ECLI:NL:GHAMS:2023:2334
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- A.N. van de Beek
- G.W. Brands-Bottema
- M. Burger
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en toekenning eenhoofdig gezag aan de moeder in het belang van de minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezamenlijk gezag van de ouders over hun minderjarige kind. De vader, verzoeker in hoger beroep, was het niet eens met de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 12 januari 2023, waarin het gezamenlijk gezag werd beëindigd en de moeder alleen met het gezag werd belast. De vader voerde aan dat er geen onaanvaardbaar risico was dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en dat hij in staat was om samen met de moeder beslissingen te nemen over hun kind. De moeder daarentegen stelde dat de vader een geschiedenis van drugsgebruik en psychische problemen had, wat het gezamenlijk gezag in gevaar bracht. De Raad voor de Kinderbescherming adviseerde om de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen, gezien de problematiek rondom de vader.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en vastgesteld dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden die de beëindiging van het gezamenlijk gezag rechtvaardigden. Het hof oordeelde dat de vader, ondanks zijn recente positieve ontwikkelingen, nog steeds een risico vormde voor de minderjarige, vooral gezien zijn verleden van verslaving en de impact daarvan op de communicatie en samenwerking met de moeder. Het hof concludeerde dat het in het belang van de minderjarige was om het gezamenlijk gezag te beëindigen en de moeder alleen met het gezag te belasten. De beschikking van de rechtbank werd dan ook bekrachtigd.