ECLI:NL:GHAMS:2023:2587

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 oktober 2023
Publicatiedatum
1 november 2023
Zaaknummer
200.330.784/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake echtscheiding en verdeling van huwelijksgemeenschap

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de echtscheiding en de verdeling van de huwelijksgemeenschap tussen de vrouw en de man. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.E. Muller, heeft op 4 augustus 2023 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 4 mei 2023, die op 5 oktober 2023 is hersteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 oktober 2023 hebben partijen overeenstemming bereikt over de geschilpunten, wat heeft geleid tot een mondelinge uitspraak van het hof.

De feiten van de zaak zijn als volgt: partijen zijn in 2005 met elkaar gehuwd in gemeenschap van goederen en staan beide onder bewind. De rechtbank had eerder de echtscheiding uitgesproken, maar deze was nog niet ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd voor zover deze aan het oordeel van het hof was onderworpen en opnieuw beslist. De vrouw is nu de huurder van de echtelijke woning, en de verdeling van de huwelijksgemeenschap is vastgesteld.

De beslissing van het hof houdt in dat de bankrekeningen en het leasecontract van de auto worden voortgezet op naam van de man, met de verplichting om de helft van de saldi aan de vrouw te vergoeden. Tevens is bepaald dat partijen in onderling overleg de inboedelzaken zullen verdelen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de man heeft zijn vordering in de strafzaak tegen de vrouw ingetrokken. Deze beschikking vormt de uitwerking van de mondelinge uitspraak van 19 oktober 2023.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
Zaaknummer: 200.330.784/01
Zaak- / rekestnummer rechtbank: C/15/336612 / FA RK 23-620
beschikking van de enkelvoudige kamer van 19 oktober 2023 in de zaak van
[bewindvoerder 1] ,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder van:
[de vrouw] ,
wonende te [plaats ] ,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. A.E. Muller te Haarlem,
en
[bewindvoerder 1] ,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder van:
[de man] ,
wonende te [plaats ] ,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. F.J. Mascini te Haarlem.

1.Het verloop van de procedure bij de rechtbank

Het hof verwijst voor het verloop van de procedure bij de rechtbank naar de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, (hierna: de rechtbank) van 4 mei 2023, die is hersteld bij herstelbeschikking van de rechtbank van 5 oktober 2023, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (hierna: de bestreden beschikking).

2.De procedure in hoger beroep

2.1
De vrouw is op 4 augustus 2023 in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking van 4 mei 2023, hersteld op 5 oktober 2023.
2.2
Bij het hof zijn verder de volgende stukken ingekomen:
- een bericht van partijen van 1 september 2023;
- een bericht van de vrouw van 15 september 2023;
- een bericht van de man van 19 september 2023.
2.3
Op 19 oktober 2023 heeft een mondelinge behandeling in de vorm van een zitting ten overstaan van de enkelvoudige kamer plaatsgevonden. Verschenen zijn:
- de advocaat van de vrouw;
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- [begeleidster] , de persoonlijk begeleidster van de vrouw;
- [begeleider] , de maatschappelijk begeleider van de man;
- [bewindvoerder 1] (hierna: de bewindvoerder).
De vrouw is niet in persoon ter zitting verschenen.
2.4
Tijdens bovengenoemde zitting hebben partijen laten weten ermee akkoord te zijn dat het hof op de voet van artikel 16 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering enkelvoudig zal beslissen.
2.5
Gelet op de overeenstemming die partijen hebben bereikt tijdens de zitting heeft de voorzitter na afloop van de zitting op 19 oktober 2023 mondeling uitspraak gedaan en meegedeeld dat die uitspraak op de voet van artikel 29a, vijfde en zesde lid Rv zal worden uitgewerkt in een beschikking.
2.6
Deze beschikking is de uitwerking van voornoemde mondelinge uitspraak.

3.De feiten

3.1
Partijen zijn [in] 2005 met elkaar gehuwd in de gemeente [plaats ] , in gemeenschap van goederen.
3.2
In de (in zoverre niet bestreden) beschikking, waarvan beroep, is de echtscheiding tussen hen uitgesproken. De echtscheiding was ten tijde van de zitting bij het hof nog niet ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
3.3
Zowel de man als de vrouw staan onder bewind. Zij hebben dezelfde bewindvoerders, te weten [bewindvoerder 2] en [bewindvoerder 1] h.o.d.n. [X] , gevestigd te [plaats ] .
3.4
Partijen woonden samen in de echtelijke huurwoning aan de [A-straat] te [plaats ] (hierna ook: de echtelijke woning). Ook thans wonen beide partijen nog in die woning.

4.De omvang van het hoger beroep

4.1
Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank, op verzoek van de man, de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Verder heeft de rechtbank bepaald dat de man huurder zal zijn van de echtelijke woning met ingang van de dag waarop de beschikking tot echtscheiding is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Ook heeft de rechtbank de wijze van verdeling van de tussen partijen bestaande huwelijksgemeenschap als volgt gelast:
- de saldi van de bankrekeningen [bankrekening 1] , [bankrekening 2] en [bankrekening 3] wordt toegedeeld aan de man, zonder nadere verrekening;
- het saldo van de bankrekening [bankrekening 4] wordt toegedeeld aan de vrouw, zonder nadere verrekening;
- zijn persoonlijke goederen, het scheerapparaat, het gereedschap, de prijzenkast, de biljartspullen en de auto met kenteken [kenteken] worden toegedeeld aan de man.
De rechtbank heeft de beslissing met betrekking tot het huurrecht van de echtelijke woning en de verdeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De vrouw heeft in eerste aanleg geen verweerschrift ingediend en de rechtbank heeft vervolgens zonder mondelinge behandeling beslist.
4.2
In hoger beroep heeft de vrouw aanvankelijk verzocht de bestreden beschikking te vernietigen, met uitzondering van de uitgesproken echtscheiding tussen partijen, en (uitvoerbaar bij voorraad) te bepalen dat:
I. de vrouw bij uitsluiting van de man met onmiddellijke ingang huurster zal zijn van de echtelijke woning;
II. de wijze van de verdeling van de tussen partijen bestaande huwelijksgemeenschap wordt gelast in die zin dat:
- de bankrekeningnummers met kenmerk [bankrekening 1] , [bankrekening 2] en [bankrekening 3] op naam van de man worden voortgezet, waarbij de man is gehouden de helft van de bijbehorende saldi per wettelijke peildatum aan de vrouw te vergoeden;
- de bankrekening met kenmerk [bankrekening 4] op naam van de vrouw wordt voortgezet, waarbij zij gehouden is de helft van het bijbehorende saldo per wettelijke peildatum aan de man te vergoeden;
- het leasecontract van de auto met kenteken [kenteken] wordt voortgezet op naam van de man onder de verplichting dat de man de hieruit voortkomende kosten volledig op zich dient te nemen en de vrouw hiervoor vrijwaart;
- partijen in onderling overleg dienen over te gaan tot verdeling van de inboedelzaken, zulks met gesloten beurzen.

5.De motivering van de beslissing

5.1
Ter zitting in hoger beroep hebben partijen ter beëindiging van het geschil overeenstemming bereikt over de geschilpunten. Partijen zijn het volgende overeengekomen:
I. het huurrecht van de woning aan het adres [A-straat] te [plaats ] komt toe aan de vrouw, met ingang van de dag waarop de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand;
II. de verdeling van de tussen partijen bestaande ontbonden huwelijksgoederengemeenschap als volgt zal plaatsvinden:
- de bankrekeningnummers met kenmerk [bankrekening 1] , [bankrekening 2] en [bankrekening 3] worden op naam van de man gesteld dan wel voortgezet, waarbij de man is gehouden de helft van de bijbehorende saldi per datum van de zitting, te weten 19 oktober 2023, aan de vrouw te vergoeden;
- de bankrekening met kenmerk [bankrekening 4] op naam van de vrouw wordt voortgezet, waarbij de vrouw is gehouden de helft van het bijbehorende saldo per datum van de zitting, te weten 19 oktober 2023, aan de man te vergoeden;
- het leasecontract van de auto (brommobiel) met kenteken [kenteken] wordt voortgezet op naam van de man, met ingang van de dag waarop de echscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, onder de verplichting dat de man de hieruit voortkomende kosten volledig op zich neemt en de vrouw hiervoor vrijwaart;
- partijen zullen in onderling overleg, onder begeleiding van de betrokken hulpverlening, overgaan tot verdeling van de inboedelzaken, zulks met gesloten beurzen;
- wanneer aan bovenstaande punten uitvoering is gegeven hebben partijen ter zake van de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap over en weer niets meer van elkaar te vorderen;
III. de man ziet af van zijn vordering benadeelde partij strekkende tot toewijzing van materiële en immateriële schadevergoeding ten laste van de vrouw, in de strafzaak met parketnummer 15.062046/23, waarin de vrouw wordt vervolgd.
5.2
Het hof begrijpt uit bovengenoemde afspraken tussen partijen dat de man zijn inleidende verzoeken en de vrouw haar aanvankelijke verzoeken in hoger beroep wijzigt, overeenkomstig hetgeen partijen zijn overeengekomen. Omdat partijen overeenstemming hebben bereikt zal het hof dienovereenkomstig beslissen. Dit leidt tot de volgende beslissing.

6.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 4 mei 2023, hersteld op 5 oktober 2023, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en, in zoverre opnieuw rechtdoende;
bepaalt dat de vrouw huurder zal zijn van de woning aan het adres [A-straat] te [plaats ] , met ingang van de dag waarop de echtscheidingsbeschikking zal zijn ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand;
bepaalt de verdeling van de tussen partijen bestaande ontbonden huwelijksgoederengemeenschap als volgt:
- de bankrekeningnummers met kenmerk [bankrekening 1] , [bankrekening 2] en [bankrekening 3] worden op naam van de man voortgezet dan wel gesteld, waarbij de man is gehouden de helft van de bijbehorende saldi per 19 oktober 2023, aan de vrouw te vergoeden;
- de bankrekening met kenmerk [bankrekening 4] wordt op naam van de vrouw voortgezet, waarbij de vrouw is gehouden de helft van het bijbehorende saldo per 19 oktober 2023, aan de man te vergoeden;
- het leasecontract van het voertuig met kenteken [kenteken] wordt voortgezet op naam van de man, met ingang van de dag waarop de echscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, onder de verplichting dat de man de hieruit voortkomende kosten volledig op zich neemt en de vrouw hiervoor vrijwaart;
- partijen zullen in onderling overleg, onder begeleiding van de betrokken hulpverlening, overgaan tot verdeling van de inboedelzaken, zulks met gesloten beurzen;
- stelt vast dat wanneer partijen aan bovenstaande punten uitvoering hebben gegeven, partijen over en weer niets meer van elkaar te vorderen ter zake van de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
verstaat dat partijen zijn overeengekomen dat de man in de strafzaak tussen partijen, met parketnummer 15.062046/23, waarin de vrouw wordt vervolgd, zijn vordering benadeelde partij strekkende tot toewijzing van materiële en immateriële schadevergoeding ten laste van de vrouw zal intrekken.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.V.T. de Bie, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. F. de Jongh als griffier en is op 19 oktober 2023 uitgesproken door de voorzitter.
Deze beschikking vormt de uitwerking van de mondelinge uitspraak van 19 oktober 2023 en is op 2 november 2023 aldus vastgesteld door mr. A.V.T. de Bie.