ECLI:NL:GHAMS:2023:2332
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake zorgregeling en dwangsom in familiekamer
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarin een zorgregeling voor hun minderjarige dochter is vastgesteld. De moeder is in hoger beroep gekomen van een vonnis waarin de vader een dwangsom heeft gevorderd voor het niet nakomen van de zorgregeling. De moeder heeft grieven ingediend tegen de opgelegde dwangsom en de regeling voor de zomervakantie. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders, die in april 2022 zijn gescheiden, samen het gezag uitoefenen over hun dochter, die bij de moeder woont. De voorzieningenrechter had de moeder veroordeeld tot nakoming van de zorgregeling, met een dwangsom van € 250,- per dag. De moeder betwist dat zij de zorgregeling niet nakomt en stelt dat zij handelt in het belang van hun dochter. De vader heeft in incidenteel appel verzocht om een specifieke vakantie- en feestdagenregeling. Het hof heeft de grieven van de moeder verworpen en de vordering van de vader toegewezen, waarbij een gedetailleerde regeling voor vakanties en feestdagen is vastgesteld. De proceskosten zijn gecompenseerd, en het hof heeft het vonnis voor het overige bekrachtigd.