ECLI:NL:GHAMS:2023:2583

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
1 november 2023
Zaaknummer
200.311.577/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelaatbaarheid van opzegging sponsorcontract tussen professionele basketbalclub en Nike tijdens corona-pandemie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opzegging van een sponsorcontract tussen de professionele basketbalclub Maccabi Tel Aviv en Nike Retail B.V. Maccabi, die sinds 2002 door Nike werd gesponsord, had een overeenkomst die geldig was tot 31 juli 2021. Tijdens de coronapandemie heeft Nike het contract beëindigd, wat Maccabi als onredelijk beschouwde. Maccabi vorderde betaling van een bonus en sponsorgelden, maar de rechtbank had deze vorderingen afgewezen. In hoger beroep heeft Maccabi de beslissing van de rechtbank bestreden, met argumenten over de geldigheid van de beëindiging van de overeenkomst en de aanspraak op de bonus voor het bereiken van de kwartfinale in de EuroLeague.

Het hof heeft vastgesteld dat de opzegging van het contract door Nike toelaatbaar was, gezien de omstandigheden van de coronapandemie en de bepalingen in de overeenkomst. Het hof oordeelde dat de opzegging niet in strijd was met de redelijkheid en billijkheid, en dat Maccabi niet mocht verwachten dat de gebruikelijke zomerstop van drie maanden niet meegeteld zou worden in de opzeggingsgrond. De vordering van Maccabi tot betaling van de kwartfinale bonus werd afgewezen, omdat de overeenkomst niet voorzag in een situatie waarin een team zich wel kwalificeert voor de kwartfinale, maar deze niet speelt. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en verwees Maccabi in de kosten van het geding in appel.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I AOF
zaaknummer : 200.311.577/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam: C/13/696923/ HA ZA 21-142
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 3 oktober 2023
inzake
de rechtspersoon naar buitenlands recht
MACCABI TEL AVIV (1995) Ltd.,
gevestigd te Tel Aviv, Israël,
appellante,
advocaat: mr. U. Aloni te Amsterdam,
tegen
NIKE RETAIL B.V.,
gevestigd te Hilversum,
geïntimeerde,
advocaat: mr. A.P. Meijboom te Amsterdam.

1.De zaak in het kort

Een professionele basketbalclub heeft een sponsorcontract met Nike gesloten. Nike heeft dat contract in de periode van de corona-pandemie beëindigd. De club vindt dat niet redelijk en maakt aanspraak op betalingen van een bonus en sponsorgelden op basis van dat contract. De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen en tegen die beslissing richt zich dit hoger beroep.

2.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Maccabi en Nike genoemd.
Maccabi is bij dagvaarding van 20 april 2022 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 februari 2022, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen Maccabi als eiseres en Nike als gedaagde. Er heeft een mondelinge behandeling na aanbrengen plaatsgehad, waar geen regeling is bereikt.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, tevens akte vermindering van eis, met producties;
- memorie van antwoord, met producties.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Maccabi heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog Nike zal veroordelen tot betaling van USD 50.000, met wettelijke handelsrente, alsmede USD 425.000 met wettelijke (handels)rente en
€ 2.775 en USD 2.375 aan buitengerechtelijke kosten, alles met veroordeling van Nike in de kosten van het geding in beide instanties met nakosten en rente.
Nike heeft geconcludeerd tot afwijzing van de gewijzigde vordering en bekrachtiging, met veroordeling van Maccabi in de kosten van het geding in beide instanties met nakosten.
Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

3.Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.15 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
3.1.
Maccabi is een professionele basketbalclub in Israël die sinds haar oprichting in
1932 tientallen keren landskampioen is geweest en ook meespeelt in internationale
competities zoals de EuroLeague.
3.2.
Nike is onderdeel van het Nike concern dat wereldwijd producent is van
sportkleding, sportschoenen en aanverwante producten. Nike is verantwoordelijk voor de activiteiten van het concern in Europa, het Midden-Oosten en Afrika.
3.3.
Nike is sinds 2002 sponsor van Maccabi. Partijen hebben met ingang van l
augustus 2017 een (nieuwe) sponsorovereenkomst gesloten (hierna: de Overeenkomst). In artikel 2 van de (Engelstalige) Overeenkomst is bepaald dat de overeenkomst geldig is tot en met 31 juli 2021, behoudens beëindiging of verlenging.
3.4.
De Overeenkomst, waarin Maccabi
Clubwordt genoemd, houdt voor zover van belang het volgende in:
(...)
4. REMUNERATION
In consideration for all the rights granted and benefits provided to NIKE and the
obligations undertaken by CLUB under this Agreement, NIKE shall pay CLUB the
remuneration set out below.
(...)
(b) Performance Bonuses. NIKE shall pay CLUB the performance bonuses set out in
Schedule A if all Team Members wear and/or use exclusively NIKE Products as required by this Agreement. Any bonuses earned under this Clause 4{b) shall be paid within 42 days(…)
Bij voormelde bepaling hoort onderstaand schema:
(…)
12. RIGHTS OF REDUCTION
CLUB acknowledges that the principal inducements for NIKE entering into, and the essence of, this Agreement are: (i) CLUB's regular participation, appearance and
performance wearing NIKE Products at a high level in the top national league of the country where CLUB plays its domestic basketball ("Top League") and the EuroLeague; (ii) the provision of other services to promote and endorse NIKE Products, the NIKE brand or the brand of any member of the NIKE Group; and (iii) the ability for NIKE to at least maintain, if not increase, the amount of visibility given to the NIKE brand in connection with CLUB and the sport of basketball. Accordingly, without prejudice to NIKE's rights under the Agreement, NIKE may apply the reductions below (which are cumulative), which the party agree represent a reasonable estimate of loss:
(a) The following reductions relate to the reduced exposure given to the NIKE brand or diminished realization of the value expected from this Agreement arising from certain actions of CLUB and/or third parties and shall apply to the Base Compensation and Performance Bonuses payable under this Agreement (together "Remuneration").
(1)I f for any period during the Agreement Period, any Team is forbidden, prevented from or does not wear, use and promote NIKE Products and the Nike brand as required under this Agreement (.. .), then NIKE may reduce the total Remuneration for each such Agreement Year by an amount which reflects the diminution in value realized by NIKE during that Agreement Year."
(…)
15. TERMINATION
(...)
(b) Nike may terminate this Agreement effective immediately by written notice to CLUB if:
(...)
(5)
the First Team is for any reason (including without limitation a player strike, ban or suspension by a Regulatory Authority) unable or unwilling to compete in national or International Games or competitions for a period of at least 3 consecutive months;
(...)
(d) Upon expiration or termination of this Agreement for any reason, shall not be entitled to any further compensation under this Agreement except any unpaid Performance Bonuses or royalties, or any unpaid annual Base Compensation to which CLUB was entitled for services actually completed as of the effective date of termination, prorated over the entire Agreement Year and calculated to the effective date of termination. CLUB shall reimburse NIKE for Base Compensation, if any, paid prospectively in excess of the amount which CLUB would be entitled to receive if the annual Base Compensation were prorated over the entire Agreement Year, calculated to the effective date of termination. (…) All pending orders for NIKE Products placed by CLUB or its employees pursuant to this Agreement shall be automatically cancelled. (...)
3.5.
Nadat de Covid-19 pandemie uitbrak is de Israëlische basketbalcompetitie
stilgelegd van 16 maart 2020 tot 21 juni 2020. Op 21 juni 2020 heeft het eerste herenteam van Maccabi (hierna: First Team) een wedstrijd gespeeld in die nationale competitie. De internationale basketbalcompetitie EuroLeague is op 12 maart 2020 geschorst en vervolgens zijn op 25 mei 2020 de resterende wedstrijden van het lopende basketbaljaar afgelast.
3.6.
Op 8 juli 2020 heeft [naam 1] ,
basketball sports marketing managerbij Nike,
telefonisch aan [naam 2] , voorzitter van Maccabi, laten weten de Overeenkomst te zullen beëindigen op grond van artikel 15 (b) (5) omdat het First Team gedurende een
aaneengesloten periode van meer dan drie maanden geen nationale of internationale
wedstrijden heeft gespeeld.
3.7.
Op 14 en 16 juli 2020 hebben [naam 2] en [naam 1] telefonisch contact gehad.
3.8.
Op 20 juli 2020 heeft Nike schriftelijk de Overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.
3.9.
Op 28 juli 2020 is Maccabi kampioen van Israël geworden. Daarvoor heeft Nike aan Maccabi in augustus 2020 een bonus als bedoeld in art. 4 van de Overeenkomst en het bijbehorende
schedulebetaald.
3.10.
Bij brief van 16 september 2020 heeft Maccabi Nike aangeschreven en bevestigd
dat zij heeft begrepen dat Nike de Overeenkomst niet zal verlengen na het seizoen
2020/2021. Voorts heeft Maccabi Nike gewezen op haar verplichtingen onder de Overeenkomst ten aanzien van de bonus voor het behalen van de kwartfinale van de Euroleague 2019/2020.
3.11.
Op 17 september 2020 reageerde [naam 1] per e-mail. Deze e-mail houdt voor zover van belang in:
(…)
Maccabi would indeed have been entitled to a bonus for being quarter finalist in the playoffs. However, the Euroleague season was cancelled with 6 games left (which could have influenced the ranking had those games been played) and the playoffs never took place. As a result, we never received the visibility of you playing in the quarterfinals. So hard to pay for visibility we did not receive.
Maccabi won the league and we paid the bonus, even though technically the contract had already ended.(…)
3.12.
Een e-mail van 3 november 2020 van [naam 3] ,
senior director competitions Euroleague basketball, houdt in:
(…)
We hereby confirm that Maccabi Tel Aviv had qualified for the 2019-20 Turkish Airlines Euroleague Playoff phase. (…)
3.13.
Nike heeft in augustus 2020 al eerder vervaardigde tenues en materialen voor het seizoen 2020/2021 aan Maccabi gestuurd. Maccabi heeft ze behouden en het First Team heeft de tenues gedurende het seizoen 2020/2021 gedragen.

4.Beoordeling

4.1
Maccabi heeft in eerste aanleg gevorderd, kort samengevat, dat Nike wordt veroordeeld tot betaling van de kwartfinale bonus van USD 50.000 en de basisvergoeding en bonussen voor het seizoen 2020/2021. De rechtbank heeft op basis van haar uitleg van de Overeenkomst de vordering ten aanzien van de kwartfinale bonus afgewezen. Ook de vordering ten aanzien van de basisvergoeding (en de nu niet meer gevorderde bonussen over 2020/2021) heeft zij afgewezen, kort gezegd omdat Nike gebruik heeft gemaakt van de contractuele mogelijkheid om de Overeenkomst te beëindigen voor het seizoen 2020/2021 en die opzegging toelaatbaar was.
Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt Maccabi met haar acht grieven (er zijn twee grieven VII) op. De eerste grief houdt in dat de rechtbank ten onrechte geen tegenbewijs heeft toegelaten omtrent de vraag of over art. 15 van de Overeenkomst is onderhandeld, een en ander tegen de achtergrond van de ongelijkwaardigheid van partijen. De volgende vijf grieven zien, vanuit verschillende invalshoeken, op de geldigheid en toelaatbaarheid van de beëindiging van de Overeenkomst. Grief VII (de eerste met dat nummer) ziet op de bonus, het onderwerp van het eerste deel van de vordering. Grief VIII is een voortbouwende veeggrief en richt zich tegen de kostenveroordeling.
4.2
Omdat partijen een rechtskeuze hebben gemaakt, is Nederlands recht van toepassing. Tegen de vermindering, althans wijziging, van eis is geen bezwaar gemaakt en deze is niet in strijd met de goede procesorde, zodat recht gedaan wordt op die gewijzigde eis.
De kwartfinale bonus
4.3
Het gaat hier om een commerciële overeenkomst tussen twee zakelijke partijen, zij het dat Nike groter is dan Maccabi. Hoewel duidelijk is geworden dat over de Overeenkomst wel degelijk is onderhandeld en dat Maccabi daarbij werd bijgestaan door advocaten, zal het hof er in het navolgende, gelet op grief I, vanuit gaan dat in de contractonderhandelingen geen speciale aandacht is besteed aan de formulering van het ingeroepen lid b 5 van art. 15 en dat dit door Nike is opgesteld. Maccabi heeft immers niet meer kunnen reageren op de producties die Nike eerst bij memorie van antwoord heeft overgelegd. Dat aspect en de omstandigheid dat onbetwist is dat de onderhandelaars zijdens Maccabi geen kennis hadden van het Nederlands recht, doen niet af aan het uitgangspunt dat bij de uitleg van de Overeenkomst die met toepassing van de Haviltex-maatstaf moet worden vastgesteld, in beginsel kan worden uitgegaan van de gebruikelijke betekenis van de bewoordingen van de relevante bepalingen van de Overeenkomst, gelezen in de context van het geheel.
4.4
De vordering is gebaseerd op art. 4b jo
.Schedule A bij de gedetailleerde Overeenkomst (zie 3.4), die zestien bladzijdes telt en diverse
schedules(bijlagen). De Overeenkomst begint in artikel 1 met een uitgebreide lijst definities. In die lijst komt het begrip Finalist, of Quarter Finalist, niet voor. Artikel 4,
Remuneration, geeft onder b. naast de voorwaarde dat
all Team Membersuitsluitend Nike kleding en uitrusting gebruiken slechts procedurele voorschriften voor de uitbetaling door Nike van de bonussen zoals gespecificeerd in Schedule A. Ook Schedule A geeft geen uitleg. In de kolom onder het kopje
Performance Achievement, onderdeel EuroLeague Competition, staat slechts een opsomming met in de naastgelegen kolom steeds een getal.
4.5
Maccabi meent dat de Overeenkomst zo moet worden begrepen dat vereist, maar ook voldoende is dat zij, althans haar First Team, zich heeft geplaatst voor de playoffs. Uit de onder 3.12 geciteerde bevestiging van de directeur van de Euroleague-competitie volgt dat zij zich in het voorjaar van 2020 had geplaatst. Daarmee is zij tot de kwartfinale toegelaten en dus een quarterfinalist en gerechtigd tot de bonus.
Verder heeft [naam 1] , namens Nike, ook erkend dat Maccabi recht had op die bonus in de e-mail van 17 september 2020 (zie 3.11)
Nike betwist op zichzelf in hoger beroep niet (meer) dat Maccabi zich had geplaatst voor de playoffs en dus de kwartfinale, maar zij meent dat de Overeenkomst zo moet worden begrepen dat voor het recht op de bonus ook nodig is dat de kwartfinale daadwerkelijk is gespeeld. De bij beide partijen bekende strekking en bedoeling van de Overeenkomst is dat Nike bereid is te betalen voor zichtbaarheid van haar kleding, uitrusting en merken. Die zichtbaarheid wordt bereikt doordat spelers in Nike-tenue de kwartfinale wedstrijd spelen en door het publiek bekeken worden, niet door het behalen van een plaats in de kwartfinale.
De door Maccabi aangehaalde e-mail bevestigt dit standpunt juist: er zou recht zijn geweest op de bonus als de wedstrijd gespeeld was, en dus de
visibilitywas bereikt, maar dat was niet het geval.
4.6
De e-mail van 17 september 2020 biedt onvoldoende steun aan het standpunt van Maccabi dat ook Nike zelf meende dat het geplaatst-zijn volstond en haar aanspraak heeft erkend. Na de eerste geciteerde zin waarop Maccabi zich baseert
(Maccabi would indeed have been entitled to a bonus for being quarter finalist) volgt immers een zin die wordt ingeleid met
however(echter), en daarin wordt benoemd dat de playoffs niet hebben plaatsgevonden. Daarna wordt erop gewezen dat daardoor de
visibilityniet is bereikt en dat het daarom lastig is om daarvoor te betalen. Het geheel van deze paragraaf kan in redelijkheid niet worden opgevat als een erkenning van de zijde van Nike dat Maccabi recht heeft op de bonus.
4.7
Wat de kwartfinale is staat tussen partijen vast, en ook dat Maccabi zich daarvoor had geplaatst maar niet de kwartfinale wedstrijd heeft gespeeld. Het geschil ziet op de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om voor de Quarter Finalist-bonus in aanmerking te komen. Het hof stelt, op basis van de inhoud van de Overeenkomst en de stellingen van partijen, vast dat de Overeenkomst een leemte vertoont op dat punt, want de Overeenkomst voorziet niet in het geval dat een team zich wel gekwalificeerd heeft voor de kwartfinale maar deze niet heeft gespeeld. Kennelijk -partijen zwijgen daarover- heeft zich een dergelijk geval in de loop van de Overeenkomst (en haar voorgangers) niet eerder voorgedaan en is daarover ook niet gesproken of onderhandeld.. De invulling van die leemte moet geschieden aan de hand van Haviltex-uitleg van de Overeenkomst.
4.8
Uit de Overeenkomst als geheel volgt dat Nike de sponsorgelden (de bonussen daaronder begrepen) slechts aan Maccabi ter beschikking stelt omdat zij belang heeft bij zoveel mogelijk aandacht voor haar producten, merken en naam (
visibility). Dat blijkt expliciet uit artikel 12 van de Overeenkomst en is als zodanig door Maccabi niet betwist. Het is duidelijk dat die aandacht vooral wordt bereikt doordat het publiek het First Team van Maccabi ziet spelen. Het behalen van een plaats in de playoffs genereert op zichzelf niet of nauwelijks
visibility. Een bonus is, naar Maccabi terecht aanvoert, in het algemeen een extra beloning van een goed presterend team, maar die ligt meer voor de hand als de wedstrijd is gespeeld dan als de wedstijd niet is gespeeld. Dat Schedule A voorziet in een bonus voor de finale en een aparte bonus voor het winnen van de finalewedstrijd doet hieraan niet af. Die regeling kan ook zo begrepen worden dat het spelen van de finalewedstrijd hoe dan ook tot een bonus leidt, maar dat de bonus hoger is ingeval van winst. Dat het spelen voor de finale-bonus geen vereiste is volgt daaruit niet. De stelling van Maccabi dat zij en Nike de clausule allebei anders hebben begrepen heeft Maccabi niet zodanig toegelicht dat aannemelijk wordt dat Nike heeft begrepen of moeten begrijpen dat Maccabi uitging van die andere uitleg.
4.9
Op basis van het ook aan Maccabi bekende doel dat Nike met de Overeenkomst nastreefde moet de leemte zo worden ingevuld dat niet alleen het geplaatst zijn, maar ook het spelen van de kwartfinale wedstrijd een voorwaarde is voor het verschuldigd zijn van de bonus. Maccabi mocht er in redelijkheid niet op vertrouwen dat de enkele plaatsing voldoende was.
De grief faalt dus en het vonnis zal op dit punt worden bekrachtigd.
De basisvergoeding
4.10.
De Overeenkomst voorziet expliciet in een opzeggingsmogelijkheid voor Nike in verschillende gevallen. Nike heeft opgezegd met een beroep op art. 15 b lid 5, dat bepaalt:
(5)
the First Team is for any reason (including without limitation a player strike, ban or suspension by a Regulatory Authority) unable or unwilling to compete in national or International Games or competitions for a period of at least 3 consecutive months.
Deze tekst houdt, beoordeeld naar voormelde maatstaf, in dat niet ter zake doet waarom het First Team
unable to competewas.
For any reasonbetekent dat immers, naar de meest gebruikelijke betekenis van die woorden.
Unablebetekent
niet in staaten is een neutraal woord. Dat dit buiten staat zijn ook kan worden veroorzaakt door als overmacht te kenmerken omstandigheden betekent niet dat hier sprake is van een contractuele uitsluiting van een beroep op overmacht, zodat in het midden kan blijven of zo’n uitsluiting -in de context van opzegging, niet ontbinding- toelaatbaar zou zijn. Partijen hebben immers afgesproken dat de achtergrond van het buiten staat zijn, en de eventuele rol van Maccabi daarin, inclusief verwijtbaarheid en vermijdbaarheid, niet van belang is. Zij hebben het resultaat, dat wil zeggen het niet in staat zijn deel te nemen, beslissend geacht.
4.11
Dat dit resultaat zich heeft voorgedaan staat vast. Het First Team is gedurende meer dan drie achtereenvolgende maanden (te weten drie maanden en 12 dagen, van 9 maart 2020 tot 21 juni 2020) niet in staat geweest om deel te nemen aan nationale of internationale wedstrijden.
4.12
Anders dan Maccabi heeft aangevoerd mocht zij in redelijkheid niet verwachten dat Nike de Overeenkomst zo zou interpreteren dat de gebruikelijke basketbalzomerstop van (ongeveer) drie maanden verschil zou maken voor de mogelijkheid om een beroep op die opzeggingsmogelijkheid te doen. Aangenomen moet worden dat beide partijen van die zomerstop op de hoogte waren toen zij de Overeenkomst sloten. Dit was immers niet de eerste sponsorovereenkomst die zij sloten, maar de laatste in een reeks sedert 2002. Volgens de onbetwiste stellingen van Maccabi is een zomerstop van ongeveer drie maanden al jaren gebruikelijk. Partijen hebben daarin geen aanleiding gezien voor het in de Overeenkomst opnemen van bijzondere bepalingen, niet in het kader van deze opzeggingsgrond, maar ook verder niet.
Anders dan grief V betoogt is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ook niet onaanvaardbaar dat in de termijn van drie maanden de zomerstop meegeteld wordt.. Maccabi moet hebben begrepen dat Nike wenste te beschikken over een zeer ruime opzeggingsmogelijkheid. Dat die zich rond de zomerstop sneller zou voordoen dan op andere momenten van het jaar was uit de tekst duidelijk. Dat Maccabi zich dat -wellicht- niet heeft gerealiseerd betekent niet dat zij zich dat in redelijkheid niet had hoeven realiseren en evenmin dat Nike had moeten begrijpen dat Maccabi de Overeenkomst anders las. Maccabi heeft ook geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit dat laatste valt af te leiden. Dat het lastig zou zijn tijdig een nieuwe sponsor te vinden omdat dat een proces van maanden is doet in dat verband niet ter zake. Dat is een gevolg van de afgesproken mogelijkheid om de Overeenkomst per direct te beëindigen, ongeacht het moment in het jaar.
De pandemie
4.13
Aangenomen moet worden dat partijen bij het sluiten van de Overeenkomst de mogelijkheid van de corona-pandemie en de in dat kader in de hele wereld door het bevoegd gezag genomen maatregelen, zoals het stilleggen van de Europese en de Israëlische basketbalcompetitie, niet hebben voorzien. Daarmee dient zich de vraag aan of Nike in die situatie ongewijzigde uitvoering van de Overeenkomst op dit punt mocht verwachten, waarbij mede dient te worden betrokken in hoeverre het zonder meer volgen van het afgesproken regime naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, met name vanwege de gevolgen daarvan voor Maccabi.
4.14
Tegen het oordeel van de rechtbank dat de opzegging door Nike heeft geleid tot het beëindigen van de Overeenkomst per 20 juli 2020 is geen grief gericht, zodat van die datum wordt uitgegaan. Tussen partijen staat verder vast dat het nieuwe contractsjaar, 2020/2021, begon op 1 september 2020.
De Overeenkomst was toen voor het daaraan voorafgaande contractsjaar aan beide zijden geheel nagekomen en afgewikkeld. Maccabi heeft de volledige basisvergoeding voor het contractsjaar 2019/2020 gekregen en ook nog, in augustus 2020, de kampioensbonus voor dat jaar, voor zover al moet worden aangenomen dat die op basis van de opgezegde Overeenkomst verschuldigd was. Van schade aan de zijde van Maccabi als gevolg van de pandemie over het jaar 2019/2020 is dus in zoverre geen sprake.
4.15
De schade die Maccabi overigens heeft geleden als gevolg van de pandemie is kennelijk zeer beperkt gebleven. In de Israëlische competitie zijn de wedstrijden die gedurende de stop van 12 maart tot en met 9 april 2020 gespeeld zouden worden volgens haar eigen stellingen later ingehaald. Het gaat kennelijk louter om zes gemiste en niet ingehaalde Euroleague wedstrijden. Weliswaar stelt Maccabi dat er sprake is geweest van geringere kaartverkoop, minder sponsorgeld en minder reclamegeld, maar zij heeft dat niet nader geconcretiseerd.
4.16
Dat betekent, dat de gevolgen van deze opzegging voor Maccabi niet erg verschillen van de door beide partijen bij het sluiten van de Overeenkomst onder ogen geziene gevolgen van opzegging in het algemeen, zoals de noodzaak om een nieuwe sponsor te zoeken. Daarbij weegt voorts mee dat tussen partijen vast staat dat Nike de tenues voor 2020/2021, die zij al vervaardigd had, gratis aan Maccabi ter beschikking heeft gesteld en dat Maccabi die tenues ook daadwerkelijk heeft gebruikt. Ook in dit verband weegt mee dat de kampioensbonus over 2019/2020, waarvan Nike wellicht had kunnen afzien omdat het kampioenschap pas na de opzegging is behaald, is betaald. In die situatie is de opzegging niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar en mocht Nike er, ondanks de pandemie en de daarmee samenhangende maatregelen, van uitgaan dat de Overeenkomst ook op het punt van de opzegging onverkort van toepassing was en dus nageleefd zou worden.
4.17
Maccabi heeft aangevoerd dat het passender zou zijn geweest als Nike de Overeenkomst niet had opgezegd, maar gebruik zou hebben gemaakt van de mogelijkheden van art.12. Nike heeft daar tegenover gesteld dat zij vanwege de pandemie haar eigen schade wenste te beperken en in dat verband heeft gekozen voor opzegging. Die keuze stond Nike in de structuur van de Overeenkomst vrij. Dat zij gekozen heeft voor opzegging in plaats van de in art. 12 opgenomen mogelijkheid van een inhouding van een deel van de betalingen is ondanks het daaruit voortvloeiende nadeel voor Maccabi tegen de achtergrond van de hiervoor geschetste situatie niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Hoewel Nike rekening diende te houden met de belangen van Maccabi mocht zij ook aan haar eigen belang denken. In die context weegt mee, dat het -zonder betaling en zonder daartoe strekkende overeenkomst- beschikbaar stellen van de Nike-tenues, hoewel gunstig voor Nike’s
visibility, ook voor Maccabi zeer voordelig was. Niet alleen had zij tenues voor de wedstrijden, maar zij kon ook in alle rust, zonder reputatieschade, over haar nieuwe sponsorovereenkomst onderhandelen. De maatregelen in het kader van de pandemie waren kennelijk inmiddels niet meer van kracht, zodat die geen rol spelen.
4.18
Dat betekent, dat de opzegging, ook in het licht van de pandemie, toelaatbaar was.
Slotsom en kosten
4.19
De grieven falen en behoeven geen verdere gedetailleerde bespreking. Van bewijsaanbiedingen ter zake van stellingen en feiten die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden is geen sprake.
Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. Maccabi zal als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in appel.

5.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep en wijst af de gewijzigde vordering in hoger beroep;
veroordeelt Maccabi in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Nike begroot op € 5.689,- aan verschotten en € 10.304,- voor salaris en op € 163,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 85,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, P.J. van Eekeren en M. Bijkerk en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2023.