ECLI:NL:GHAMS:2023:2552

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 oktober 2023
Publicatiedatum
27 oktober 2023
Zaaknummer
23-003153-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte voor rijden met ongeldig rijbewijs na gebrek aan bewijs van kennis van ongeldigverklaring

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1991 en thans gedetineerd, was in hoger beroep gegaan tegen een eerdere veroordeling voor het rijden met een ongeldig rijbewijs. De tenlastelegging betrof een incident op 12 juni 2021 te Hoorn, waar de verdachte een bromfiets bestuurde terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was. Dit ongeldigverklaren was het gevolg van een eerdere veroordeling voor een verkeersmisdrijf, waarbij de verdachte op 5 juni 2019 een onherroepelijk vonnis had gekregen.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 12 oktober 2023 heeft de advocaat-generaal een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken geëist. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet op de hoogte was van de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs, omdat er geen bewijs was dat de brief van het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie, waarin de ongeldigverklaring werd medegedeeld, de verdachte had bereikt. Het hof heeft vastgesteld dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs.

Op basis van deze overwegingen heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Het hof concludeerde dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op 26 oktober 2023.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003153-22
datum uitspraak: 26 oktober 2023
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 29 november 2022 in de strafzaak onder parketnummer 96-073362-22 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [detentieadres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
12 oktober 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 12 juni 2021 te Hoorn, op de weg, de Lingeweg, als bestuurder een motorrijtuig (tweewielige bromfiets), van categorie AM heeft bestuurd, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs zijn geldigheid had verloren en dat hij bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs moet voldoen aan de bij algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 123b, derde lid, gestelde voorwaarden, en aan hem geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaren.

Vrijspraak

Het hof stelt op grond van de stukken van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep het volgende vast.
De verdachte heeft op 12 juni 2021 in Hoorn een bromfiets bestuurd terwijl aan hem op
12 augustus 2019 een brief van het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie is gestuurd waarin staat dat zijn rijbewijs op grond van het bepaalde in artikel 123b van de Wegenverkeerswet 1994 met ingang van 5 juni 2019 ongeldig was geworden. Dit – kort gezegd – omdat hij bij een op 5 juni 2019 onherroepelijk geworden vonnis van de politierechter was veroordeeld voor een verkeersmisdrijf en al vaker onherroepelijk was gestraft voor een dergelijk misdrijf.
In het dossier bevinden zich geen stukken waaruit blijkt dat de brief van 12 augustus 2019 de verdachte daadwerkelijk heeft bereikt terwijl ook door zijn raadsman ter terechtzitting in hoger beroep is bepleit dat niet vastgesteld kan worden dat deze brief hem heeft bereikt en dat de verdachte niet wist dat zijn rijbewijs ongeldig was.
Nu bewijs hiervoor ontbreekt is het hof – met de raadsman – van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat de verdachte wist, dan wel redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs zijn geldigheid had verloren. Het hof zal daarom de verdachte vrijspreken van het hem ten laste gelegde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan
vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.D. van Heffen, mr. J.W.P. van Heusden en mr. M.K. Durdu-Agema, in tegenwoordigheid van mr. S. Bonset en mr. A.C. Vermeijden, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 oktober 2023.
mr. M.K. Durdu-Agema is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.