In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van het gezag over twee minderjarige kinderen. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft het hof verzocht om het gezamenlijk gezag van de ouders te beëindigen en haar met het eenhoofdig gezag over de kinderen te belasten. De vader, verweerder in hoger beroep, heeft verzocht de bestreden beschikking van de rechtbank te bekrachtigen. De rechtbank had eerder het verzoek van de moeder afgewezen, wat leidde tot het hoger beroep.
De procedure begon met een beschikking van de rechtbank Amsterdam op 26 januari 2023, waarin het gezamenlijk gezag van de ouders werd gehandhaafd. De moeder heeft in haar verzoek aangevoerd dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders, en dat wijziging van het gezag noodzakelijk is in het belang van de kinderen. De vader betwistte deze claims en stelde dat hij geen problemen met de kinderen heeft en dat de moeder hen een negatief beeld over hem voorhoudt.
Het hof heeft de situatie van de kinderen beoordeeld, waarbij is vastgesteld dat de kinderen ernstige emotionele en psychologische problemen vertonen, waaronder angst en trauma, die voortkomen uit de onveilige thuissituatie en de omgang met de vader. De kinderen hebben aangegeven dat zij zich onveilig voelen met de vader als gezaghebbende ouder. Gezien de verslechterde situatie en de noodzaak voor de kinderen om in een veilige omgeving te kunnen opgroeien, heeft het hof besloten het gezamenlijk gezag te beëindigen en het gezag aan de moeder alleen toe te kennen. De beslissing is genomen met inachtneming van de belangen van de kinderen, die voorop staan in deze zaak.