ECLI:NL:GHAMS:2023:2492

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 september 2023
Publicatiedatum
24 oktober 2023
Zaaknummer
200.328.092/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot onderzoek naar beleid en gang van zaken van Target Fixings B.V. en onmiddellijke voorzieningen

In deze zaak hebben verzoekers [A] en [B] de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam verzocht om een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap Target Fixings B.V. en om onmiddellijke voorzieningen te treffen. De verzoekers zijn aandeelhouders van Target Fixings B.V. en hebben gegronde redenen voor twijfel aan een juist beleid en gang van zaken binnen de vennootschap. De Ondernemingskamer heeft de zaak behandeld op 13 juli 2023, waar de advocaten van de betrokken partijen hun standpunten hebben toegelicht. De verzoekers hebben hun verzoek verminderd door enkele onderdelen in te trekken. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat Target Fixings B.V. in 2012 is opgericht door de Engelse vennootschap Limited en [A] met als doel de producten van Limited in Nederland te verkopen. De verzoekers zijn van mening dat de focus van de vennootschap te veel is verschoven naar aannemingswerkzaamheden, terwijl de distributie van de producten van Limited niet goed van de grond komt. De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat de plannen van de bestuurders van Target Fixings B.V. om een franchiseorganisatie op te zetten voor de distributie van de producten niet onredelijk zijn en dat er geen gegronde redenen zijn om te twijfelen aan het beleid van de vennootschap. Het verzoek van de verzoekers is afgewezen en zij zijn veroordeeld in de kosten van de procedure.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.328.092/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 21 september 2023
inzake

1.[A] ,

wonende te [....] ,
2.
[B],
wonende te [....] ,
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. W.H.M. Cnossen, kantoorhoudende te Heerenveen,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TARGET FIXINGS B.V.,
gevestigd te Heerenveen,
VERWEERSTER,
advocaten:
mrs. P.A. Josephus Jittaen
S. Boonstra, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de vennootschap naar Engels recht
TARGET FIXINGS LIMITED,
gevestigd te Reading, Berkshire, Verenigd Koninkrijk,
2.
[C],
wonende te [....] ,
3.
[D],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mrs. P.A. Josephus Jittaen
S. Boonstra, kantoorhoudende te Amsterdam.
Verzoekers zullen hierna ook worden aangeduid als respectievelijk [A] en [B] en gezamenlijk als [E]
Verweerster zal worden aangeduid als Target.
De belanghebbende onder 1 zal worden aangeduid als Limited en de belanghebbenden onder 2 en 3 tezamen als [F] en afzonderlijk als [C] en [D] .

1.Het verloop van het geding

1.1
[E] hebben bij verzoekschrift van 8 juni 2023 de Ondernemingskamer verzocht, samengevat,
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Target over de periode vanaf 1 februari 2023;
als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure
primair:
a. de vernietiging – de Ondernemingskamer begrijpt: de schorsing – van het besluit van de algemene vergadering van Target tot ontslag van [A] als bestuurder van Target;
b. de schorsing van [F] als bestuurders van Target;
c. de vernietiging – de Ondernemingskamer begrijpt: de schorsing – van het besluit van het bestuur van Target om de activiteiten van die vennootschap (grotendeels) te staken;
subsidiair:
d. de benoeming van een tijdelijk bestuurder bij Target met een doorslaggevende stem;
primair en subsidiair:
e. de overdracht ten titel van beheer van de door Limited gehouden aandelen in Target aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder;
3. Target te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.2
Target, Limited en [F] hebben bij verweerschrift van 29 juni 2023 de Ondernemingskamer verzocht dit verzoek af te wijzen en [E] te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.3
Het verzoek is behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 13 juli 2023. De advocaten hebben toen de standpunten van de verschillende partijen toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen en onder overlegging van tevoren toegestuurde nadere producties. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt. Ter zitting hebben [E] hun verzoek aldus verminderd dat zij hun onder 1.1 onder 2.a weergegeven verzoek tot schorsing van het ontslagbesluit van [A] niet langer handhaven. Ook hebben zij het onder 1.1 onder 2.b en 2.d bedoelde verzoek met de strekking [F] te schorsen als bestuurders van Target met aanstelling van een tijdelijk bestuurder ter zitting ingetrokken.

2.Inleiding en feiten

2.1
Deze zaak gaat over Target, een Nederlandse vennootschap die in 2012 is opgericht door Limited (een Engels familiebedrijf, waarin [F] actief zijn) en [A] met als doel om de producten die Limited in het Verenigd Koninkrijk op de markt brengt, ook in – in ieder geval – Nederland op de markt te brengen. De onderneming biedt oplossingen voor metselwerk- en funderingsproblemen in gebouwen met behulp van eigen Target Fixings-producten. Die producten worden niet alleen verkocht, er wordt bij klanten ook feitelijk herstelwerk uitgevoerd aan gescheurde muren en gebrekkige funderingen op basis van aanneming van werk. Limited en [F] stellen dat het van meet af aan de bedoeling was om vanuit Target een netwerk voor de distributie van de Target Fixings-producten op het Europese continent op te zetten. In de loop der jaren is er onder leiding van [A] echter een gespecialiseerd aannemingsbedrijf ontstaan, dat weliswaar winstgevend is, maar dat alleen de Nederlandse markt bedient. Van een verkoopkanaal voor de Target Fixings-producten is nauwelijks sprake. Dat willen [F] nu veranderen. [E] zijn het daar niet mee eens.
2.2
Target is op 10 oktober 2012 opgericht door Limited en [A] Limited is een Engelse vennootschap van de familie van [C] en [D] . Limited hield aanvankelijk 90% van de aandelen in Target en [A] 10%, met de bedoeling dat [A] gaande de samenwerking meer aandelen zou verwerven. Dat is ook gebeurd. [A] heeft in december 2014 10% en in februari 2017 29% en daarmee in totaal 49% van de aandelen verworven. Op 29 december 2022 heeft [A] , met medewerking van Limited, 10% van zijn aandelen verkocht aan zijn zoon, [B] , die sinds 2015 eveneens werkzaam is in het bedrijf. Tot 29 maart 2023 vormden [C] en [D] tezamen met [A] het bestuur van Target. De bestuurders zijn volgens de statuten zelfstandig bevoegd Target te vertegenwoordigen.
2.3
Target drijft een onderneming die zich vrijwel uitsluitend bezighoudt met het in aanneming uitvoeren van herstelwerk aan metselwerk en funderingen van gebouwen in Nederland, in het algemeen met gebruikmaking van Target Fixings-producten. Het opzetten van een afzonderlijk verkoopkanaal voor de Target Fixings-producten is in de loop van de jaren niet van de grond gekomen. Target heeft naast [A] en [B] twee personeelsleden in dienst, die zich bezighouden met de uitvoering van bouwwerkzaamheden. Sinds kort is een vijfde personeelslid aangetrokken, [G] , met het idee dat hij een franchise/ distributienetwerk gaat opzetten voor de Target Fixings-producten.
2.4
In september 2022 hebben [F] aangekondigd bezig te zijn met een plan om Target om te vormen tot
suppliervan de Target Fixings-producten en om het aanneemwerk onder te brengen in een afzonderlijke vennootschap. Dit heeft geresulteerd in een plan met de titel
'Netherlands proposal' dat op 16 december 2022 aan [A] en [B] is gestuurd. Het plan komt erop neer dat Target zich gaat richten op het opzetten van een distributienetwerk via franchise en dat:
  • het aanneemwerk in een nieuw op te richten vennootschap (
  • de door
  • de eigendom van Target onveranderd blijft (51% Limited en 49% [A] en [B] );
  • Target de Target Fixings-producten inkoopt bij Limited en een korting krijgt van 35% op de adviesprijs;
  • Newcoen andere toekomstige franchisehouders de Target Fixings-producten inkopen bij Target en een korting krijgen van 10% op de adviesprijs van Limited.
2.5
[A] en [B] konden zich hier niet in vinden. Zij meenden dat te veel omzet naar Limited en de Engelse groepsvennootschappen zou gaan, terwijl de voor het aanneemwerk bestemde Nederlandse vennootschap met de aannemingsrisico's zou blijven zitten. Ook stonden zij negatief tegenover het betalen van licentievergoedingen. Op 20 januari 2023 hebben zij een tegenvoorstel gedaan, erop neerkomende dat Limited haar 51% aandelen in Target zou verkopen aan [A] en [B] tegen de intrinsieke waarde, waarna zij het aannemingsbedrijf onder een andere naam zouden voortzetten en de vennootschap het exclusieve recht zou krijgen de Target Fixings-producten in Nederland te verkopen tegen nader overeen te komen inkoopprijzen. Buiten Nederland zou Limited vrij zijn haar producten te verkopen; de vennootschap zou desgewenst kunnen fungeren als
hubvoor de EU.
2.6
In een bijeenkomst op 8 februari 2023 in Heerenveen zijn beide plannen besproken. Partijen zijn het niet eens geworden.
2.7
Bij brief van 15 februari 2023 hebben [F] aan [E] meegedeeld dat zij op 21 maart 2023 een algemene vergadering bijeen willen roepen om het verschil van mening over de koers van de onderneming op te lossen. Als bijlage bij de e-mail is een voorstel voor een te nemen aandeelhoudersbesluit gevoegd, dat benadrukt dat de vennootschap zonder veranderingen niet zal kunnen uitbreiden en dat verder grotendeels overeenkomt met hetgeen was opgenomen in het
Netherlands proposal(zie 2.4). In de brief wordt aan [E] ook nog een alternatief voorstel gedaan, maar ook dat voorstel heeft niet tot overeenstemming geleid.
2.8
Bij e-mail van 23 februari 2023 heeft mr. Cnossen aan mr. Josephus Jitta bericht dat [E] zich verzetten tegen het voorgenomen aandeelhoudersbesluit. Partijen zijn hierop in overleg getreden.
2.9
Bij e-mail van 13 maart 2023 heeft mr Josephus Jitta aan mr. Cnossen geschreven dat [F] niet kunnen instemmen met het voorstel van [E] en dat zij niet geïnteresseerd zijn om hun aandelen te kopen. Mr. Josephus Jitta schrijft dat hij begrijpt dat [A] niet bereid is akkoord te gaan met en mee te werken aan de totstandkoming van het franchise businessmodel en dat het bij die stand van zaken voor de hand ligt dat [A] zijn werkzaamheden voor Target beëindigt en dat indien hij daar geen redelijk voorstel voor doet, daarover op een op 29 maart 2023 te houden algemene vergadering van Target zal moeten worden beslist.
2.1
Bij brief van 20 maart 2023 heeft mr. Cnossen aan de advocaat van Target geschreven dat en waarom [E] het niet eens zijn met de voorgenomen koerswijziging van de onderneming en verzocht om voor de algemene vergadering van 29 maart 2023 ook een besluit tot uitkering van € 330.000 aan dividend te agenderen. Diezelfde dag heeft [C] de agenda voor de algemene vergadering aan de aandeelhouders toegestuurd. Het voorstel van 15 februari 2023 (zie 2.7) met betrekking tot de koerswijziging is geen onderdeel van die agenda. Wel is als vierde punt onder de noemer '
Current state of the Dividend Distribution' het onderwerp dividend op de agenda gezet en als zevende punt het ontslag van [A] als bestuurder van Target.
2.11
Een of twee dagen voor de algemene vergadering van 29 maart 2023 heeft [A] vanaf de rekening van Target in totaal € 330.000 als voorschot op een dividenduitkering overgemaakt; € 128.700 aan zichzelf, € 33.000 aan [B] en € 168.300 aan Limited.
2.12
De algemene vergadering heeft op 29 maart 2023 plaatsgevonden in aanwezigheid van de advocaten van partijen. Op die vergadering is een eventuele dividenduitkering besproken. Het voorstel om dividend uit te keren is afgewezen. Het voorstel om [A] te ontslaan als bestuurder van Target is aangenomen.
2.13
Target heeft de arbeidsovereenkomst met [A] opgezegd met inachtneming van de opzegtermijn. [A] heeft zich daartegen verzet. Tussen partijen is uiteindelijk geen overeenstemming bereikt over de voorwaarden voor een eerdere beëindiging waardoor de arbeidsovereenkomst met [A] per 30 juni 2023 is geëindigd. Uit hoofde van zijn arbeidsovereenkomst met Target is [A] gebonden aan een geheimhoudingsbeding, een concurrentiebeding en een relatiebeding. De arbeidsovereenkomst die [B] met Target heeft, kent dergelijke bedingen niet.
2.14
In april 2023 hebben de producten van Target Fixings een CE-certificaat gekregen, waardoor zij in de EU als
construction productsop de markt mogen worden gebracht.
2.15
In de tweede helft van april 2023 hebben [E] data – waaronder alle e-mails en alle bedrijfsinformatie, zoals technische informatie over de producten, prijzen en klanten – van de bedrijfsserver van Target gekopieerd naar hun privéomgeving.
2.16
Op 8 juni 2023 heeft [B] de houdstermaatschappij [H] en de vennootschap [I] opgericht.
2.17
In juni 2023 hebben [E] door Target aan potentiële klanten uitgebrachte offertes naar hun privé-omgeving gekopieerd. Toen dit werd ontdekt, zijn zij met ingang van 21 juni 2023 geschorst door Target.
2.18
[F] hebben er binnen Target op aangedrongen dat er geen werken in aanneming worden geaccepteerd die na 1 juli 2023 uitgevoerd moeten worden.
2.19
De onder 2.11 bedoelde voorschotten op het dividend van € 33.000 en € 168.300 zijn door [B] en Limited terugbetaald aan Target. Hoewel hem dit is verzocht, heeft [A] het aan hem betaalde voorschot van € 128.700 niet terugbetaald.

3.De gronden van de beslissing

3.1
[E] hebben aan hun verzoek ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Target en dat de toestand van de vennootschap nodig maakt dat onmiddellijke voorzieningen worden getroffen. Daartoe hebben zij het volgende naar voren gebracht. De vennootschap is opgericht om in samenwerking een aannemingsbedrijf te exploiteren dat is gespecialiseerd in het herstel van funderingen en metselwerk op de Nederlandse markt met gebruik van Target Fixings-producten. Dit heeft geleid tot een winstgevende onderneming. Het plan dat [F] als bestuurders hebben gemaakt om de focus te verleggen van het winstgevende aannemingswerk naar de distributie van Target Fixings-producten in de EU, is niet in het belang van de onderneming. Een dergelijk besluit zou strijdig zijn met de statutaire doelomschrijving. Verder vormt het plan een bedreiging voor het voortbestaan van de vennootschap omdat de producten van Target Fixings op het Europese continent niet uniek zijn en ook maar beperkt toepasbaar zijn omdat zij niet voldoen aan de NEN-normen en geen CE-keurmerk hebben, terwijl ook de expertise en marktkennis om een distributienetwerk op te zetten ontbreken. Door het besluit om geen aannemingswerk meer aan te nemen dat na 1 juli 2023 moet worden uitgevoerd, dreigt de winstgevendheid van de onderneming te worden uitgehold ten gunste van de door meerderheidsaandeelhouder Limited in Engeland gedreven onderneming. Daarbij komt dat [F] na het ontslag van [A] prijsafspraken met Limited hebben gemaakt waarbij de prijs van de Target Fixings-producten met 50% is verhoogd, terwijl [F] daarbij een tegenstrijdig belang hadden en de algemene vergadering van Target daarin niet is gekend.
3.2
Daartegenover hebben Target, Limited en [F] aangevoerd dat de samenwerking die partijen zijn aangegaan nooit was bedoeld om louter een gespecialiseerd aannemingsbedrijf voor de Nederlandse markt op te zetten. Van meet af aan was de onderneming bedoeld voor de distributie van Target Fixings-producten op het Europese continent. In dat kader wilde men aan klanten totaaloplossingen bieden, eruit bestaande dat in aanneming met gebruik van de producten van Target Fixings herstelwerk aan funderingen en metselwerk werd uitgevoerd. De distributie is in de loop der jaren echter ondergeschikt geraakt en de vennootschap is verworden tot een gespecialiseerd aannemingsbedrijf. Voor Limited als Engelse meerderheidsaandeelhouder is dit minder interessant omdat langs die weg haar Target Fixings-producten maar beperkt worden verspreid. [F] willen daar verandering in brengen door de focus van de vennootschap te verleggen naar de distributie via het opzetten van een franchiseorganisatie in de EU. Inmiddels zijn de producten ook CE-gecertificeerd en mogen ze in heel de EU op de markt worden gebracht.
Het besluit om geen aannemingswerk meer te accepteren dat na 1 juli 2023 moest worden uitgevoerd, is slechts een tijdelijke maatregel omdat voorzienbaar was dat er problemen in de uitvoering zouden ontstaan als [A] – en vermoedelijk ook [B] – na 30 juni 2023 niet meer voor de onderneming zouden werken. Het is niet de bedoeling om de aanneemwerkzaamheden te staken. Ook in de toekomst zal nog gewoon aannemingswerk worden uitgevoerd omdat dit voor de vermarkting van Targets product ('het bieden van totaaloplossingen voor gebreken aan funderingen en metselwerk') noodzakelijk is. Het aannemingswerk zal echter worden ondergebracht in een aparte dochtervennootschap, mede omdat de risico's daarvan groter zijn.
Van nieuwe prijsafspraken voor Target Fixings-producten is geen sprake. Target kreeg aanvankelijk van Limited een veel hogere korting dan andere afnemers van de Target Fixings-producten, waardoor Target aanzienlijke winsten heeft kunnen maken. Limited heeft daarmee ingestemd vanuit de gedachte dat die winst gebruikt zou worden om een distributiekanaal voor Target Fixings-producten op te zetten. Limited is in de gegeven omstandigheden niet langer bereid die hogere korting te geven, waardoor nu voor Target dezelfde korting geldt als voor franchisenemers. Target is daarmee overigens nog steeds beter af omdat zij geen franchisefee verschuldigd is en zo minder betaalt dan andere gewone afnemers, aldus steeds Target, Limited en [F]
3.3
De Ondernemingskamer overweegt als volgt. [E] hebben allereerst aangevoerd dat zij ten onrechte (nog steeds) minderheidsaandeelhouder zijn. Zij stellen dat vanaf het begin van de samenwerking het steeds de bedoeling is geweest dat [A] een belang van 50% zou verwerven in Target. Niet in geschil is dat [A] bij aanvang 10% van de aandelen hield en dat hij de mogelijkheid kreeg dit aandeel uit te breiden. Dat is ook gebeurd. Zoals hiervoor is uiteengezet, heeft [A] in december 2014 10% en in februari 2017 nog eens 29% van de aandelen kunnen verwerven, dus in totaal 49%. Uit de door [E] als productie 29 overgelegde e-mailcorrespondentie blijkt dat [A] al in 2012 bij [F] erop heeft aangedrongen dat hij 50% van de aandelen zou krijgen. Vast staat echter ook dat [F] , althans Limited, daar nooit gehoor aan hebben gegeven. Uit een e-mailbericht van [C] aan [A] van 13 januari 2017 blijkt duidelijk dat [F] het bij 49% willen laten. Daar heeft [A] kennelijk in berust. Bij die stand van zaken heeft bij de verdere beoordeling als uitgangspunt te gelden dat [F] via Limited 51% van de aandelen houden en dat zij dus een meerderheid hebben in de algemene vergadering.
3.4
Wat betreft de stelling van [E] dat de plannen van [F] strijdig zijn met het statutaire doel van Target wordt als volgt overwogen. Het doel van de vennootschap is volgens artikel 2.2 van haar statuten van 2012 onder meer 'het leveren en aanbrengen van gespecialiseerde oplossingen voor metselwerkreparatie en paalfunderingen, het leveren en plaatsen van Prefab bouwoplossingen, aan zowel particulieren als aan bedrijven, rechtstreeks dan wel middels aanneming van werk'. Deze doelomschrijving is indertijd kennelijk ook opgenomen in het handelsregister. Pas later is daar, zo is namens Target onweersproken gesteld, op initiatief van [E] aan toegevoegd 'Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw'. Uit de oorspronkelijke doelomschrijving volgt dat de vennootschap weliswaar werk in aanneming kan verrichten, maar daaruit volgt niet dat zij daarvoor uitsluitend was bedoeld. Target is volgens de doelomschrijving tevens opgericht voor het leveren van producten aan bedrijven en particulieren, waarbij het dan logischerwijze gaat om Target Fixings-producten die immers zijn bedoeld om te worden ingezet bij reparaties aan funderingen en metselwerk. In het licht van het feit dat Limited in het Verenigd Koninkrijk daarvoor speciale producten (laat) produceren, ligt het ook niet voor de hand dat Limited in 2012 in Nederland samen met [A] alleen maar een gespecialiseerd aanneembedrijf wilde oprichten. Limited was indertijd kennelijk op zoek naar een nieuw verkoopkanaal voor haar producten. De e-mailberichten die Limited c.q. [F] en [A] bij aanvang van hun samenwerking hebben gewisseld, wijzen ook in die richting. Het betoog dat Target louter was bedoeld om daarin een gespecialiseerd aanneembedrijf te exploiteren, wordt daarom verworpen.
3.5
De kern van het geschil tussen partijen is het verschil van inzicht over de toekomst van de onderneming. [E] willen dat Target zich richt op het voortzetten van haar aanneemwerkzaamheden. [F] willen dat Target zich daarnaast ook zal toeleggen op het opzetten van een franchiseorganisatie voor de distributie van Target Fixings-producten in de EU.
3.6
Uitgangspunt bij de beoordeling is dat het bepalen van de strategie van de onderneming behoort tot de taak van het bestuur, waarbij het bestuur zich dient te richten naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Daarbij geldt dat het bestuur zorgvuldigheid moet betrachten met betrekking tot de belangen van al degenen die bij de vennootschap en haar onderneming zijn betrokken. Deze zorgvuldigheidsverplichting brengt mee dat bestuurders bij het dienen van het vennootschapsbelang ervoor zorgen dat de belangen van de betrokkenen, waaronder de minderheidsaandeelhouder, niet onnodig of onevenredig worden geschaad.
3.7
De Ondernemingskamer volgt [E] niet in hun betoog dat het opzetten van een franchiseorganisatie voor de distributie van Target Fixings-producten in de EU op voorhand kansloos is. De Target Fixings-producten worden nu ook al door Target met succes ingezet bij haar aanneemwerkzaamheden en Limited heeft in het Verenigd Koningrijk met succes een vergelijkbare organisatie opgezet. Inmiddels is voor de Target Fixings-producten een CE-certificering verkregen en is [G] aangetrokken. Het opzetten van een distributiekanaal voor de Target Fixings-producten was bovendien van aanvang aan een van de doeleinden voor het opzetten van de vennootschap in Nederland. Bij die stand van zaken is niet gebleken dat [F] als bestuurders van Target niet in redelijkheid hebben kunnen besluiten om binnen Target een franchiseorganisatie voor de distributie van Target Fixings-producten op te zetten, noch dat de belangen van [E] daardoor onnodig of onevenredig worden geschaad.
3.8
Anders dan [E] stellen zijn er ook geen concrete aanwijzingen dat de aannemingsactiviteiten van Target zullen worden gestaakt. [C] heeft ter zitting onweersproken toegelicht dat Target, net als de vennootschappen in het Verenigd Koninkrijk, een totaaloplossing wil aanbieden voor problemen in funderingen en metselwerk en dat daar – in veel gevallen, maar niet noodzakelijkerwijs, zo begrijpt de Ondernemingskamer – ook de uitvoering van het herstelwerk bij hoort. De opdracht aan [E] om geen werk meer aan te nemen dat na 1 juli 2023 zou moeten worden uitgevoerd, is louter ingegeven door het feit dat per die datum in ieder geval [A] niet meer werkzaam zou zijn voor de onderneming, waardoor de uitvoering van het werk in het gedrang zou kunnen komen en klanten mogelijk teleurgesteld zouden moeten worden, zo heeft hij toegelicht. Dit wilde men voorkomen. Men streeft ernaar hier snel een oplossing voor te vinden, ook omdat anders de twee personeelsleden die het werk uitvoeren zonder werk zouden komen te zitten, aldus [C] . De Ondernemingskamer acht dit een logische en plausibele verklaring. De Ondernemingskamer gaat er dan ook van uit dat slechts tijdelijk het aannemen van nieuwe werken is stilgelegd. Een gegronde reden voor twijfel aan een juist beleid of een juiste gang van zaken van Target levert dat niet op.
3.9
[E] verwijten [F] verder nog dat zij voor Target nadelige prijsafspraken met Limited hebben gemaakt. Niet in geschil is dat na het ontslag van [A] de prijzen voor de door Target van Limited afgenomen Target Fixings-producten zijn gestegen. [F] hebben evenwel toegelicht dat Target jarenlang van Limited een zeer hoge korting op de inkoopprijs ontving. Terwijl andere franchisenemers in het Verenigd Koninkrijk een korting van 20% kregen, werd aan Target een prijs in rekening gebracht die maar net boven kostprijs lag. Volgens [F] was de achtergrond daarvan dat Target aldus de kans kreeg om een positie voor de Target Fixings-producten op de Nederlandse markt te verwerven en Target kon daarmee winstgevender opereren waardoor de kosten van het opstarten van het beoogde distributiekanaal in en buiten Nederland gedekt zouden worden. Inmiddels heeft Limited besloten dat de zeer hoge korting niet meer nodig is. Limited geeft nu een korting op de producten van 20% wat een betere prijs is dan de prijs die aan de aanneemtak van Limited in het Verenigd Koninkrijk wordt berekend, aldus Limited en [F]
3.1
[E] hebben hier tegenover niet meer gesteld dan dat de oude prijzen met Target waren overeengekomen en dat deze marktconform waren. Dat laatste hebben zij verder niet toegelicht. Dat Limited de Target Fixings-producten aan Target verkocht tegen een zeer hoge korting hebben [E] niet bestreden. Dat de nieuwe prijsafspraken niet marktconform zijn hebben [E] niet uiteengezet. De beslissing van Limited om de kortingen meer in overeenstemming te brengen met de situatie in het Verenigd Koninkrijk en de omstandigheid dat [F] zich daar als bestuurders van Target niet tegen hebben verzet, levert bezien in dat licht geen gegronde reden op voor twijfel aan een juist beleid of een juiste gang van zaken van Target.
3.11
De Ondernemingskamer merkt nog op dat de wijze waarop de franchiseorganisatie in Target zal worden vormgegeven op dit moment nog geenszins vastligt. Met name is op dit moment nog niet duidelijk welke concrete afspraken daarover met Limited gemaakt zullen gaan worden. [F] zullen zich evenwel moeten realiseren dat indien zij als bestuurders van Target afspraken maken met Limited over bijvoorbeeld de verdeling van inkomsten uit franchisefees en de vergoedingen voor door de franchisenemers af te nemen Target Fixings-producten, zij daarbij mogelijk een eigen belang hebben dat strijdig is met het belang van Target. In dat geval zal de besluitvorming plaats moeten vinden in de algemene vergadering van Target waarbij van [F] verlangd kan worden dat zij, ter bescherming van de belangen van [E] als minderheidsaandeelhouders, ruimhartig openheid van zaken geven over de inhoud van de met Limited te sluiten overeenkomsten en dat zij de marktconformiteit daarvan zo nodig extern laten toetsen.
3.12
De slotsom is dat niet is gebleken van gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid of een juiste gang van zaken van Target. Het verzoek van [E] zal worden afgewezen. [E] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden verwezen.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst het verzoek van [E] af;
veroordeelt [E] in de kosten van de procedure tot op heden aan de kant van Limited begroot op € 4.332;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. W.A.H. Melissen en mr. M.A.M. Vaessen, raadsheren, en drs. M.A. Scheltema en drs. P.G. Boumeester, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2023.