ECLI:NL:GHAMS:2023:2381
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake geschil ouders over inschrijving kind in de Basisregistratie Personen en op school
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarin een geschil tussen de ouders over de inschrijving van hun minderjarige kind in de Basisregistratie Personen (BRP) en op school aan de orde is. De vader is op 19 juli 2023 in hoger beroep gekomen van het vonnis van 29 juni 2023, waarin de moeder toestemming kreeg om hun kind in te schrijven op basisschool [basisschool 1] te [plaats B] en om met het kind naar Polen te reizen. De vader verzoekt het hof om de uitvoerbaar bij voorraadverklaring van het bestreden vonnis te schorsen en om de vorderingen van de moeder af te wijzen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 11 september 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De vader stelt dat hij de hoofdopvoeder is van het kind en dat de moeder onterecht de toestemming heeft gekregen om het kind in te schrijven op de school in [plaats B]. De moeder betwist dit en stelt dat zij altijd de hoofdverzorger is geweest en dat het in het belang van het kind is om op de school in [plaats B] ingeschreven te blijven. Het hof heeft overwogen dat het belang van het kind voorop staat en dat er momenteel onvoldoende redenen zijn om de inschrijving van het kind op de basisschool te wijzigen.
Het hof heeft de grieven van de vader afgewezen en het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het hof heeft in zijn beslissing benadrukt dat de ouders zich moeten inspannen om de communicatie te verbeteren en het vertrouwen in elkaar te herstellen, in het belang van hun kind.