ECLI:NL:GHAMS:2023:25

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 januari 2023
Publicatiedatum
10 januari 2023
Zaaknummer
23-002441-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep na intrekking

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, gedateerd 31 augustus 2021. De verdachte, geboren in 1990 en thans gedetineerd in PI Veenhuizen, had hoger beroep ingesteld tegen het eerdergenoemde vonnis. Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Dit verzoek was gebaseerd op de akte van intrekking van het hoger beroep, die op 14 december 2022 door de verdachte was ingediend, evenals een e-mailbericht van dezelfde datum waarin de verdachte aangaf het hoger beroep niet te willen handhaven.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zijn bezwaren tegen het vonnis heeft ingetrokken en dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor nader onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters A.M. Koolen – Zwijnenburg, R.D. van Heffen en J. Steenbrink aanwezig waren. De uitspraak vond plaats op een openbare terechtzitting, waarbij ook griffier S.S.I. Jackson aanwezig was. Het arrest is niet ondertekend door de rechters Koolen – Zwijnenburg en Steenbrink, die buiten staat waren om te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002441-21
datum uitspraak: 22 december 2022
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 31 augustus 2021 in de strafzaak onder de parketnummers 13-224348-21 en 13-684218-18 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], [geboorteland] op [geboortedag] 1990,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in PI Veenhuizen, gevangenis Bankenbosch BB te Veenhuizen.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 22 december 2022.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens de akte intrekken hoger beroep van 14 december 2022 en het door de gemachtigde aan het hof gestuurde e-mailbericht van 14 december 2022, wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven, zodat hij geacht moet worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken. Daarom zal hij, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Koolen – Zwijnenburg, mr. R.D. van Heffen en mr. J. Steenbrink,
in tegenwoordigheid van mr. S.S.I. Jackson, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 december 2022.
mr. A.M. Koolen – Zwijnenburg en mr. J. Steenbrink zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.