ECLI:NL:GHAMS:2023:2227
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een omgangsregeling in kort geding met betrekking tot een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een omgangsregeling tussen een vrouw en haar minderjarige kind. De vrouw was in hoger beroep gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Holland, die op 17 mei 2023 had beslist dat er geen omgangsregeling kon worden vastgesteld. De vrouw stelde dat zij het kind niet had onttrokken aan het gezag van de man en dat zij toestemming had om met het kind naar Oekraïne te gaan. De man, die het eenhoofdig gezag over het kind heeft, voerde aan dat de vrouw niet in het belang van het kind handelde.
Tijdens de zitting op 24 augustus 2023 werd duidelijk dat er recent ontwikkelingen waren, waaronder het feit dat het kind weer bij de man woont en er contact heeft plaatsgevonden tussen de vrouw en het kind. Het hof oordeelde dat het nog te vroeg was om een omgangsregeling vast te stellen, gezien de noodzaak voor het kind om therapie te ondergaan voor opgelopen trauma's. Het hof concludeerde dat het vaststellen van een omgangsregeling in kort geding in strijd zou zijn met de zwaarwegende belangen van het kind.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter en compenseerde de proceskosten, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De grieven van de vrouw werden ongegrond verklaard, en het hof oordeelde dat de vrouw niet voor derden een omgangsregeling kon verzoeken.