Uitspraak
13-008171-23 tegen
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
BESLISSING
mr. C.E. Dongelmans, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
1 augustus 2023.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 19 januari 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 2003 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was in hoger beroep gegaan tegen het vonnis van de rechtbank. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte voor de diefstal met geweld zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, met aftrek van het voorarrest. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar de bewijsoverweging vervangen door een eigen overweging.
Het hof overweegt dat voor een veroordeling ter zake van diefstal van een aan een ander toebehorend goed vereist is dat de dader zich de feitelijke heerschappij over het goed heeft verschaft. In deze zaak blijkt uit de aangifte en de getuigenverklaring dat de medeverdachte het horloge van de pols van de aangever heeft gerukt, terwijl de verdachte de aangever blokkeerde. Hierdoor hebben de verdachte en de medeverdachte het horloge aan de feitelijke heerschappij van de aangever onttrokken, wat leidt tot de conclusie dat er sprake is van een voltooide diefstal. Het feit dat het horloge later is teruggegeven, doet hieraan niet af, aangezien de diefstal al was voltooid.
Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank, met inachtneming van de nieuwe bewijsoverweging. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij mr. R.A.E. van Noort, mr. R.P. den Otter en mr. M. Lolkema zitting hadden. Mr. R.A.E. van Noort was verhinderd om het arrest mede te ondertekenen.