In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 oktober 2023 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep van een strafzaak. De verdachte, geboren in 1990, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 20 december 2018. Het hof heeft besloten dat er nader deskundigenonderzoek moet worden verricht naar de vraag of een DNA-monster kan worden herleid tot de verdachte of zijn tweelingbroer. Dit besluit is genomen naar aanleiding van het DNA-onderzoek dat is uitgevoerd door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en waaruit blijkt dat de DNA-profielen van de verdachte en zijn tweelingbroer overeenkomen. Hierdoor is het mogelijk dat zij eeneiige tweelingbroers zijn, wat complicaties met zich meebrengt voor het bewijs. De raadsman van de verdachte heeft verzocht om aanvullend DNA-onderzoek, omdat de huidige bevindingen niet onderscheidend zijn tussen de twee broers. Het hof heeft vastgesteld dat er voldoende ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte en heeft besloten het onderzoek te heropenen. Het hof heeft de raadsheer-commissaris belast met de uitvoering van het nader onderzoek en de oproeping van de betrokken partijen. De zaak zal op een nader te bepalen datum worden hervat, waarbij het hof ook de mogelijkheid van nieuw referentiemateriaal voor DNA-onderzoek in overweging neemt.