ECLI:NL:GHAMS:2023:2317
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beschikking rechtbank Amsterdam inzake vergoeding kosten rechtsbijstand
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 september 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 22 maart 2023. Het hoger beroep werd ingesteld door de appellant op 19 april 2023, die verzocht om vergoeding van kosten die ten laste van hem zijn gekomen in verband met zijn rechtsbijstand. De rechtbank had eerder het verzoek om vergoeding van kosten afgewezen op gronden van billijkheid, omdat er een redelijk vermoeden van schuld bestond.
Het hof heeft de stukken van de strafzaak bekeken en de advocaat-generaal gehoord tijdens de openbare behandeling van het verzoekschrift. Appellant en zijn advocaat waren niet aanwezig in de raadkamer. Het hof oordeelde dat de aanwending van de kosten het belang van het onderzoek heeft gediend en dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn voor toekenning van de verzochte vergoedingen.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en heeft de appellant een vergoeding toegekend van € 41,80 voor gemaakte kosten en € 1.430,00 voor kosten van rechtsbijstand. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van het hof. De voorzitter heeft tevens de tenuitvoerlegging van de beschikking bevolen.