minderjarige 2] bij haar verblijft, maar dat de vader wel kan komen kijken bij de wedstrijd. De moeder benadrukt dat de verstandhouding tussen de ouders veel beter is geworden, waardoor de ouders in staat zijn om onderling te kunnen overleggen om een weekend te wisselen als dit beter uitkomt.
5.9
Ter zitting is tevens besproken in hoeverre de vader de kinderen door de week een avond bij zich kan hebben. Omdat de vader als ZZP’er werkt bij de post, is het moeilijk een dagdeel vrij te nemen. Het is voor hem niet haalbaar om een vaste doordeweekse dag af te spreken waarop hij de kinderen ’s avonds (na zijn werk) zou kunnen zien. De moeder heeft ter zitting aangegeven dat de ouders in onderling overleg kunnen bespreken wanneer de vader de kinderen doordeweeks zou kunnen zien. Het hof zal hierover niets opnemen in zijn beslissing en gaat ervan uit dat de ouders extra contact door de week onderling zullen regelen.
5.1
Ten aanzien van de regeling tijdens vakanties, feestdagen en verjaardagen heeft de vader grotendeels ingestemd met het verzoek van de moeder. In afwijking van het verzoek van de moeder, zijn de ouders overeengekomen dat de kinderen in de vakanties van één week (de herfst- en de voorjaarsvakantie) 3,5 dag bij de moeder en 3,5 dag bij de vader zullen zijn. Het hof zal voor alle vakanties een regeling voor de even en oneven jaren opnemen.
De moeder heeft ter zitting haar verzoek om een aparte regeling voor het Ethiopische kerstfeest op te nemen, ingetrokken.
5.11
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

6.De beslissing

Het hof, in principaal en incidenteel hoger beroep:
vernietigt de bestreden beschikking en opnieuw rechtdoende:
bepaalt dat de omgangsregeling voor de weekenden als volgt wordt vastgesteld: de kinderen verblijven om de week van zaterdagochtend (dan wel, in onderling overleg tussen de ouders, vanaf vrijdag 17.00 uur of later) tot zondagavond 17:30 uur bij de vader;
bepaalt dat de regeling betreffende vakanties, feestdagen en verjaardagen als volgt wordt vastgesteld:
- de vakanties van één week (de herfst- en de voorjaarsvakantie):
 even jaren: de kinderen zijn de eerste 3,5 dag bij de moeder en de tweede 3,5 dag bij de vader;
 oneven jaren: de kinderen zijn de eerste 3,5 dag bij de vader en de tweede 3,5 dag bij de moeder;
- de vakanties van twee weken (de kerst- en de meivakantie):
 even jaren: de kinderen zijn de eerste week bij de moeder en de tweede week bij de vader;
 oneven jaren: de kinderen zijn de eerste week bij de vader en de tweede week bij de moeder;
  • de zomervakantie: de kinderen zijn vier weken bij de moeder en twee weken bij de vader, waarbij de volgorde door de ouders zal worden bepaald na onderling overleg via Whatsapp;
  • de kerstdagen (25 en 26 december):
 even jaren: eerste kerstdag bij de vader en tweede kerstdag bij de moeder;
 oneven jaren: eerste kerstdag bij de moeder en tweede kerstdag bij de vader;
- oud en nieuw:
 even jaren: bij de vader;
 oneven jaren: bij de moeder;
  • de verjaardagen van de kinderen: de moeder organiseert een kinderpartijtje en de vader gaat iets leuks doen met het kind, in overleg kan dit op de verjaardag zelf en wordt het kinderpartijtje op een andere dag gepland;
  • op de verjaardagen van de ouders zijn de kinderen bij de jarige ouder, als dit naar omstandigheden mogelijk is;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het in hoger beroep meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A. van Haeringen, mr. M.C. Schenkeveld en mr. L.M. Coenraad, in tegenwoordigheid van mr. M. Hermans als griffier, en is op 31 oktober 2023 in het openbaar uitgesproken door de oudste raadsheer.