ECLI:NL:GHAMS:2023:2262
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen met afwijzing verzoek om contra-expertise
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder van de kinderen, verzoekster in hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing zijn verlengd tot 6 april 2024. De moeder heeft verzocht om vernietiging van deze beschikking en om een contra-expertise, maar het hof heeft haar verzoeken afgewezen.
De procedure begon met een beschikking van de kinderrechter van 29 maart 2023, waarin de ondertoezichtstelling van de kinderen werd verlengd. De moeder is op 20 juni 2023 in hoger beroep gekomen. De GI heeft op 19 juli 2023 een verweerschrift ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 juli 2023 zijn verschillende partijen verschenen, waaronder de moeder, de GI, de grootmoeder en de Raad voor de Kinderbescherming.
Het hof heeft vastgesteld dat er in de thuissituatie van de moeder sprake is geweest van huiselijk geweld en verwaarlozing, wat heeft geleid tot de uithuisplaatsing van de kinderen. De moeder heeft ter zitting haar hoger beroep ingetrokken voor wat betreft de verlenging van de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1]. Het hof heeft geoordeeld dat de gronden voor de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 2] nog steeds aanwezig zijn. De moeder is niet in staat gebleken om de benodigde zorg en ondersteuning te bieden aan [minderjarige 2], die kampt met ernstige ontwikkelingsproblemen. Het hof heeft het verzoek van de moeder om een contra-expertise afgewezen, omdat dit in strijd zou zijn met het belang van [minderjarige 2].