Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Verdere beoordeling
Appointment of executors
Mere statements are generally less important than actual conduct and may carry little weight if the statement does not correlate with actions taken”. Bedoelde objectieve feiten en omstandigheden (en/of gedragingen), die de subjectieve factoren dienen te ondersteunen, zijn bijvoorbeeld de duur van het verblijf in Engeland (iemands fysieke aanwezigheid in Engeland), de nationaliteit of verandering daarin, de vraag of iemand zakelijke belangen/investeringen in Engeland heeft en/of onroerend goed (een woning) in Engeland heeft aangeschaft, de mate van inburgering in Engeland (“socially integrated”), de omstandigheid dat iemand in Engeland als ‘resident’ en/of stemgerechtigde staat ingeschreven of lid is van een club, alsmede de vorm en inhoud van een mogelijk testament. De beoordeling van iemands ‘domicile’ vergt dus – zoals de rechtbank eveneens in het bestreden vonnis reeds heeft overwogen – een uitvoerige afweging van potentieel een zeer groot aantal feiten en omstandigheden.
terwijl ook financiële en fiscale overwegingen een rol speelden(cursief: hof). Alle argumenten bij elkaar hebben de erflater doen besluiten te emigreren naar Engeland, aldus [eiser] . [eiser] heeft een en ander herhaald in zijn conclusie van antwoord tevens houdende vorderingen in reconventie (punt 6.2). In de memorie van grieven (punten 4.10 en 4.61) heeft [eiser] dit standpunt ietwat genuanceerd. Daarin stelt hij dat
fiscale redenen voor erflater een overweging geweest [zijn] om naar Engeland te vertrekken(cursief: hof) naast het feit dat hij een faillissement van zijn bedrijf achter de rug had, een vechtscheiding en de pers hem achtervolgde alsmede dat de erflater
niet (uitsluitend) om fiscale redenen naar het buitenland is vertrokken(cursief: hof). Voormelde feiten en omstandigheden wijzen naar het oordeel van het hof niet zozeer op een intentie van de erflater zich (permanent dan wel voor onbepaalde tijd) te willen vestigen in Engeland, als wel op een wens tot het in elk geval tijdelijk verlaten van Nederland. De omstandigheid dat erflater een nieuwe vriendin had leren kennen die in [plaats C] verbleef, zal zeker bijgedragen kunnen hebben aan de keuze voor [plaats C] . Een en ander is naar het oordeel van het hof echter onvoldoende om daaraan (ondubbelzinnig) het voornemen van een permanent verblijf (of verblijf voor onbepaalde tijd) te koppelen.