ECLI:NL:GHAMS:2023:2586

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
1 november 2023
Zaaknummer
200.311.670/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling voor werkzaamheden voorafgaand aan een renovatieovereenkomst en het falen van het beroep op dwaling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen City Hotel Rembrandtplein B.V. en een bouw- en aannemersbedrijf. City Hotel had een omgevingsvergunning verkregen voor renovatiewerkzaamheden en was in gesprek gegaan met de geïntimeerde over de uitvoering daarvan. Na verschillende offertes en gesprekken, heeft City Hotel een offerte goedgekeurd, maar later geweigerd te betalen voor de werkzaamheden die door de geïntimeerde zijn verricht. De kantonrechter had in eerste aanleg de vordering van de geïntimeerde toegewezen, maar City Hotel ging in hoger beroep. Het hof oordeelde dat City Hotel zich had verbonden aan de offerte en dat het beroep op dwaling niet slaagde. Het hof bevestigde dat de werkzaamheden die in de offerte waren opgenomen, waren uitgevoerd, met uitzondering van het legionella managementplan, waarvoor City Hotel niet hoefde te betalen. Het hof vernietigde een deel van het vonnis van de kantonrechter, maar bekrachtigde het vonnis voor het overige, en veroordeelde City Hotel in de proceskosten.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.311.670/01
zaaknummer rechtbank Amsterdam : 9315673 / CV EXPL 21-9644
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 3 oktober 2023
inzake
CITY HOTEL REMBRANDTPLEIN B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
appellante,
advocaat: mr. T.A. Phijffer te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. E. Zondervan te Leusden.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna City Hotel en [geïntimeerde] genoemd.
City Hotel is bij dagvaarding van 17 maart 2022 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter) van 17 december 2021, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen [geïntimeerde] als eiseres in conventie tevens gedaagde in reconventie en City Hotel als gedaagde in conventie tevens eiseres in reconventie (hierna: het bestreden vonnis). Bij arrest van 28 juni 2022 heeft het hof een mondelinge behandeling na aanbrengen gelast, die op 12 december 2022 heeft plaatsgevonden. Uit het daarvan opgemaakte proces-verbaal blijkt dat tussen partijen geen minnelijke regeling tot stand is gekomen.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, met producties;
- akte uitlating producties.
Ten slotte is arrest gevraagd.
City Hotel heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en
- uitvoerbaar bij voorraad - de vordering in conventie alsnog zal afwijzen en in reconventie alsnog zal verklaren voor recht dat de overeenkomst van 18 juni 2015 rechtsgeldig is vernietigd althans deze alsnog te vernietigen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding in beide instanties.
[geïntimeerde] heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met veroordeling van City Hotel in de kosten van het geding in hoger beroep.
Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2.Feiten

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 t/m 2.10 de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Met
grief 1betoogt City Hotel dat het overzicht van de kantonrechter niet volledig is. Voor zover van belang, zal het hof daar rekening mee houden. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
2.1.
[geïntimeerde] is een bouw- en aannemersbedrijf. City Hotel exploiteert een hotel aan het Rembrandtplein in Amsterdam.
2.2.
In 2018 heeft City Hotel een omgevingsvergunning verkregen voor het ingrijpend renoveren van de kamers en verkeersruimten in haar hotel (hierna: de renovatiewerkzaamheden). City Hotel beschikte reeds over door de gemeente goedgekeurde handgemaakte tekeningen voor de renovatie van haar architect [naam 1] (hierna: [naam 1] ).
2.3.
City Hotel is in december 2018 met [geïntimeerde] in gesprek gegaan over het uitvoeren door laatstgenoemde van de renovatiewerkzaamheden en heeft [geïntimeerde] verzocht een offerte uit te brengen.
2.4.
[geïntimeerde] heeft in maart/april 2019 een asbestinventarisatie uitgevoerd of laten uitvoeren in het hotel. De factuur van 25 april 2019 van € 2.117,50 die [geïntimeerde] City Hotel in verband daarmee zond is door City Hotel betaald.
2.5.
Op 18 maart 2019 en 26 april 2019 heeft [geïntimeerde] offertes opgesteld voor de renovatiewerkzaamheden voor een netto totaalbedrag van € 1.270.465,59 exclusief btw respectievelijk € 1.251.223,27 exclusief btw. Dit waren zogenoemde ‘gesloten’ offertes, waarin geen inzicht wordt verschaft in de marges van de aannemer.
2.6.
Omdat City Hotel de zojuist genoemde offertes te hoog en weinig concreet vond (teveel stelposten, City Hotel wilde graag een vaste aanneemsom), heeft er op 12 juni 2019 een gesprek plaatsgevonden tussen de heer [naam 2] van [geïntimeerde] (hierna: [naam 2] ) en [naam 3] van City Hotel (hierna [naam 3] ), die
- mede vanwege het feit dat [naam 3] de Nederlandse taal niet goed beheerst - werd vergezeld door [naam 1] .
2.7.
[geïntimeerde] heeft City Hotel op 18 juni 2019 de offerte gestuurd waarvan zij in dit geding betaling vordert (hierna: de offerte). Daarin is, voor zover relevant, het volgende vermeld:
“(…)We are pleased to present you our price offer for the following activities:
1.
The digitization of current hand-drawn building plans.
2.
Designing electrical installations:

Making a plan of requirements for the fire alarm and evacuation systems.

Designing and drawing the fire alarm and evacuation system.

Designing and drawing the emergency lighting and escape route reference installation.

Designing and drawing the electrical installations in the rooms.

Designing and drawing the electrical installations in the general areas and CVZ installations.

Designing and drawing the Cal, data and intercom systems.
3.
Taking care of installation drawings, calculations, engineering with regard toW-installations including a legionella management plan.
The above work for an amount large:
1.
€ 3.920,60(excl. BTW)
2.
€ 3.238,76(excl. BTW)
3.
€ 4.545,63(excl. BTW)
In total:€ 11.705,--
(…)”
2.8.
Op 18 juni 2019 heeft City Hotel [geïntimeerde] per e-mail met als onderwerp ‘RE: Quotation drawings, W-installations and designing electrical installations City Hotel 195286’ bericht, voor zover relevant:
“(…)
The quotation is approved. Please go ahead and execute as soon as possible.
(…)”
2.9.
Bij e-mail van 16 juli 2019 heeft [geïntimeerde] aan City Hotel geschreven, voor zover hier relevant:
“Good morning [naam 3] ,
At the moment the plumber and electrician are busy with the technical building drawings. (…)We would like to make an appointment with you on this Friday 15-07-2019 at 13:00 to talk about the new drawings and new offer. (…)”
2.10.
[naam 3] van City Hotel heeft hierop diezelfde dag als volgt op gereageerd, voor zover van belang:
“Hi [naam 4] ,
Please make sure they finish their offers Thursday. We are way behind schedule with the pricing. (…)”
2.11.
Bij e-mail van 17 juli 2019 heeft [geïntimeerde] City Hotel geschreven, voor zover relevant:
“(…) In the appendix I’ve added the drawings from our subcontractors. One note to this: in the drawings from the plumber you can see that there are radiators in every hotel room. This is only to give you an idea where these wil come if you choose this option (…).”
2.12.
Op 19 juli 2019 heeft [geïntimeerde] opnieuw een offerte uitgebracht voor de renovatiewerkzaamheden. Het netto totaal geoffreerde bedrag bedraagt
€ 1.057.934,35 exclusief btw. Vervolgens zijn daar 8% algemene kosten, 3% risico, 2% winst en 0,35% CAR verzekering bij opgeteld, waarmee de offerte sluit op € 1,204.684,44. Dit is een zogenoemde ‘open offerte’, waarin de marges wel zichtbaar zijn.
2.13.
City Hotel heeft [geïntimeerde] laten weten dat zij niet met de offerte instemt.
2.14.
Op 29 augustus 2019 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen [geïntimeerde] en City Hotel waarbij tevens [naam 1] en de installateurs aanwezig waren. Daarbij is de indeling van de engineering besproken.
2.15.
Op 9 september 2019 zijn de aangepaste tekeningen gepresenteerd.
2.16.
Bij e-mail van 27 september 2019 heeft [geïntimeerde] City Hotel de tekeningen toegezonden samen met de offerte van de elektricien en de loodgieter.
2.17.
Op 4 oktober 2019 heeft [geïntimeerde] City Hotel een aangepaste offerte van de elektricien nagezonden.
2.18.
Op een kort bericht van City Hotel na dat de offerte nog steeds boven budget was, heeft zij richting [geïntimeerde] niet meer van haar laten horen.
2.19.
Bij factuur van 5 februari 2020 (hierna: de factuur) heeft [geïntimeerde] onder verwijzing naar de offerte € 14.163,05 inclusief btw (€ 11.705,00 exclusief btw) bij City Hotel in rekening gebracht. Als projectnaam is op de factuur vermeld: “digitaliseren en intekenen plattegronden hotel”.
2.20.
Bij e-mail van 26 maart 2020 heeft [geïntimeerde] City Hotel het volgende geschreven, voor zover relevant:
“(…)
Although these are tough times, i would like to ask you for your payment, see the invoice attached. (…)
Would you please pay us?
Further i’m quite qurious about the plans for the renovation.
(…)”
2.21.
Op dezelfde dag heeft City Hotel hierop het volgende geantwoord, voor zover relevant:
“(…)
Well, not the greatest year till now. I broke my spine at the beginning of the year and going through terrible pain since then.
Due to that, and due to the coronavirus outbreak, we have stopped all our plans for the renovations at this point. Also the bank have backed out the financing.
(…)
Sorry, but we have stopped all payments to everyone, we do not have any funds anymore. (…)
When it will end, then we will sit and talk and will see how and if we can coop again.
(…)”
2.22.
In juni 2020 heeft City Hotel bezwaar gemaakt tegen de factuur.
2.23.
Omdat betaling van de factuur uitbleef, heeft [geïntimeerde] een incassogemachtigde ingeschakeld. City Hotel is vervolgens bij brief van 29 oktober 2020 gesommeerd om de factuur te betalen.

3.Beoordeling

3.1
In deze procedure vordert [geïntimeerde] betaling door City Hotel van de factuur van € 14.163,05 inclusief btw, vermeerderd met rente en kosten. Bij het bestreden vonnis heeft de kantonrechter de vordering toegewezen. Hij heeft daartoe overwogen dat partijen op basis van de offerte een overeenkomst hebben gesloten en dat City Hotel onvoldoende heeft onderbouwd dat de onder 2 en 3 van de offerte genoemde werkzaamheden niet zijn verricht. Ten aanzien van het door City Hotel gedane beroep op dwaling heeft de kantonrechter geoordeeld dat zij dit onvoldoende heeft onderbouwd, zodat de buitengerechtelijke vernietiging door City Hotel geen effect sorteert. Dat leidt ertoe dat niet aan de voorwaarde voor de in reconventie door City Hotel gevorderde verklaring voor recht is voldaan, zodat aan de behandeling daarvan niet wordt toegekomen. De kantonrechter heeft City Hotel veroordeeld in de proces- en nakosten. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt City Hotel met haar grieven op.
3.2.
Met
grief 1 tot en met 4, die zich voor gezamenlijke behandeling lenen, voert City Hotel aan dat - anders dan de kantonrechter heeft geoordeeld - de offerte veel meer omvat dan is overeengekomen en dat het niet overeengekomen deel niet is verricht. Zij stelt daartoe dat tijdens het gesprek op 12 juni 2019 alleen is gesproken over het digitaliseren van de tekeningen van [naam 1] en dat partijen (dus) alleen het eerste punt van de offerte zijn overeengekomen en de andere punten (twee en drie) niet. Die zijn ook niet uitgevoerd. Ter onderbouwing beroept City Hotel zich op overgelegde aantekeningen van [naam 1] van tijdens de bespreking. Ook wijst zij op de factuur, waarop alleen ‘digitaliseren en intekenen plattegronden hotel’ is vermeld.
3.3.
De grieven falen. Vaststaat dat City Hotel de offerte heeft geaccepteerd met de e-mail van City Hotel van 18 juni 2019. In die e-mail, die als onderwerp ‘Quotation drawings, W-installations and designing electrical installations City Hotel 195286’ heeft, hetgeen meer is dan alleen het digitaliseren van reeds bestaande tekeningen, schrijft [naam 3] zonder voorbehoud dat de offerte akkoord is. In de offerte zelf zijn drie punten vermeld, waarvan de eerste - kort gezegd - het digitaliseren van de tekeningen van [naam 1] betreft, het tweede de tekeningen van de elektrische installatie en het derde onder andere ziet op de installatie tekeningen en berekeningen inclusief het opstellen van een legionella managementplan. Door in te stemmen met de offerte heeft City Hotel zich jegens [geïntimeerde] gebonden ten aanzien van alle in de offerte genoemde werkzaamheden en kosten. Dat tijdens de bespreking van 12 juni 2019 alleen zou zijn gesproken over het digitaliseren van de tekeningen van [naam 1] - hetgeen [geïntimeerde] heeft betwist - leidt, zelfs als dit in rechte zou komen vast te staan, niet tot een ander oordeel. Na een bespreking over een bepaald onderwerp kan men nog steeds schriftelijk een overeenkomst over (ook) andere onderwerpen sluiten. Voor een andersluidend oordeel zijn evenmin aanwijzingen te vinden in de tekst op de factuur. Weliswaar vermeldt de factuur als projectnaam ‘digitaliseren en intekenen plattegronden hotel’, er wordt ook expliciet op verwezen naar de offerte. Als City Hotel uitsluitend een overeenkomst ten aanzien van punt een had willen aangaan, had zij dat duidelijk moeten communiceren in haar e-mail van 18 juni 2019. Dat heeft zij nagelaten. City Hotel heeft nog naar voren gebracht dat [naam 3] haast had en dat [naam 1] de offerte pas later heeft gezien, maar heeft daar verder geen rechtsgevolgen aan verbonden. Bovendien zijn dit omstandigheden die voor rekening van City Hotel komen en het voorgaande niet anders maken.
3.4.
Niet in geschil is dat de werkzaamheden van punt een wel zijn uitgevoerd maar dat het onder punt drie genoemde legionella managementplan niet is opgesteld (dit laatste heeft [geïntimeerde] in hoger beroep erkend). De vraag of de werkzaamheden van punt twee en de overige werkzaamheden van punt drie van de offerte ook zijn verricht beantwoordt het hof bevestigend. In hoger beroep heeft [geïntimeerde] haar standpunt, dat zij in eerste aanleg tijdens de zitting heeft toegelicht, nog nader onderbouwd. Onder meer heeft zij tekeningen en offertes van de onderaannemers overgelegd. Ook heeft zij onweersproken uitgelegd dat er na de offerte van 19 juli 2019 nog meerdere besprekingen zijn gevoerd, waarbij de installateurs aanwezig zijn geweest, en dat er aangepaste tekeningen zijn gestuurd. Als onweersproken staat eveneens vast dat [geïntimeerde] nog een nadere offerte voor de renovatiewerkzaamheden heeft uitgebracht, waarop City Hotel heeft laten weten dat deze nog steeds niet binnen haar budget past. Onder deze omstandigheden moet het ervoor worden gehouden dat partijen hun best hebben gedaan om het eens te worden over een offerte voor de renovatiewerkzaamheden, maar dat zij daar niet in zijn geslaagd. Dat neemt niet weg er voor de overeengekomen en wel reeds verrichte werkzaamheden betaald moet worden.
3.5.
Voor het legionella management plan hoeft City Hotel - gelet op de erkentenis van [geïntimeerde] dat dit niet is opgesteld - niet te betalen. Nu [geïntimeerde] onweersproken heeft gesteld dat de kosten daarvan € 500,00 (het hof begrijpt: exclusief btw) bedragen gaat het hof van de juistheid daarvan uit en zal dat deel van de vordering worden afgewezen.
3.6.
Voor zover City Hotel met
grief 4heeft bedoeld op te komen tegen het oordeel van de kantonrechter over een tekortkoming van [geïntimeerde] wordt daaraan voorbij gegaan. City Hotel heeft niet gesteld dat [geïntimeerde] toerekenbaar tekort is geschoten zodat dit punt geen bespreking behoeft.
3.7.
Grief 5 en 6zijn gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat het beroep op dwaling faalt. Deze grieven hebben geen succes omdat het hof het oordeel van de kantonrechter onderschrijft. City Hotel heeft aan haar beroep twee stellingen ten grondslag gelegd, die beide niet slagen. In de eerste plaats voert City Hotel aan dat zij de overeenkomst gebaseerd op de offerte niet zou hebben gesloten als de marges ook in de eerste twee offertes ten aanzien van de renovatiewerkzaamheden zichtbaar zouden zijn geweest. [geïntimeerde] heeft daar gemotiveerd tegenin gebracht dat er ook in de eerste twee ‘gesloten offertes’ marges verwerkt waren, zij het niet zichtbaar voor de klant en uitgesmeerd over alle verschillende posten. Dat blijkt ook uit een vergelijking van de posten in de offertes, die [geïntimeerde] bij wijze van voorbeeld bij de memorie van antwoord heeft overgelegd. In haar latere akte heeft City Hotel daar niet op gereageerd. City Hotel heeft volstaan met het overleggen van een uitvoerige verklaring van [naam 3] in het Engels, zonder in de akte naar concrete passages uit die verklaring te verwijzen. Dat laatste had wel van City Hotel verwacht mocht worden. City Hotel heeft aldus de stellingen van [geïntimeerde] op dit punt onvoldoende weersproken, zodat die voor juist worden gehouden. In de tweede plaats grondt City Hotel haar beroep op dwaling op de stelling dat [geïntimeerde] met punt twee en drie van de offerte een vergoeding voor het verwerven van de opdracht rekende. [geïntimeerde] kan in die stelling niet worden gevolgd. Zoals uit het voorgaande blijkt is City Hotel een vergoeding voor - kort gezegd - de tekeningen van de onderaannemers overeengekomen en niet voor de offertes van de onderaannemers.
3.8.
Grief 7 mist zelfstandig belang en hoeft daarom niet besproken te worden.
3.9.
Partijen hebben geen bewijs aangeboden van feiten en omstandigheden die, indien bewezen, tot andere beslissingen leiden dan hiervoor genomen.
3.10.
De conclusie van het voorgaande is dat het bestreden vonnis wordt bekrachtigd behalve ten aanzien van de toegewezen hoofdsom. Daarop dient € 500,00 exclusief btw - derhalve € 605,00 inclusief btw - in mindering te worden gebracht vanwege de niet uitgevoerde werkzaamheden ten aanzien van het legionella managementplan. Dit betekent dat het vonnis op dit punt vernietigd dient te worden.
3.11.
City Hotel zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.

4.Beslissing

Het hof:
vernietigt 5.1 van het vonnis waarvan beroep, voor zover City Hotel daarbij is veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerde] van € 16.545,37 inclusief btw;
en in zoverre opnieuw rechtdoende:
veroordeelt City Hotel tot betaling aan [geïntimeerde] van een bedrag van € 15.940,37 inclusief btw;
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep voor het overige;
veroordeelt City Hotel in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op € 2.315,00 aan verschotten en € 2.366,00 voor salaris;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mr. G.C. Boot, mr. F.J. van de Poel en mr. S.M.M. Garben en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2023.